Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020092608 |
Gegevens van de aanvrager: | Evi en Wim Vanhoutte - Bouchery met als adres Robijnstraat 10 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Karel Coggestraat ZN te 2600 Berchem |
Kadastrale gegevens: | afdeling 21 sectie A nrs. 288W2 en 288K2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/12/2019: vergunning voor verkaveling (201916) voor het opdelen van een terrein in 2 loten voor woningbouw;
- 07/02/2020: weigering (20193098) voor het bouwen van een eengezinswoning in de rij lot 1;
- 03/07/2020: vergunning (2020991): voor het bouwen van een eengezinswoning.
Vergunde/vergund geachte toestand:
- Inrichting: perceel voor eengezinswoning in gesloten bebouwing..
Huidige toestand
- Inrichting: braakliggend perceel.
Gewenste toestand
- eengezinswoning met 4 slaapkamers met een netto vloeroppervlakte van circa 200m²;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een eengezinswoning;
- Slopen van constructies in de tuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 14 augustus 2020 | 23 september 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 14 augustus 2020 | 18 augustus 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 14 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 9/14 De Veldekens, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 31 oktober 1989. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone a voor eengezinswoningen.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling OVV/S14/, goedgekeurd op 20 december 2019, meer bepaald in lot(en) 1.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg nr.9/14 De Veldekens op volgende punten:
- Zone A voor woningen:
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend punt:
- Artikel 2.1.3: Bouwvolume:
- Artikel 2.1.4: Verschijningsvorm:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
-
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Eengezinswoningen zijn kenmerkend aan deze zijde van de Karel Coggestraat. De voorziene eengezinswoning is bijgevolg aanvaardbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Er wordt opgemerkt dat het hellende dak doorgetrokken wordt tot een bouwdiepte van 11,6 zodat een trap en vide boven de keuken gerealiseerd kan worden. Door het doortrekken van het dak wordt in de voorliggende aanvraag een profiel voorzien dat het maximaal te realiseren bouwprofiel uit de verkaveling (identiek aan dat van de linkerbuur) overschrijdt. Het voorzien van een hellend dak over meer dan één verdieping is niet in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.
Er kan echter in een vergunning op basis van artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
De afwijkende dakvorm is ruimtelijk aanvaardbaar ten opzichte van de bebouwing van de linkerbuur. Bij de linkerbuur zou een uitbreiding van de eerste verdieping tot een bouwdiepte van 13 meter aanvaardbaar zijn, om dit niet te hypothekeren en omwille van een logische aansluiting wordt de scheidingsmuur hier over de volledige eerste verdieping doorgetrokken. Ter hoogte van de rechterbuur wordt het hellende dak niet doorgetrokken zodat het voorgeschreven profiel gevolgd kan worden en er geen hinder op vlak van bezonning ontstaat voor de rechterbuur.
De voorgestelde bouwdieptes zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening en kunnen gunstig geadviseerd worden. Tot slot worden achteraan het perceel twee constructies gesloopt. Hierdoor ontstaat een grotere tuin-zone wat gunstig te adviseren is.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt voorzien in een vormentaal die niet afwijkend is van de kenmerkende vormentaal en is bijgevolg aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot
De woning voldoet aan alle normen omtrent actueel gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de voorwaarden in het advies van Aquafin strikt na te leven;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 14 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | 22 augustus 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 20 september 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 november 2020 |
Verslag GOA | 10 november 2020 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
22 augustus 2020 | 20 september 2020 | 0 | 0 | 0 | 2 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de procedure van het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:
1. De bezwaarschrijver vermeld dat de werken reeds gestart zijn en dat de funderingswerken reeds voltooid zijn:
Beoordeling: Het is mogelijk dat de werken reeds in september gestart zijn. Er werd namelijk op 3/07/2020 een voorwaardelijk gunstige vergunning afgeleverd voor de bouw van een eengezinswoning het perceel. Het bezwaar is ongegrond.
2. De bezwaarschrijver merkt op dat er ondertussen ook een bouwput voorzien is voor de realisatie van een zwembad van ongeveer 4x8 meter. Dit is echter niet ingetekend op de plannen van de vergunningsaanvraag. Dit zwembad zou volgens de bezwaarschrijver op een afstand van 50cm tegenover de perceelsgrens ingepland worden:
Beoordeling: De aanleg van een niet–overdekte constructie (zwembad) kan vrijgesteld zijn van vergunning tot maximaal 80 vierkante meter per goed in de zijtuin en achtertuin. Reeds bestaande niet-overdekte constructies in zijtuin en achtertuin zoals opritten, tuinpaden, terrassen, siervijvers, zwembaden of zonnepanelen worden meegeteld bij de berekening van deze maximale oppervlakte. In de voorliggende aanvraag wordt in deze zone enkel een terras voorzien van 34 vierkante meter. In dit geval dient het zwembad wel binnen een straal van 30 meter van de woning en op een afstand van meer dan 1 meter tot de perceelsgrens te liggen. Uit de bijgevoegde foto’s kan niet afgeleid worden of het zwembad dichter dan 1 meter ten opzichte van de perceelsgrens geplaatst wordt. De vloerplaat voor een zwembad wordt vaak breder en langer uitgevoerd dan de afmetingen van het effectieve bad. Indien het zwembad toch dichter dan 1 meter tegen de perceelsgrens zou liggen dient hiervoor een omgevingsvergunning aangevraagd te worden. Tot slot stelt artikel 27 van de bouwcode dat 1/3 van de totale tuinoppervlakte verhard mag worden. In dit geval kan ongeveer 67m2 verharding voorzien worden waardoor een zwembad van ongeveer 3.75 x 8m gunstig geadviseerd kan worden.
Het bezwaar is deels gegrond.
3. De bezwaarschrijver vreest dat de warmtepomp van het zwembad veel geluid zal maken en dat een groot zwembad voor hinder zal zorgen in de rustige buurt:
De realisatie van het zwembad maakt geen deel uit van de aanvraag. Vanuit een goed nabuurschap is het echter evident dat overlast, van welke aard dan ook, steeds beperkt wordt. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de voorwaarden in het advies van Aquafin strikt na te leven;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.