Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020078775 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Jan Groven met als adres Isenbaertlei 6 te 2930 Brasschaat |
Ligging van het project: | Kruidenlaan 54 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 35 sectie F nr. 206C4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en omvormen van handelspand naar meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/06/1966: vergunning (803#6080) voor het bouwen van autoboxen;
- 28/08/1963: vergunning (803#5080) voor het bouwen van een winkelhuis.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- in overeenstemming met vergunde toestand, afgezien van:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- omvormen van handelsgelijkvloers naar bijkomende woongelegenheid, inclusief het verbouwen van de vitrine naar 1 deur- en 2 raamopeningen;
- mee in het beschermd volume opnemen van het inpandige terras op de 1ste verdieping en het aanleggen van een dakterras op het platte dak van de achterbouw;
- maken van nieuwe raamopeningen in zijgevel en het wijzigen van raamopeningen in de achtergevel;
- ontharden van voortuin, met behoud van een oprit;
- inrichten van een achtertuin, van circa 57 m², bij de nieuwe woongelegenheid;
- behoud van verharding in zijtuin en een rijweg van 7 m breed in achtertuin in functie van de vergunde garageboxen;
- bouwen van fietsenberging voor 6 fietsen op linker perceelgrens, aansluitend aan de bestaande rijweg.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 20 augustus 2020 | 7 september 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 20 augustus 2020 | 7 september 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Provincie Antwerpen | 20 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 20 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 20 augustus 2020 | 21 augustus 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 20 augustus 2020 | 7 september 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer II overdrukt is.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 17C De Bist, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 15 juli 1997. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: strook voor binnenplaatsen en tuinen-1, strook voor hoofdgebouwen-1 en voortuinstrook.
(Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:
- artikel 0.04.3 – Algemeen geldige voorschriften – uitsprongen uit het gevelvlak van een hoofdgebouw: 3.1.3 uit de achtergevel: terrassen, balkons: uitsprong uit het voorziene profiel = maximum 2,00 m op minimum 2,00 m afstand van elke perceelgrens. De maximale bouwdiepte voor voorliggend goed is bepaald op 13 m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn. Het aangevraagde dakterras reikt tot 16,10 m diepte en tot op slechts 1,90 m van de linker perceelgrens;
- artikel 1.1.3.4 – Strook voor binnenplaatsen en tuinen – welstand van de gebouwen:
gevels van gebouwen, niet zichtbaar vanaf de openbare weg, dienen te worden voorzien in baksteen – de gevels van de fietsenberging worden hier afgewerkt met een houten gevelbekleding.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De breedte van de oprit in de voortuin wordt voorzien op 3,30 m en op het inplantingsplan staat vermeld dat er in de nieuw gecreëerde achtertuin, van slechts ± 57 m², een terras zal worden aangelegd; de oppervlakte van dit nieuwe terras wordt echter niet vermeld;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project is gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied, maar gelet op het feit dat er sprake is van een vermindering van de verharde oppervlakte, kan er in alle redelijkheid geoordeeld worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van een aantal van de geldende voorschriften, zowel van Bijzonder Plan van Aanleg als van Antwerpse bouwcode, en voor een aantal daarvan kunnen in het eindadvies voorwaarden worden opgenomen om het project bij uitvoering alsnog aan betreffende artikels te laten voldoen.
Voor één specifiek aspect is dat echter niet het geval, met name de gevels van de fietsenstalplaats. Er kan echter worden toegelaten dat die gevels worden afgewerkt met een houten beplanking, in natuurkleur. De omvang van vermelde berging is van zodanig beperkte aard en de inplanting ervan is voor nagenoeg niemand zichtbaar, terwijl dit soort van materiaal zonder meer aanvaardbaar is voor dit type van constructie. Er wordt dan ook geadviseerd hiervoor de afwijking als dusdanig te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt het omvormen van een handelspand met woning tot meergezinswoning met 2 wooneenheden en gelet op de overeenstemming van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde Bijzonder Plan van Aanleg is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De enige wijziging in volumetrie betreft de nieuw op te trekken fietsenberging achteraan in de tuinzone. De omvang hiervan is zodanig beperkt dat er geen nadelige impact van te verwachten valt, noch voor de aanpalers, noch voor de bewoners van de nieuwe unit of de gebruikers van de garages.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe materialen, rode gevelsteen en wit schrijnwerk voor het hoofdgebouw en houten beplanking voor de fietsenstalplaats, zijn grotendeels in overeenstemming met de richtlijnen dienaangaande van het geldende Bijzonder Plan van Aanleg. Enkel de afwerking van de fietsenstalling wijkt af, maar dit werd hierboven reeds besproken en er werd geconcludeerd dat deze onregelmatigheid ruimtelijk en visueel aanvaardbaar is.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft de verbouwing van een handelswoning naar 2 appartementen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. In de bestaande toestand is er een handelsruimte op het gelijkvloers en 1 bovenliggende woning. Het gelijkvloers wordt verbouwd naar een bijkomend appartement.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. 1 bijkomende wooneenheid : parkeerbehoefte = 1.
De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er zijn 10 garageboxen op het perceel. Deze zijn niet toegewezen aan de huidige handelswoning op het terrein en worden ook niet gereserveerd voor de nieuwe woning. Er is geen uitbreiding van het aantal nuttige en vergunde plaatsen om aan de parkeerbehoefte te voldoen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
‘Dit perceel betreft een hoekperceel waarop de maximale bebouwingsgraad, ook in de tuinzone waar zich reeds garageboxen bevinden, volledig bereikt is. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de nieuwe scheidingsmuur ter hoogte van de op te trekken fietsenbergplaats dient te worden uitgevoerd in een massief materiaal en met een dikte van minimaal 18 cm;
3. de breedte van de oprit dient beperkt te worden tot maximaal 3 m en het terras bij de nieuwe gelijkvloerse wooneenheid dient in oppervlakte beperkt te worden tot maximaal 20 m²;
4. het nieuwe terras op de eerste verdieping dient beperkt te worden in diepte tot maximaal 15 m en dient aan de linkerzijde een minimale afstand van 2 m te respecteren tot de perceelsgrens. Betreffende zal in rode aantekeningen worden opgenomen op de vergunde plannen;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 20 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | 28 augustus 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 26 september 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 3 december 2020 |
Verslag GOA | 12 november 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
28 augustus 2020 | 26 september 2020 | 1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werd binnen de looptermijn van het openbaar onderzoek 1 digitaal bezwaarschrift ingediend, dat echter slechts melding maakt van het feit dat de bezwaarindiener geen bezwaar heeft tegen de aangevraagde werken maar louter op de hoogte zou willen gebracht worden van zodra alsnog ingrijpende wijzigingen zouden worden doorgevoerd.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de nieuwe scheidingsmuur ter hoogte van de op te trekken fietsenbergplaats dient te worden uitgevoerd in een massief materiaal en met een dikte van minimaal 18 cm;
3. de breedte van de oprit dient beperkt te worden tot maximaal 3 m en het terras bij de nieuwe gelijkvloerse wooneenheid dient in oppervlakte beperkt te worden tot maximaal 20 m²;
4. het nieuwe terras op de eerste verdieping dient beperkt te worden in diepte tot maximaal 15 m en dient aan de linkerzijde een minimale afstand van 2 m te respecteren tot de perceelsgrens. Betreffende zal in rode aantekeningen worden opgenomen op de vergunde plannen;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.