Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2020061264 |
Gegevens van de aanvrager: | NV AQUAFIN NV met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: | 11044C0502/00A000, 11362H0585/02C000 en Puihoek ZN te 2180 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | sectie C nrs. 495C, 495B, 496, 497, 498, 499A, 502A, sectie H nrs. 585/2 C, sectie K nrs. 97P, 97S, 99, 108Z en afdeling 33 sectie H nrs. 0 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | voorzien van regelbare afsluiters bij bestaande overstorten |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/04/2001: vergunning (871#2215) voor riolerings- en bestratingswerken.
Gewenste toestand
- openbare weg met een nieuw laagspanningsbord, een voetpadkast, een nieuwe dekselopening in het bestaande overstort en ondergrondse communicatie- en voedingskabels.
Inhoud van de aanvraag
- het voorzien van regelbare afsluiters bij een bestaand overstort, aangelegd op het openbaar domein maar binnen 5 meter naast het Schoon Schijn.
- het plaatsen van een laagspanningsbord en de aanleg van communicatie- en voedingskabels om deze te kunnen aansluiten op het openbaar net;
- het plaatsen van een voetpadkast en het realiseren van een nieuwe dekselopening in het bestaande overstort.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 18 augustus 2020 | 18 september 2020 | Geen advies |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) | 18 augustus 2020 | 24 augustus 2020 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Stadsontwikkeling/ beheer en onderhoud | 18 augustus 2020 | 20 augustus 2020 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers | 18 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met landelijk karakter. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een reservegebied voor woonwijk. Deze gebieden kunnen op initiatief van de gemeente worden bestemd voor de aanleg van woonwijken die als een stedenbouwkundig geheel zijn opgevat en waar alleen zijn toegelaten: eengezinswoningen, kleine landeigendommen, groene ruimten, socio-culturele inrichtingen alsmede gebouwen voor handel, dienstverlening, ambachtelijke en kleine bedrijven, die voor het normaal functioneren van de woonwijk noodzakelijk zijn. De bouwdichtheid mag de 25 woningen per ha niet overschrijden en alleen gebouwen met ten hoogste twee woonlagen zijn toegelaten. De globale oppervlakte van de openbare groene zone moet ten minste 5 m² per woning bedragen. De bestemming van woongebied kan maar worden verwezenlijkt nadat zij in een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg is vastgesteld. Die goedkeuring kan maar worden gegeven nadat is gebleken dat de bestemming van woongebied aan een werkelijke noodzaak beantwoordt. Die noodzaak wordt door de bevoegde staatssecretaris vastgesteld aan de hand van de gegevens waarvan hij de lijst op advies van de Vlaamse regering en het Vlaamse gewest opmaakt; die gegevens worden hem door de betrokken gemeente verstrekt. Zolang het in het derde lid bedoelde bijzonder plan van aanleg door ons niet is goedgekeurd, mogen in het betrokken gebied slechts werken en handelingen worden uitgevoerd die overeenstemmen met de bestemming aangegeven door de grondkleur in het gewestplan.
()De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften7
Er werden in de aanvraag geen afwijkingen ten opzichte van de geldende voorschriften vastgesteld.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt louter beperkte infrastructuurwerken ten behoeve van het elektriciteits- en rioleringsnet en gelet op de situering ervan in een voldoende ontwikkeld woongebied is er in deze dan ook sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De ruimtelijke impact van het plaatsen van 2 elektriciteitscabines, zeer beperkt in omvang, zorgt niet voor enige nadelige gevolgen op de gebouwde leefomgeving waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik zonder meer gunstig is.
