Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Aangezien verkavelingen niet voorkomen op de Vlaamse of provinciale lijst, is het college bevoegd voor de vergunning.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : | OMV_2020073157 |
Gegevens van de aanvrager: | Bart Palmers met als contactadres Starrenhoflaan 44 bus 19 te 2950 Kapellen |
Eigenaars: | Eddy Smits met als adres Sint-Katarinaplein 12 bus 33 te 3500 Hasselt en Ludo Smits met als adres Singel 17 te 2970 Schilde |
Kadastrale gegevens: | afdeling 20 sectie B nr. 266K |
Vergunningsplichten: | verkavelen van gronden |
Voorwerp van de aanvraag: | verkavelen van een terrein in 4 loten voor woningbouw |
Omschrijving aanvraag
Relevante voorgeschiedenis
- geen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning.
Huidige toestand
- perceel met een oppervlakte van 2.600 m²;
- vrijstaande eengezinswoning met bijgebouwen aan de oostkant;
- een gedeelte verwilderd terrein met struikgewas en bomen aan de oostkant;
- een gedeelte braakliggend weiland aan de westkant.
Gewenste toestand
4 loten voor woningbouw:
- met oppervlaktes tussen 368 m² en 456 m²;
- eengezinswoningen;
- type halfopen bebouwing;
- maximum 2 bouwlagen en een schuin dak;
- maximum bouwdiepte gelijkvloerse verdieping 15 meter, eerste verdieping 13 meter, tweede verdieping 9 meter;
- voortuinstrook 5 meter diep;
- zijtuinstrook minimum 3 meter breed met mogelijkheid tot het bouwen van een carport;
- bebouwd restperceel.
Inhoud van de aanvraag
- verkavelen van een terrein in 4 loten voor woningbouw;
- vellen van bomen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 1 juli 2020 | 31 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 1 juli 2020 | 23 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Provincie Antwerpen | 1 juli 2020 | 19 augustus 2020 | Geen bezwaar |
PROXIMUS | 1 juli 2020 | 3 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
TELENET | 1 juli 2020 | 21 augustus 2020 | Geen advies |
Water-link (AWW) | 1 juli 2020 | 30 juli 2020 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen | 29 juni 2020 | 23 juli 2020 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 29 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten | 29 juni 2020 | 23 juli 2020 |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen | 29 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers | 29 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen | 29 juni 2020 | 27 juli 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project ligt gedeeltelijk in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Er werd advies gevraagd aan provincie Antwerpen – Dienst Integraal Waterbeleid. Deze dienst geeft aan geen bezwaar te hebben tegen de aangevraagde verkaveling aangezien de verkaveling op zich geen negatieve effecten op het watersysteem met zich meebrengt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Normen en percentages betreffende de verwezenlijking van een sociaal of bescheiden woonaanbod.
Niet van toepassing.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het verkavelen van een perceel in 4 loten voor gekoppelde bebouwing met een oppervlakte tussen 368 m² en 456 m² en een restperceel met de bestaande woning met bergplaatsen van 964 m², gelegen te Kalmthoutsebaan 31.
De beoogde functie ‘wonen’ is inpasbaar in de omgeving. Enkel een eengezinswoning met inbegrip van een zorgwoning zijn toegelaten als hoofdbestemming.
De toegelaten functie wonen is in overeenstemming met de bestemming als woongebied.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag betreft een perceel gelegen in een omgeving gekenmerkt door halfopen, open en gesloten bebouwing. De bebouwing in de straat bestaat zowel uit 1 als 2 bouwlagen met een schuin dak.
De voorschriften laten bebouwing van 2 bouwlagen met schuin dak toe. De voorgevelbouwlijn ligt op 5 m van de rooilijn. De achtergevellijn ligt op minimum 9 m en maximum 15 m uit de voorgevel. De woning wordt voorzien van een zij- en achtertuin. De voortuinstrook is ongeveer 5 m diep. De zijtuinstrook is minimum 3 m breed. Voor de kroonlijsthoogte van het hoofdgebouw wordt maximaal 7 m voorgesteld. De totale nokhoogte bedraagt maximum 11,5 m.
