Terug
Gepubliceerd op 23/11/2020

2020_CBS_09493 - Omgevingsvergunning - OMV_2020093058.Salaadweg zonder nummer (zn). District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/11/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_09493 - Omgevingsvergunning - OMV_2020093058.Salaadweg zonder nummer (zn). District Ekeren - Goedkeuring 2020_CBS_09493 - Omgevingsvergunning - OMV_2020093058.Salaadweg zonder nummer (zn). District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.   de gemeentelijke projecten;

2.   andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020093058

Gegevens van de aanvrager:

de heer Francois Hendrickx met als contactadres Merksemsebaan 298 te 2110 Wijnegem

Gegevens van de exploitant:

NV Colas Noord (0404206225) met als adres Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder

Ligging van het project:

Salaadweg zonder nummer (zn) te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 34 sectie E nr. 240D

Inrichtingsnummer:

20200710-0064 (Stapelterrein)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de tijdelijke opslag en het zeven van uitgegraven bodem

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     01/03/2005: vergunning (20043763) voor het aanleggen van een ondergrondse 150 kV-verbinding tussen de toekomstige uitbreiding van de 150 kV-post van Elia te Merksem en de toekomstige 150 kV-post van de NMBS aan de Noorderdokken.

 

Vergunde/geacht vergunde en huidige toestand

-     onbebouwd terrein.

 

Gewenste toestand

-     tijdelijke opslag van grond.

Inhoud van de aanvraag

 

-     tijdelijk stapelen van grond, afkomstig van de uitgravingen tijdens de infrastructuurwerken ter hoogte van de Prinshoeveweg;

-     voor een maximale periode van 16 maanden;

-     het hergebruiken van deze grond als opvulling, bij infrastructuurwerken in de nabijheid.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De exploitant wenst op een braakliggend terrein van circa 3.900 m² een Tussentijdse Opslagplaats voor uitgegraven bodem (TOP) in te richten.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

61.2.1°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo

met een capaciteit van 1.000 m³ tot en met 10.000 m³.

5.000 m³

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 5.61.2.§2 VL.II betreffende de aanwezigheid van een weegbrug. Motivatie: technische onmogelijkheid om een weegbrug te installeren.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De afwezigheid van een weegbrug geeft geen direct effect op het milieu. De grond wordt integraal terug gebruikt in de werfzone ter hoogte van de Prinshoeveweg.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

INFRABEL

14 augustus 2020

25 augustus 2020

Voorwaardelijk gunstig

Provincie Antwerpen

14 augustus 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-     Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-     Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-     Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

 

-     MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-     Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Voor het aspect gewijzigd overstromingsregime wordt verwezen naar het advies van de waterbeheerder.

 

-     Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-     Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag omvat het tijdelijk stapelen van grond voor een periode van 16 maanden. De grond zal opgeslagen worden om daarna als opvulgrond hergebruikt te worden tijdens de infrastructuurwerken. De aanvraag is stedenbouwkundig aanvaardbaar. In voorwaarde zal een tijdelijkheid van 2 jaar worden opgelegd.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid – bodemreliëf

 

Naar schaal en ruimtegebruik is de aanvraag stedenbouwkundig aanvaardbaar.

De aanvraag omvat het aanleggen van in totaal 4 hopen grond: 2 hopen rond die nog gezeefd moet worden en 2 hopen reeds gezeefde grond. Iedere zone is ongeveer 20 m lang en 12 m breed. De hoogte van iedere grondstapel bedraagt circa 8 m. De impact van de hopen grond zal beperkt zijn.

 

De grond is afkomstig van de uitgraving tijdens infrastructuurwerken ter hoogte van de Prinshoeveweg. De grond zal tijdelijk opgeslagen worden om daarna als opvulgrond hergebruikt te worden tijdens de infrastructuurwerken.

 

Het tijdelijk stapelen van de grond kadert in een streven naar een gesloten grondbalans met maximale recyclage en minimale transporten door vrachtwagens.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De aanvraag is stedenbouwkundig aanvaardbaar aangezien de geluids- en stofhinder naar de aanpalende beperkt zal zijn.

 

De aanvraag ligt aan de Salaadweg, op circa 50 m van de dichtstbijzijnde woning. De werken gebeuren hoofdzakelijk op weekdagen en tijdens de normale werkuren. Tevens wordt het geluid niet permanent geproduceerd. Enkel op het moment dat een vrachtwagen komt lossen of laden en tijdens de zeefwerkzaamheden zal er geluidsoverlast zijn.