Visueel-vormelijke elementen
De visuele invloed van de 2 bescheiden kasten is zeer beperkt te noemen. Echter maakt de aanvraag geen eenduidige melding van het materiaalgebruik en de kleurtinten ervan. Er zal omwille van een bescheiden inpassing in de omgeving dan ook in voorwaarden worden opgelegd hiervoor de kleurtint “stadsgrijs” te hanteren.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is dan ook voorwaardelijk gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. er dienen bouwafstanden gerespecteerd te worden wat de erfdienstbaarheden betreft: 5m-zone;
3. de werken mogen geen directe invloed hebben op de waterhuishouding in de Polders van Ettenhoven en Muisbroek;
4. bij de aanleg van de leidingen langs en naast de open waterloop dient, t.o.v. de bedding van de waterloop, een voldoende afstand gerespecteerd te worden. Tevens moeten de nodige maatregelen worden getroffen om verzwakking of beschadiging van de oevers te voorkomen. Mochten er “graafwerken” dienen uitgevoerd te worden, dan dienen deze voldoende diep te worden uitgevoerd, zodat de leiding bij ruimingswerken niet kan worden beschadigd. Hetzelfde geldt voor de ligging van de kabel, op een veilige plaats, bij onderhoud van de taluds van de waterloop;
5. bij kruising onder de gedeeltelijke overwelving zal de bovenkant van de leiding minstens 0,60 meter onder het vloeipeil van de gedeeltelijke overwelving worden aangelegd zonder beschadiging en verzakking van het kunstwerk;
6. bij kruising boven de gedeeltelijke overwelving mag het doorstromingsprofiel van de overwelving niet worden doorkruist of verminderd en mag het kunstwerk niet worden beschadigd;
7. er dient eventueel op gelet te worden dat de bestaande betuining van de waterlopen niet wordt beschadigd; schade hieraan dient onverwijld hersteld te worden. De doorstroming dient ten allen tijde te worden verzekerd;
8. voldoende aandacht dient gegeven aan de te passeren overbruggingen. Deze dienen onbeschadigd te zijn na de werken. Het doorvoeren van kabels in het tracé van de waterloop en in de overbrugging wordt niet toegelaten;
9. het polderbestuur dient in kennis gesteld te worden van de aanvang van de werken en van de data van de eventuele werfvergaderingen;
10. voor de kleurtint van de aan te brengen kasten de tint “stadsgrijs” te hanteren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 13 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | 25 augustus 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 23 september 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 2 oktober 2020 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
25 augustus 2020 | 23 september 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. er dienen bouwafstanden gerespecteerd te worden wat de erfdienstbaarheden betreft: 5m-zone;
3. de werken mogen geen directe invloed hebben op de waterhuishouding in de Polders van Ettenhoven en Muisbroek;
4. bij de aanleg van de leidingen langs en naast de open waterloop dient, t.o.v. de bedding van de waterloop, een voldoende afstand gerespecteerd te worden. Tevens moeten de nodige maatregelen worden getroffen om verzwakking of beschadiging van de oevers te voorkomen. Mochten er “graafwerken” dienen uitgevoerd te worden, dan dienen deze voldoende diep te worden uitgevoerd, zodat de leiding bij ruimingswerken niet kan worden beschadigd. Hetzelfde geldt voor de ligging van de kabel, op een veilige plaats, bij onderhoud van de taluds van de waterloop;
5. bij kruising onder de gedeeltelijke overwelving zal de bovenkant van de leiding minstens 0,60 meter onder het vloeipeil van de gedeeltelijke overwelving worden aangelegd zonder beschadiging en verzakking van het kunstwerk;
6. bij kruising boven de gedeeltelijke overwelving mag het doorstromingsprofiel van de overwelving niet worden doorkruist of verminderd en mag het kunstwerk niet worden beschadigd;
7. er dient eventueel op gelet te worden dat de bestaande betuining van de waterlopen niet wordt beschadigd; schade hieraan dient onverwijld hersteld te worden. De doorstroming dient ten allen tijde te worden verzekerd;
8. voldoende aandacht dient gegeven aan de te passeren overbruggingen. Deze dienen onbeschadigd te zijn na de werken. Het doorvoeren van kabels in het tracé van de waterloop en in de overbrugging wordt niet toegelaten;
9. het polderbestuur dient in kennis gesteld te worden van de aanvang van de werken en van de data van de eventuele werfvergaderingen;
10. voor de kleurtint van de aan te brengen kasten de tint “stadsgrijs” te hanteren.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
stadsontwikkeling / vergunningen | het advies college te bezorgen aan de instantie die dit gevraagd heeft. |