Het voorgestelde volume laat het oprichten van voldoende ruime, kwalitatieve woningen toe en past in het bestaande straatbeeld. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
Volgens artikel 27 ‘Open ruimte’ van de bouwcode dient de tuin zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht te worden en als groene ruimte aangeplant te worden. Verharding in de voor- en zijtuin dienen beperkt te blijven tot het minimum.
In de voortuin mogen enkel de strikt noodzakelijke toegangen verhard worden:
- paden palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximum breedte van 1,50 m;
- opritten naar een vergunde garage en naar vergunde autostaanplaatsen met een maximum breedte van 3 m;
- de ruimte voor het stallen van een voertuig indien noodzakelijk voor het realiseren van de parkeernorm en indien deze het groene karakter van de tuinzone voldoende waarborgt.
Dit wordt aangepast in artikel 3.1.A. en 3.2.A. van de verkavelingsvoorschriften.
In de aanvraag wordt in artikel 3.3.A. buiten de strikt noodzakelijke toegangen een totale oppervlakte aan verharding en niet overdekte constructies toegelaten met een beperking van 10% van de perceeloppervlakte. Ook hier geldt dat de tuin zoveel mogelijk groen en onverhard dient gehouden te worden.
Verharding in de tuin wordt beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een pad, een terras of tuinhuis, met een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte.
Constructies mogen zich niet in het verlengde van de zijtuinstrook bevinden in functie van de doorzichten naar het achterliggende agrarisch gebied, zoals voorzien in het in opmaak zijnde RUP ‘Dorpsversterking Berendrecht-Zandvliet’.
Dit wordt aangepast in artikel 3.3.A. en 3.3.C. van de verkavelingsvoorschriften.
Ook de kroonlijsthoogte van de bijgebouwen dient zich te beperken tot een maximum hoogte van 2,5 m en een nokhoogte van 3 m.
Dit wordt aangepast in artikel 3.3.C. van de verkavelingsvoorschriften.
Visueel-vormelijke elementen
De gevelmaterialen van het hoofdgebouw dienen conform artikel 6 van de bouwcode in harmonie te zijn met de omgeving. De voorgevels in de straat zijn overwegend afgewerkt met metselwerk. In de voorschriften van de verkavelingsaanvraag wordt gevelmetselwerk opgelegd als gevelmateriaal.
Dit wordt aangevuld in artikel 2.7. van de verkavelingsvoorschriften.
Om een eenheid in bebouwing van de gekoppelde woningen te bekomen wordt de dakvorm beperkt tot een zadeldak met een helling van 45°. Daarenboven dient het dakmateriaal en de kleur per 2 gekoppelde woningen gelijk te zijn.
Dit wordt aangepast in artikel 2.5. en 2.7. van de verkavelingsvoorschriften.
Draadafsluitingen dienen doorzichtig te zijn omwille van het doorzicht naar het achterliggend agrarisch gebied.
Dit wordt aangepast in artikel 3.4.A. van de verkavelingsvoorschriften.
De afsluitingen in de voortuinstrook dienen te voldoen aan artikel 19 ‘Tuinafsluitingen’ van de bouwcode. Een afsluiting in de voortuinstrook mag dus niet hoger zijn dan 1 m, ongeacht het materiaal.
Dit wordt aangepast in artikel 3.4.B. van de verkavelingsvoorschriften.
Bodemreliëf
Het gaat om een nagenoeg vlak terrein. Reliëfwijzigingen zijn enkel toegelaten om de bestaande niveauverschillen met de (openbare) wegenis op te heffen of te verkleinen of voor het bouwen van een eventuele kelderverdieping.
Het advies van de dienst Integraal Waterbeleid luidt als volgt:
“Geen bezwaar aangezien de verkaveling op zich geen negatieve effecten op het watersysteem met zich meebrengt. Voor de uiteindelijke bebouwing zal per perceel een nieuwe aanvraag ingediend worden en zal de watertoets per perceel geëvalueerd worden.”
Het vellen van de bomen op lot 3 en 4 van de verkavelingsaanvraag wordt uitgesloten van deze vergunning en dient later beoordeeld te worden bij het aanvragen van een omgevingsvergunning voor de woningen op lot 3 en lot 4.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van zowel Proximus, Fluvius als Aquafin is voorwaardelijk gunstig.
De voorwaarden worden mee opgenomen als voorwaarden bij het verlenen van deze verkavelingsvergunning.