Volgens de aanvrager zijn de werken afgerond voor de zomer van 2021. Normaal zijn herfst, winter en lente nattere en koudere periodes, waardoor het risico lager zal zijn. Echter zullen bij droger weer de grondhopen worden besproeid.

 

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar Infrabel. Zij geven gunstig advies met volgende motivatie:

 

“Ekeren NV Infrabel heeft geen bezwaar tegen de omgevingsvergunning van Colas Noord nv voor de tijdelijke opslag en het zeven van uitgegraven bodem in de Salaadweg, 2180 Ekeren. Voor het in bezetting nemen van het terrein dient de exploitant een contract af te sluiten met Infrabel, waarin Infrabel haar voorwaarden zal stellen. De exploitant heeft hiervoor reeds het initiatief genomen.”

 

Aangezien deze afspraken onderling worden geregeld, is het advies niet van stedenbouwkundige aard.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De bodem is afkomstig van een werf ter hoogte van de Prinshoeveweg, waar over een lengte van 500 meter nieuwe riolering en bestrating wordt aangelegd. De stapelplaats voor grond zal enkel gebruikt worden in functie van de werfzone in de Prinshoeveweg. De werkzaamheden zouden tegen de zomer 2021 afgerond moeten zijn. Nadat alle grond terug afgevoerd werd, dient het terrein in haar oorspronkelijke staat hersteld te worden.
Op het terrein worden vier hopen voorzien, afhankelijk van de kwaliteit en de ondergane bewerking. De bodem is niet verontreinigd en komt in aanmerking voor vrij gebruik in bodembestemmingstype I tot V (code 211) of vrij gebruik binnen de kadastrale werkzone (X11). De grond afkomstig van de werf wordt gezeefd om stenen en bodemvreemde materialen te verwijderen. Gezeefde en niet gezeefde grond worden gescheiden gehouden. Het zeven van de grond gebeurt met een mobiele zeefinstallatie, die op afroep ter plaatse komt. Er zal dus niet elke werkdag gezeefd worden. Afvalstoffen die ontstaan worden afgevoerd naar een erkende verwerker. Bij droog weer stelt de exploitant voor om de grondhopen te besproeien. Hiervoor zou een tractor met watertank ter plaatse komen.
 

Tijdens het zeven in droge periodes ontstaat een risico op stofhinder. Bij droog en winderig weer kan fijn zand en stof weggeblazen worden van de grondhopen. Op circa 50 meter ten noordoosten van de gevraagde opslagzone start de tuin van een particulier. Wanneer stofvorming optreedt, bestaat het risico op overlast. Om de stofhinder te beperken, wordt voorgesteld in bijzondere voorwaarden op te leggen dat bij droog en winderig weer de grondhopen voldoende bevochtigd moeten worden en dat zeven indien mogelijk uitgesteld wordt. Daarnaast dienen de hopen in periodes van relatieve inactiviteit (weekend, verlofperiodes) afgedekt te worden met verankerde zeilen. Tenslotte wordt gevraagd rond de TOP een aaneengesloten hekwerk te voorzien en de hoogte van de grondhopen te beperken. De hekken dienen aan de zijde van de bewoning te worden voorzien van een duurzaam doekwerk, dat voor een visuele afscherming zal zorgen en mogelijk een deel van opwaaiend zand kan tegenhouden. De werkzaamheden zullen grotendeels uitgevoerd worden in de herfst, winter en lente. Normaal zijn dit relatief koudere en nattere periodes. De grondopslag en -bewerking en de mogelijke hinder ervan zijn tijdelijk van aard.

 

Transport

Tussen de werf en de stapelplaats zullen dagelijks transporten van grond plaatsvinden, maximaal 15 vrachten per dag. De aanvoer verloopt langs de Oude Landen tot aan de Salaadweg. Het af te leggen traject bedraagt circa 1,2 kilometer. Door de locatie van de TOP in de nabijheid van de werf moet de bodem geen langere trajecten door woongebied afleggen, dat zo voor extra (zwaar) verkeer zou zorgen in een ruimere omgeving. De TOP bevindt zich zo’n 100 meter in de doodlopende straat, die zeker voor zwaar vrachtverkeer, smal is. Het aantal woonhuizen en dus potentieel rechtstreeks gehinderden in de Salaadweg is eerder klein. Om de hinder afkomstig van het transport te beperken, wordt voorgesteld de transporten niet te laten doorgaan vóór 08.30 uur ’s morgens om zo ook interferenties met zwakke weggebruikers (scholieren) te beperken. De Salaadweg is aan weerszijden voorzien van een zachte berm. Er bestaat een risico dat deze door het zware transport beschadigd zal raken. Met de bevoegde stedelijke dienst moet een plaatsbeschrijving uitgevoerd worden in functie van een eventuele herstelling aan het openbaar domein. Daarnaast is er een reëel risico op verontreiniging van de openbare weg met zand of modder dat via de wielen van de vrachtwagens verspreid zal worden. De exploitant dient de openbare weg vrij te houden van vervuiling met zand en modder afkomstig van de aan- en afrijdende vrachtwagens. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan periodiek vegen met een veegmachine of andere evenwaardige oplossingen.
Ook voor de hinder als gevolg van het grondtransport geldt dat ze tijdelijk van aard is en in functie van een werk aan het openbaar domein.

