Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020053395 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer wim Meeuwesen met als adres Spillemansstraat 22 te 2140 Antwerpen |
Ligging van het project: | Spillemansstraat 22 te 2140 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 26 sectie B nr. 905N14 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/01/1965: vergunning (180#1081) voor voorgevelveranderingswerken.
Vergunde toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing.
Huidige toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;
- gelijkvloerse veranda.
Gewenste toestand
- uitbreiding gelijkvloerse aanbouw;
- afbraak van de aanbouw op de 1ste verdieping;
- toevoeging van extra bouwlaag.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van een eengezinswoning;
- de bestaande aanbouw wordt vervangen door een diepere en hogere, gelijkvloerse aanbouw;
- het dak van de nieuwe aanbouw wordt deels als dakterras en deels als intensief groendak aangelegd;
- er wordt een 3de bouwlaag onder plat dak toegevoegd en ingericht met 2 slaapkamers;
- de dakverdieping boven de kroonlijst wordt vooraan bekleed met houten latwerk.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing bij voorliggende de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De vrije hoogte in de achterbouw op het gelijkvloers bedraagt op een gegeven moment slechts 2,25 m. Volgens artikel 21 van de bouwcode dient de vrije hoogte minimaal 2,60 m te bedragen om de woonkwaliteit te kunnen garanderen. Echter gaat het in voorliggende aanvraag slechts over een lengte van 2,40 m, is er op de plaats met beperkte vrije hoogte een daklicht voorzien, heeft de overige ruimte van het gelijkvloers een vrije hoogte van 3 m, wat ruimschoots voldoet, en is het gelijkvloers voorzien van voldoende intrede van daglicht door het grote raampartij in de achtergevel. Het afwijken op de vrije hoogte heeft in de voorliggende aanvraag geen beperkende invloed op de woonkwaliteit van het gelijkvloers. Een afwijking op artikel 21 kan bijgevolg worden toegestaan door toepassing van artikel 3.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de Spillemansstraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het pand bestaat uit 2 bouwlagen met een gelijkvloerse uitbreiding en een uitbreiding op de 1ste verdieping aan de linkerzijde van het perceel. De achterbouw wordt volledig afgebroken en vervangen door een uitbreiding enkel op het gelijkvloers. Bovenop het hoofdvolume wordt een extra bouwlaag voorzien.
De Spillemansstraat wordt gekenmerkt door voornamelijk eengezinswoningen met een afwisselende bouwhoogte van 2 á 3 bouwlagen. Aan de straatzijde van het pand van de voorliggende aanvraag komen voornamelijk 3 bouwlagen voor, waarvan de derde bouwlaag ofwel mee opgenomen is in de gevel ofwel afgewerkt werd als daklaag. Het voorzien van een derde bouwlaag die afgewerkt is als daklaag en zonder de kroonlijst te verhogen is bijgevolg aanvaardbaar.
Het gelijkvloers wordt achteraan volledig afgebroken en opnieuw opgebouwd. De bouwdiepte wordt met 40 cm vermeerderd, tot een bouwdiepte van 16 m. Deze bouwdiepte blijft achter de bouwdiepte van de linker- en rechterwoning. De bouwhoogte van de gelijkvloerse uitbreiding bedraagt maximaal 3,80 m + opstand van 0,30 m, en 3,60 m ter hoogte van het dakterras. Deze bouwhoogte is ruim maar aanvaardbaar aangezien de doorgaans gehanteerde principehoogte 3,50 m bedraagt. De aanvrager wenst dan ook de bestaande vrije hoogte van de voorzijde (3 m) door te trekken naar de achterzijde. Een dakopbouw met intensief groendak en opstand bedraagt hierbij 0,80 cm. De scheidingsmuren dienen hierbij verhoogt te worden. De lichtinval van de naburige percelen komt niet in het gedrang door deze scheidingsmuurverhoging.
Achteraan het perceel staat op het inplantingsplan een tuinhuis opgetekend. De bijgeleverde foto’s bevestigen dit tuinhuis. De aanvraag omvat onvoldoende en tegenstrijdige informatie (zoals de hoogte, de precieze afmetingen, een doorsnede, het materiaal,…) om het tuinhuis correct te beoordelen. Het tuinhuis aan de achterzijde van de tuin wordt daarom uitgesloten uit de vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevel wordt niet aangepast. De gehele voorgevel wijzigt enkel door het toevoegen van een extra daklaag. De kroonlijst wordt hierbij behouden op dezelfde hoogte. De extra verdieping wordt voorzien in houten latwerk dat zich laat profileren als een dakmateriaal waardoor de bovenste verdieping zich toont als een daklaag. Dit wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaard en is zelfs wenselijk op voorwaarde dat de arrière-corps ook op dit niveau wordt doorgetrokken. Het buitenschijnwerk wordt in hetzelfde materiaal voorzien als de onderliggende verdiepingen in een grijze kleur.
De achterbouw wordt afgebroken en een nieuw gevelmateriaal wordt voorzien in de achtergevel. De bovenste bouwlagen worden voorzien van een lichtgrijze bepleistering. De onderste bouwlaag wordt boven het schuifraam voorzien van grijze beplating. Aan de rechterzijde van het schuifraam wordt gerecupereerde gevelparament gebruikt.
De gewenste materialen zijn neutraal en toelaatbaar in hun toepassing. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden er geen storende effecten verwacht inzake de visuele en vormelijke elementen van de voorliggende aanvraag.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door de gelijkvloerse uitbouw in dezelfde vrije hoogte te voorzien als het voorste deel ontstaat er een open en doorlopende open ruimte op het gelijkvloers met nauw contact met de achtertuin. Het terras op de 1ste verdieping wordt voorzien van een intensief groendak wat de groenbeleving verbetert en de biodiversiteit verhoogt. Het voorzien van een extra bouwlaag met 2 slaapkamers en een berging zorgt voor extra ruimte in de woning.
Het dakterras op de 1ste verdieping is aanvaardbaar en veroorzaakt geen hinder inzake privacy op voorwaarde dat een ondoorzichtig scherm wordt voorzien aan de rechterzijde van het terras van minstens 2m hoogte.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. de nieuwe bouwlaag ook te voorzien van een arrière-corps zoals de bestaande bouwlagen;
3. een ondoorzichtig scherm te voorzien aan de rechterzijde van het terras op de eerste verdieping van minstens 2m hoogte;
Uitsluitingen
4. het tuinhuis achteraan in de achtertuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 31 juli 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 29 september 2020 |
Verslag GOA | 7 september 2020 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. de nieuwe bouwlaag ook te voorzien van een arrière-corps zoals de bestaande bouwlagen;
3. een ondoorzichtig scherm te voorzien aan de rechterzijde van het terras op de eerste verdieping van minstens 2m hoogte;
Uitsluitingen
4. het tuinhuis achteraan in de achtertuin.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.