Mobiliteitsimpact
De gekoppelde woningen dienen te voldoen aan artikel 29 ‘Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen’ en artikel 30 ‘Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen’ van de bouwcode.
In de aanvraag wordt in artikel 2.1. een voorgevelbreedte van minimum 6 m en maximum 8 m toegelaten. Indien een gevelbreedte van 8 m gerealiseerd wordt, dient er verplicht een inpandige garage voorzien te worden en is parkeren in de zijtuinstrook niet toegelaten. Dit in functie van de doorzichten naar het achterliggende agrarisch gebied.
In de aanvraag wordt zowel in artikel 1.6. als 2.11. en 3.2.C een carport toegelaten in de zijtuinstrook. Gelet op het feit dat een carport niet kenmerkend is in de straat en directe omgeving, en dat een dergelijke constructie het doorzicht naar het achterliggende agrarische gebied belemmert, is het voorzien van een carport niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Er kan tot op een diepte van 9 m achter de voorgevellijn een open parkeerplaats op waterdoorlatende verharding voorzien worden indien de voorgevelbreedte kleiner is dan 8 m.
Verder mogen enkel de strikt noodzakelijke toegangen verhard worden:
- paden palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximum breedte van 1,50 m;
- opritten naar een vergunde garage en naar vergunde autostaanplaatsen met een maximum breedte van 3 m;
- de ruimte voor het stallen van een voertuig indien noodzakelijk voor het realiseren van de parkeernorm en indien deze het groene karakter van de tuinzone voldoende waarborgt.
Dit wordt aangepast in artikel 1.6., 2.11., 3.2.A. en 3.2.C. van de verkavelingsvoorschriften.
Algemene aspecten betreffende het milieu
Het advies van de dienst Milieu luidt als volgt:
“De aanvraag betreft het verkavelen van een grondperceel aan de Kalmthoutsebaan 31 in Zandvliet. Het perceel wordt in 4 loten verkaveld en bestemd voor gekoppelde bebouwing. Vanuit milieuoogpunt zijn er geen bezwaren.”
Advies aan het college
Aan het college wordt voorgesteld om de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde voorwaarden
1. De bijgevoegde stedenbouwkundige voorschriften dienen strikt toegepast te worden. Ze worden evenwel met volgende bepalingen gewijzigd en/of aangevuld:
Enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden:
Enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden:
De tuin dient zoveel mogelijk groen en onverhard gehouden te worden. Verharding in de tuin wordt beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een pad, een terras of tuinhuis, met een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte.
De tuin dient zoveel mogelijk groen en onverhard gehouden te worden. Verharding in de tuin wordt beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een pad, een terras of tuinhuis, met een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte.
- kroonlijsthoogte: maximum 2,5 m;
- nokhoogte: maximum 3 m.
2. de voorwaarden opgelegd in het advies van Aquafin moeten strikt worden nageleefd;
3. de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius moeten strikt worden nageleefd;
4. de voorwaarden opgelegd in het advies van Proximus moeten strikt worden nageleefd.
Lasten
Vooraleer onderhavige verkavelingsvergunning kan worden uitgevoerd dient de verkavelaar aan volgende lasten te voldoen:
1. de verkavelaar dient er zelf voor te zorgen dat de nodige leidingen voor gas-, water-, elektriciteits-, kabeltelevisie- en fm-distributie aanwezig zijn, zodanig dat alle individuele kavels van voormelde verkaveling zonder uitbreiding van het distributienet op dat net aangesloten kunnen worden.
Indien voor de realisatie van de verkaveling uitbreiding of aanpassing van één of meer distributienetten noodzakelijk is, zal hij hiervoor alle kosten en waarborgen dragen.
Hij zal voor dit alles contact opnemen met de maatschappijen die voor de distributie instaan en zich volgens hun richtlijnen gedragen, ook wat een eventuele eigendomstoewijzing van de leidingen betreft na hun realisatie.