 

Afwijking sectorale voorwaarde

Artikel 5.61.2.§2 van Vlarem II legt de installatie en het gebruik op van een geijkte weegbrug met automatische registratie. Aangezien alle aangevoerde grond integraal opnieuw aangewend zal worden in de werfzone, heeft de weegbrug weinig meerwaarde: de grondstroom is hier volledig gesloten. De TOP is tijdelijk van aard, zodat de kosten voor de installatie zeer hoog worden ten opzichte van het nut voor het leefmilieu. De site is tenslotte niet uitgerust met stroom, zodat ook hiervoor bijkomende voorzieningen getroffen moeten worden, bijvoorbeeld onder de vorm van een stroomgenerator. Het gebruik hiervan is steeds nadelig voor de omgeving (geluid, verbranding van mazout). Er is geen noodzaak een weegbrug te installeren.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden


Geldigheidsduur

 

1.   de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 2 jaar in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur. 

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden wordt het risico op en de mate van hinder als gevolg van de exploitatie als aanvaardbaar beoordeeld. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen, tot het einde van de werken aan de werf Prinshoeveweg.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

61.2.1°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo

met een capaciteit van 1.000 m³ tot en met 10.000 m³.

5.000 m³

 

Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Art. 5.61.2.§2 VL.II betreffende de aanwezigheid van een weegbrug. Motivatie: technische onmogelijkheid om een weegbrug te installeren.

 

Geadviseerd alternatief/aanvulling:

De afwezigheid van een weegbrug geeft geen direct effect op het milieu. De grond wordt integraal terug gebruikt in de werfzone t.h.v. de Prinshoeveweg.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

Bij droog en winderig weer worden de grondhopen voldoende bevochtigd om verspreiding van stof te vermijden.

2.

Bij droog en winderig weer wordt het zeven van de grond uitgesteld.

3.

De grondhopen worden in periodes van relatieve inactiviteit (weekend, verlofperiodes) afgedekt met verankerde zeilen.

4.

De hoogte van de grondhopen wordt maximaal beperkt in functie van de beschikbare oppervlakte.

5.

Rond de TOP wordt een aaneengesloten tijdelijk hekwerk voorzien van 200 cm hoog, dat aan de zijde van de bewoning voorzien is van een duurzaam doekwerk.

6.

De aan- en afvoer van grond is toegelaten vanaf 08.30 uur.

7.

Met de bevoegde stedelijke dienst moet een plaatsbeschrijving uitgevoerd worden in functie van een eventuele herstelling aan het openbaar domein. De exploitant neemt hiervoor zelf contact op via sw_beheer_onderhoud_toezicht_wegen_noord@antwerpen.be.

8.

De exploitant dient de openbare weg vrij te houden van vervuiling met zand en modder afkomstig van de aan- en afrijdende vrachtwagens. 

9.

Nadat alle grond terug afgevoerd werd, dient het terrein in haar oorspronkelijke staat hersteld te worden.

10.

De exploitant wordt vrijgesteld van de verplichting de in artikel 5.61.2.§2 van Vlarem II gevraagde weegbrug te installeren.

11.

De aanvrager meldt uiterlijk op de eerste dag van de start der werken via milieuvergunningen@antwerpen.be dat de werken opgestart werden.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 juli 2020

Volledig en ontvankelijk

14 augustus 2020

Start openbaar onderzoek

24 augustus 2020

Einde openbaar onderzoek

22 september 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 november 2020

Verslag GOA

4 november 2020

naam GOA

Katrine Leemans en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 augustus 2020

22 september 2020

2

0

1

1

 

Bespreking van de bezwaren

1.   Geluidsoverlast: De exploitatie van de TOP zal zorgen voor geluid van de grondzeefmachine, vrachtwagens en kranen. Hierdoor kan ik niet meer rustig werken in mijn tuin. Dit komt bovenop de werken die al werden uitgevoerd voor de aanleg van de TGV.

