Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020095437 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WINVEST Holding met als contactadres Oever 21 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Poststraat 41 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 25 sectie A nr. 24K44 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren, verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 13/11/1945: toelating (1273#873) voor verbouwen van voorgevel;
- 29/11/1928: toelating (1399#10968) voor veranderings- en vergrotingswerken.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen onder plat dak;
- voordeur met bovenlicht;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- indeling schrijnwerk gewijzigd;
- bovenlicht in voordeur dichtgemaakt;
- bureauruimte centraal op eerste verdieping;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- nieuwe daklaag met daarin een slaapkamer en een leefruimte;
- vooraan daklaag inpandig terras van 13 vierkante meter;
- openwerken gelijkvloerse verdieping;
- plaatsing wc achter trap;
- badkamer centraal op eerste verdieping;
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een daklaag;
- verwijderen dragende binnenmuren;
- regulariseren van een volumewijziging ter hoogte van de achterbouw;
- regulariseren van de witte bepleistering van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De bebouwde oppervlakte neemt toe. Echter is er geen 20% open ruimte voorzien;
Op de doorsnede blijkt dat de scheidingmuren (links en rechts) van de nieuwe optopping geen opstand van 30cm hebben;
Geen inhoud opgetekend.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Tegenover de laatst vergunde toestand (1928) wordt de buitenruimte (hof) verkleind door het mee opnemen van de wc en voorliggende ruimte (luifel) in het bouwvolume. De bebouwde oppervlakte neemt toe en er is geen 20% open ruimte voorzien ten opzichte van het perceel. De voorliggende aanvraag is bijgevolg strijdig met artikel 27 van de bouwcode.
Echter is het mee opnemen van de ruimte onder deze luifel in de nuttige vloeroppervlakte aanvaardbaar aangezien er op de bovenste verdieping een extra buitenruimte van 13 m² voorzien wordt en de oppervlakte van de luifel niet als een kwalitatieve open ruimte kan worden beschouwd.
Een afwijking op artikel 27 kan worden toegelaten door toepassing van artikel 3.
De septische put in de onderste bouwlaag is niet voorzien van een inhoud. Volgens artikel 43 dient de inhoud van deze septische put minimaal 2.000 liter te bedragen. Echter gaat het in de voorliggende aanvraag over een kleine perceelsoppervlakte en zouden de werken die nodig zijn voor het vervangen van de septische put niet in verhouding staan met de werken in de voorliggende aanvraag. Het is bovendien zeer moeilijk om de septische put te vervangen aangezien deze achteraan in een dichtbebouwde zone is gesitueerd. De bestaande septische put kan bijgevolg worden aanvaard.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de Poststraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Op het bestaande volume wordt een extra bouwlaag toegevoegd met dezelfde bouwdiepte als de naastgelegen panden. Door de woning te voorzien van in totaal drie bovengrondse bouwlagen wordt nagenoeg dezelfde hoogte dan de naastgelegen woningen bereikt. In de Poststraat zijn drie bouwlagen veel voorkomend waardoor het toevoegen van een extra bouwlaag aanvaardbaar is.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel werd in 1945 vergund met gevelstenen in een ‘leerkleur’, houten buitenschrijnwerk en verschillende detailleringen zoals arrière corps, een hoge arduinen plint, horizontale geledingen onder de venster op de 1ste verdieping, verticaal geplaatste gevelstenen boven de deur- en raamopeningen en onder de kroonlijst. De huidige voorgevel bestaat uit een vervlakking van de vergunde voorgevel in 1945. De voorgevel werd voorzien van een witte gevelpleister en buitenschrijnwerk in zwart pvc voor de ramen. De aanvrager wenst deze voorgevel te regulariseren. De hierboven genoemde detailleringen werden niet behouden en er werden geen detailleringen toegevoegd aan de voorgevel.
De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.
Het toepassen van de gevelpleister leidt in dit geval tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, …) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.
Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.
Het voorzien van de gevel in een witte kleur kan wel gunstig worden bevonden. Een lichte kleurstelling wordt namelijk als gunstig beoordeeld omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de historische waarde.
Bovenop deze voorgevel in witte sierpleister wordt in de voorliggende aanvraag een dakvolume geplaatst. Dit dakvolume wordt voorzien van een zinken gevelbekleding in een antraciete kleur met een balustrade in zwart aluminium en buitenschrijnwerk in zwart pvc. De bestaande kroonlijst blijft behouden en het dakvolume laat zich duidelijk tonen als daklaag. De voorgevel van de daklaag is aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door het toevoegen van een extra verdieping wordt er meer ruimte gecreëerd en wordt de woonkwaliteit verhoogt. De verdieping bestaat uit een extra slaapkamer en leefruimte die tegenover een groot terras gelegen is aan de voorzijde van de woning. Tegenover de bestaande toestand wordt op het gelijkvloers een open ruimte voorzien door interne muren weg te halen. Dit vergroot het openruimte gevoel.
Inzake (brand)veiligheid voldoet de aanvraag niet aan de regelgeving. De scheidingsmuren aan de linker- en rechterzijde van de bovenste bouwlaag hebben geen opstand van 30 cm. Aangezien het hier gaat om de (brand)veiligheid en dit van levensbelang is kan hier niet worden afgeweken. Het dak is voorzien van een groendak waardoor het voldoende is om te voldoen aan de volgende voorwaarde: tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak dient een niet- brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te worden voorzien van minstens 30 cm breed.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
2. de arrière corps te behouden. De arrière corps moet vrij blijven van materiaal;
3. de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;
4. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 17 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 oktober 2020 |
Verslag GOA | 21 september 2020 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
2. de arrière corps te behouden. De arrière corps moet vrij blijven van materiaal;
3. de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;
4. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.