De verkavelaar dient in de onderhandse en authentieke akten betreffende de verkoop van percelen in de verkaveling melding te maken of te laten maken van het feit dat de nodige leidingen voor de aansluiting van de betrokken percelen op de verschillende distributienetten zijn aangebracht, of dat deze leidingen nog dienen aangebracht en dat geen stedenbouwkundige vergunning zal verleend worden dan nadat deze leidingen effectief zijn aangebracht of dat de borg hiervoor is betaald;
Dit houdt in dat zolang aan deze lastvoorwaarden niet voldaan is, de verkavelaar niet kan overgaan tot de uitvoering van de verkregen verkavelingsvergunning en tot de verkoop van de kavels in de zin van artikel 4.2.16 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Uitsluitingen
Het vellen van de bomen op lot 3 en 4 van de verkavelingsaanvraag wordt uitgesloten van deze vergunning.
Standpunt college
Het college sluit zich grotendeels aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert om het voorschrift wat betreft de verharding in de zijtuinstrook (artikel 3.2A.) aan te vullen met de mogelijkheid een open parkeerplaats te voorzien in waterdoorlatende materialen tot op een diepte van 9 m achter de voorgevellijn wanneer de voorgevelbreedte kleiner is dan 8 m, carports zijn niet toegelaten.
Dit houdt in dat bij woningen met een gevelbreedte van minstens 8 meter, de garage inpandig voorzien zou moeten worden. Het college acht het echter wenselijk om aan de aanvrager zelf de keuze te laten om te voorzien in een inpandige dan wel open parkeerplaats, wanneer de gevel breder is dan 8 meter.
Het college geeft de opdracht aan de gemeentelijke omgevingsambtenaar om de verkavelingsvoorschriften in deze zin nog aan te passen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 juni 2020 |
Volledig- en ontvankelijk | 29 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | 8 juli 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 6 augustus 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 oktober 2020 |
Verslag GOA | 25 september 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
8 juli 2020 | 6 augustus 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren , die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Voorwaarden
1. De bijgevoegde stedenbouwkundige voorschriften dienen strikt toegepast te worden. Ze worden evenwel met volgende bepalingen gewijzigd en/of aangevuld:
Enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden:
Enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden:
De tuin dient zoveel mogelijk groen en onverhard gehouden te worden. Verharding in de tuin wordt beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een pad, een terras of tuinhuis, met een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte.
De tuin dient zoveel mogelijk groen en onverhard gehouden te worden. Verharding in de tuin wordt beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een pad, een terras of tuinhuis, met een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte.
- kroonlijsthoogte: maximum 2,5 m;
- nokhoogte: maximum 3 m.
2. de voorwaarden opgelegd in het advies van Aquafin moeten strikt worden nageleefd;
3. de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius moeten strikt worden nageleefd;
4. de voorwaarden opgelegd in het advies van Proximus moeten strikt worden nageleefd.
Lasten
Vooraleer onderhavige verkavelingsvergunning kan worden uitgevoerd dient de verkavelaar aan volgende lasten te voldoen:
1. de verkavelaar dient er zelf voor te zorgen dat de nodige leidingen voor gas-, water-, elektriciteits-, kabeltelevisie- en fm-distributie aanwezig zijn, zodanig dat alle individuele kavels van voormelde verkaveling zonder uitbreiding van het distributienet op dat net aangesloten kunnen worden.
Indien voor de realisatie van de verkaveling uitbreiding of aanpassing van één of meer distributienetten noodzakelijk is, zal hij hiervoor alle kosten en waarborgen dragen.
Hij zal voor dit alles contact opnemen met de maatschappijen die voor de distributie instaan en zich volgens hun richtlijnen gedragen, ook wat een eventuele eigendomstoewijzing van de leidingen betreft na hun realisatie.
De verkavelaar dient in de onderhandse en authentieke akten betreffende de verkoop van percelen in de verkaveling melding te maken of te laten maken van het feit dat de nodige leidingen voor de aansluiting van de betrokken percelen op de verschillende distributienetten zijn aangebracht, of dat deze leidingen nog dienen aangebracht en dat geen stedenbouwkundige vergunning zal verleend worden dan nadat deze leidingen effectief zijn aangebracht of dat de borg hiervoor is betaald;
Dit houdt in dat zolang aan deze lastvoorwaarden niet voldaan is, de verkavelaar niet kan overgaan tot de uitvoering van de verkregen verkavelingsvergunning en tot de verkoop van de kavels in de zin van artikel 4.2.16 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Uitsluitingen
Het vellen van de bomen op lot 3 en 4 van de verkavelingsaanvraag wordt uitgesloten van deze vergunning.
Het college beslist de bijgevoegde plannen goed te keuren.