Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020103916 |
Gegevens van de aanvrager: | Frédéric Staquet met als adres Aalmoezenierstraat 66 bus c01 te 2000 Antwerpen en mevrouw Laurence Willems met als adres Wilgenlaan 53 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Groenenborgerlaan 17 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 42 sectie B nr. 61D4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | gelijkvloersappartement omvormen tot Pilatesstudio |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 15/05/2020: vergunning (2020732) voor het plaatsen van terrassen aan de voorgevel;
- 16/11/1959: toelating (238#10567) voor het bouwen van een woonhuis.
Vergunde en huidige toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- Het omvormen van het gelijkvloerse appartement tot een pilatesstudio.
- Het omvormen van de garage tot de inkomruimte van de pilatesstudio.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 24 september 2020 | 23 oktober 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 24 september 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 24 september 2020 | 28 september 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 24 september 2020 | 28 september 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Artikel 12: er is geen vrije draairuimte voor de inkomdeur van de pilatesstudio;
Artikel 14: er is geen vrije doorgang van minstens 150 cm ter hoogte van het looppad naar de inkomdeur;
Artikel 18: er is een niveauverschil van meer dan twee cm ter hoogte van de inkomdeur.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op het volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Artikel 27: Bij nieuwbouw, herbouw, bij functiewijziging of bij toename van de bebouwde grondoppervlakte moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd zijn. Het gaat hier om een kleiner hoekperceel dat momenteel ook bebouwd is en een kleine koer heeft. Voor een ontpitting dienen er ook op de verdiepingen ingrepen te gebeuren. Bijgevolg kan er met behulp van artikel 3, een afwijking op artikel 27 van de bouwcode worden toegestaan.
Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten zoals opritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter per autostaanplaats.
Het betreft hier een bestaande oprit naar de vroegere garage. Het behoud van deze oprit biedt de mogelijkheid om een autostalplaats op eigen terrein te realiseren. Met behulp van artikel 3, wordt er een afwijking op artikel 27 van de bouwcode toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
Het appartement op het gelijkvloers (inclusief inpandige garage) wordt omgevormd tot een Pilatesstudio. De Pilatesstudio is functioneel inpasbaar in deze omgeving. Het ligt in een zone met diverse activiteiten.
Dit wordt ook bevestigd door de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Ondernemen en Innovatie.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De Pilatesstudio wordt voorzien binnen het bestaande volume. De twee hoger gelegen appartementen blijven behouden. De toegang tot de pilatesstudio wordt gescheiden van de toegang naar de appartementen wat het comfort van de bewoners op de verdiepingen garandeert. De aanvraag is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De garagepoort wordt vervangen door een raam met schrijnwerk in kunststof (kleur niet gekend).
In voorwaarde bij de vergunning wordt opgenomen om het schrijnwerk van het nieuwe raam in eenzelfde kleurstelling en materiaal en aldus in harmonie met de architectuur van het gebouw uit te voeren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wordt tevens beoordeeld op basis van de Gewestelijke Verordening Toegankelijkheid. Door het voorzien van twee autostaanplaatsen op de oprit is er geen vrije draairuimte (artikel 12) voor de inkomdeur. Er is ook geen vrije doorgang van minstens 150 cm ter hoogte van het looppad naar de inkomdeur van de pilatesstudio (artikel 14).
Aan voormelde strijdigheden kan worden verholpen door slechts 1 parkeerplaats op de oprit te voorzien. Om de veiligheid van de inkom van de woningen te garanderen, moet een groen volume aangelegd worden om de parkeer zone van het pad naar de voordeur te scheiden. Dit wordt alle twee in voorwaarden opgenomen en weergegeven op de plannen “rode aanduiding” die bij de vergunning worden gevoegd.
Tot slot is er een niveauverschil van meer dan twee cm ter hoogte van de inkomdeur tot de pilatesstudio (artikel 18). In voorwaarde wordt dus ook opgenomen om de inkom drempelloos te voorzien.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De pilatesstudio krijgt een nieuwe, aparte, ingang via de vroegere garage. In de pilatesstudio zijn er maximaal 5 personen gelijktijdig aanwezig. 5 x 50% modal split = 2,5 afgerond 3 plaatsen De werkelijke parkeerbehoefte is 3 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Er worden 2 parkeerplaatsen in de voortuin achter elkaar voorzien. De stedelijke dienst Mobiliteit gaat uitzonderlijk akkoord om twee plaatsen achter elkaar te voorzien op de huidige oprit naar de garage. De studio is in een woonerf gelegen en daar mag er enkel in de aangeduide vakken gestaan worden. Voor het gebruik van de twee plaatsen achter elkaar gaan we er dan vanuit dat de eigenaar eerst komt en zich diep parkeert. De eigenaar zal ook pas laatst vertrekken, waardoor er een plaats blijft voor de klanten achter de wagen van de eigenaar op het eigen terrein (dit dient wel duidelijk aangegeven te worden). Vanuit stedenbouwkundig oogpunt sluiten we ons niet aan bij voormeld advies. Door het voorzien van 2 parkeerplaatsen achter elkaar wordt de toegankelijkheid tot de pilatesstudio ernstig belemmerd of zal er deels op het voetpad geparkeerd worden. In voorwaarde wordt opgenomen om slechts 1 autostaanplaats te voorzien op de bestaande oprit.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
De nieuwe fietsparkeerbehoefte moet op het geheel en op maat bepaald worden (sportcomplexen). Voor vijf aanwezigen komt dit neer op twee fietsparkeerplaatsen.
Wanneer de lesgever met de fiets komt, moet deze inpandig of afgesloten en overdekt weggezet kunnen worden. Klanten zijn er kortstondiger en daarvoor hoeven de fietsparkeerplaatsen niet afgesloten/overdekt voorzien te worden, wel moet er een stallingssysteem gebruikt worden waarbij het kader van de fiets vastgemaakt kan worden. Eén nietje of fietsbeugel in de tuin volstaat.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt sluiten wij ons gedeeltelijk aan bij het advies omtrent de fietsvoorzieningen.
In voorwaarde wordt opgenomen om een fietsenbeugel of nietje te voorzien voor twee fietsparkeerplaatsen in de reeds verharde zone links voor de inkomdeur van de pilatesstudio en een inpandige fietsstalplaats voor personeel te voorzien. De fietsenstalling in de voortuin wordt uitgesloten uit vergunning. (aangeduid in het rood op het grondplan niveau 0 nieuwe toestand en het inplantingsplan nieuwe toestand). Op deze manier blijft het groene karakter van de voortuin gegarandeerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Gelet op de zeer ruime en groene voortuin is het mogelijk een 2de parkeerplaats te voorzien rechts van de bestaande oprit en het pad naar de voordeur. Bij de (her)aanleg ervan moet rekening gehouden worden met het groene karakter van de voortuin.
Concreet wordt dit dus, gezien van de linkerperceelgrens naar rechts: autostalplaats 2,5m breed in waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal, pad 1,8m breed naar inkom pilatesstudio en appartementen, autostalplaats 2,5m in waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal.
Er wordt opgemerkt dat hiervoor een openbare verlichtingspaal moet worden verplaatst. Hiervoor kan contact worden opgenomen met de bevoegde stadsdiensten. De OV-paal kan uitgelijnd worden met de verkeerspaaltjes.
De parkeerparagraaf wordt dan:
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen. |
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaats. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. |
Er zijn 2 parkeerplaatsen te voorzien in de voortuin naast elkaar. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 2 september 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 24 september 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 23 november 2020 |
Verslag GOA | 28 oktober 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.