Beoordeling: 

Het bezwaar is deels gegrond. Het aan- en afrijden van de vrachtwagens en het gebruik van de zeefinstallatie kan voor geluidshinder zorgen. Het geluid wordt niet permanent geproduceerd. Enkel op het moment dat een vrachtwagen komt lossen of laden en tijdens de zeefwerkzaamheden zal er geluidsoverlast zijn. Door de ligging dicht bij de werf worden langere transporten vermeden en zo ook de hinder beperkt. Er zal enkel gewerkt worden op weekdagen en tijdens de normale werkuren. Eventueel in het verleden al ondervonden hinder van andere werken hebben geen betrekking op deze aanvraag. Het risico op het ontstaan van geluidshinder wordt onderkend, maar gelet op het tijdelijk karakter van de inrichting en als voorwaarden verbonden aan de vergunning worden nageleefd, wordt deze als aanvaardbaar beoordeeld.

 

2.   Stofhinder, schade technische installaties: De exploitatie van de TOP zal zorgen voor stofhinder. Hierdoor wordt het genot van gebruik van tuin ontnomen en wordt gevreesd voor schade aan technische installatie (ventilatie en zonnepanelen).

Beoordeling: 

Het bezwaar is gegrond. Zeker in periodes van langdurige droogte en winderig weer is er een verhoogd risico op stofhinder. De nabijgelegen woningen en tuinen kunnen hier overlast van ondervinden. De exploitant stelt voor de grondhopen te besproeien in periodes van droogte. De werken zijn volgens de exploitant afgerond voor de zomer 2021. Normaal zijn herfst, winter en lente nattere en koudere periodes, waardoor het risico lager zal zijn.

Bijkomende voorwaarden worden voorgesteld om de hinder te beperken.

 

3.   Stofhinder: De exploitatie van de TOP zal zorgen voor stofhinder

Beoordeling: 

Het bezwaar is gegrond, met name omdat de site van de TOP onverhard is. Echter de grond moet hoe dan ook vervoerd worden van de werf naar een opslagplaats. De aan- en afvoer van grond met vrachtwagens zal de openbare weg, zeker in de nattere periodes, bevuilen. Een zekere mate van verontreiniging bij dergelijke werkzaamheden is moeilijk te vermijden. Bijzondere voorwaarden worden opgelegd om tegemoet te komen aan het bezwaar.

 

4.   Alternatieve locaties: Verschillende alternatieve locaties worden naar voor geschoven die geschikter zijn voor het aangevraagde project.

Beoordeling: 

Het bezwaar is ongegrond. Naar aanleiding van deze aanvraag kan enkel een beoordeling gebeuren van het voorgestelde project. De voor- en nadelen van andere locaties worden niet mee in beschouwing genomen.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-     de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-     het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden


Geldigheidsduur

 

1.   de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 2 jaar in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur. 

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

Bij droog en winderig weer worden de grondhopen voldoende bevochtigd om verspreiding van stof te vermijden.

2.

Bij droog en winderig weer wordt het zeven van de grond uitgesteld.

3.

De grondhopen worden in periodes van relatieve inactiviteit (weekend, verlofperiodes) afgedekt met verankerde zeilen.

4.

De hoogte van de grondhopen wordt maximaal beperkt in functie van de beschikbare oppervlakte.

5.

Rond de TOP wordt een aaneengesloten tijdelijk hekwerk voorzien van 200 cm hoog, dat aan de zijde van de bewoning voorzien is van een duurzaam doekwerk.

6.

De aan- en afvoer van grond is toegelaten vanaf 08.30 uur.

7.

Met de bevoegde stedelijke dienst moet een plaatsbeschrijving uitgevoerd worden in functie van een eventuele herstelling aan het openbaar domein. De exploitant neemt hiervoor zelf contact op via sw_beheer_onderhoud_toezicht_wegen_noord@antwerpen.be.

8.

De exploitant dient de openbare weg vrij te houden van vervuiling met zand en modder afkomstig van de aan- en afrijdende vrachtwagens. 

9.

Nadat alle grond terug afgevoerd werd, dient het terrein in haar oorspronkelijke staat hersteld te worden.

10.

De exploitant wordt vrijgesteld van de verplichting de in artikel 5.61.2.§2 van Vlarem II gevraagde weegbrug te installeren.

11.

De aanvrager meldt uiterlijk op de eerste dag van de start der werken via milieuvergunningen@antwerpen.be dat de werken opgestart werden.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

61.2.1°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo

met een capaciteit van 1.000 m³ tot en met 10.000 m³;

5.000 m³ 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 2 jaar.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.