Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020096129 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Farah Benali met als adres Verschansingstraat 47 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Verschansingstraat 47 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 11 sectie L nr. 3678E2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 08/08/2014: vergunning (20141196) voor het verbouwen van een handelspand tot 2 appartementen en regulariseren van 2 terrassen.
Vergunde toestand
- meergezinswoning van 4 bouwlagen onder plat dak, ingericht met 2 appartementen.
Huidige toestand
- meergezinswoning van 4 bouwlagen onder plat dak, ingericht met 2 appartementen;
- het terras op de 3de verdieping werd dieper uitgevoerd dan vergund.
Gewenste toestand
- meergezinswoning van 4 bouwlagen onder plat dak, ingericht met 2 appartementen;
- regularisatie van het terras op de 3de verdieping;
- interne verbouwing van de inkomzone van beide appartementen.
Inhoud van de aanvraag
- de interne inkomdeur van het gelijkvloers appartement wordt meer naar achter voorzien;
- sloop van de trap achteraan;
- vooraan in de inkomhal wordt een nieuwe trap naar het bovenliggend triplexappartement geplaatst, dat op de 1ste verdieping voorzien wordt van een groot raamgeheel achteraan;
- de 2de en 3de verdieping blijven ongewijzigd;
- het uitgesloten en onvergunde, achterste gedeelte (dieper dan 2m) van het dakterras op de 3de verdieping ligt voor ter regularisatie;
- de voorgevel blijft ongewijzigd.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 12 augustus 2020 | 22 september 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 12 augustus 2020 | 23 september 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag heeft betrekking op het aanpassen van de verticale circulatie van een meergezinswoning met twee wooneenheden. Het aantal wooneenheden blijft ongewijzigd en de woonfunctie is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is gelegen in CHE-gebied. Aan de stedelijke dienst monumentenzorg werd advies gevraagd: ‘Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar voor de interne werkzaamheden. Het pand werd reeds enkele malen zwaar verbouwd. De gewenste ingrepen doen geen bijkomende afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand.
Om de beeldwaarde van de gevel te valoriseren vragen we dat het pvc-schrijnwerk in de voorgevel wordt uitgesloten van vergunning, indien onvergund, en op termijn vervangen wordt door houten geschilderd schrijnwerk met t-profilering.’
In de voorgaande vergunning uit 2014 werd opgelegd om het nieuwe buitenschrijnwerk op het gelijkvloers in hout uit te voeren met een profilering en detaillering naar oorspronkelijk model. Op basis van de aangeleverde plannen is het niet duidelijk of hieraan werd voldaan. In voorwaarden wordt daarom opnieuw opgelegd om het nieuwe schrijnwerk op het gelijkvloers naar model van het bestaande schrijnwerk uit te voeren, dit voor zowel materiaal (hout), profilering, detaillering en afwerking (geschilderd).
Vastgesteld wordt dat de bestaande kroonlijst niet op de plannen van de bestaande en nieuwe toestand werd opgetekend, maar dat deze wel aanwezig is op de aangeleverde foto’s. Het is wenselijk dat de kroonlijst behouden blijft.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De voornaamste aanpassing is de verticale circulatie van de twee appartementen. Deze wordt in de inkomhal vooraan geplaatst. Dit is aanvaardbaar op voorwaarde dat een zelfde aantal fietsen nog steeds gestald kan worden zoals vergund in 2014. Deze inkomhal deed immers ook dienst als fietsenberging.
Hierdoor kan deze ruimte ook niet meer gebruikt worden als carport. De toegangspoorten worden bijgevolg inkomdeuren.
In functie hiervan dient het openbaar domein (de verlaagde boordsteen) aangepast te worden
In de vergunning van 2014 werd het terras op de derde verdieping achteraan deels uitgesloten. Dit creëerde storende zichten naar omliggende woningen en tuinen. En toen werd in voorwaarde opgelegd om de diepte van het terras te beperken tot 2 meter, zodat de buitenruimte binnen een denkbeeldige hoek van 45° komt te liggen, gemeten vanaf de perceelgrenzen vanaf het achtergevelvlak. De aanvraag wenst het terras dieper uit te voeren, wat niet aanvaardbaar is. In voorwaarden wordt daarom opgelegd om het terras zoals destijds vergund uit te voeren.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag vraagt geen wijzigingen aan die het bouwvolume van het gebouw beïnvloeden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft het supprimeren van een carport.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het nieuwe schrijnwerk op het gelijkvloers en de verdiepingen naar model van het bestaande schrijnwerk uit te voeren, dit voor zowel materiaal (hout), profilering, detaillering en afwerking (geschilderd);
3. de bestaande en vergunde kroonlijst te behouden;
4. twee fietsstalplaatsen te voorzien in de hal conform artikel 29 van de bouwcode;
5. de toegangspoorten te voorzien als voordeuren en het openbaar domein in functie hiervan te laten aanpassen;
6. het terras op de derde verdieping te beperken tot 2 meter achter het gevelvlak en dit te voorzien van een balustrade;
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 12 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 11 oktober 2020 |
Verslag GOA | 24 september 2020 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het nieuwe schrijnwerk op het gelijkvloers en de verdiepingen naar model van het bestaande schrijnwerk uit te voeren, dit voor zowel materiaal (hout), profilering, detaillering en afwerking (geschilderd);
3. de bestaande en vergunde kroonlijst te behouden;
4. twee fietsstalplaatsen te voorzien in de hal conform artikel 29 van de bouwcode;
5. de toegangspoorten te voorzien als voordeuren en het openbaar domein in functie hiervan te laten aanpassen;
6. het terras op de derde verdieping te beperken tot 2 meter achter het gevelvlak en dit te voorzien van een balustrade;
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.