Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020009253 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Najat El Harrouti met als adres Rerum Novarumlaan 45 te 2170 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Rerum Novarumlaan 45 te 2170 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 41sectie B nr. 349C |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/09/2019: geschorste voorwaardelijke vergunning (20191063) voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning (geschorst door de Raad voor vergunningenbetwistingen door een arrest op 10/12/2019);
- 23/11/2018: proces-verbaal met stakingsbevel (11002_2018_8047_VPV) gelijkvloerse aanbouw zonder stedenbouwkundige vergunning.
Vergunde toestand
- eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen onder een hellend dak.
Huidige toestand
- eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen onder een hellend dak;
- de gelijkvloerse verdieping werd uitgebreid tot een bouwdiepte van 19,45 m.
Gewenste toestand
- eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen onder een hellend dak;
- de bouwdiepte van de gelijkvloerse verdieping bedraagt 17 m;
- de bouwdiepte van de 1ste verdieping blijft ongewijzigd op 8,69 m.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van een eengezinswoning:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat de uitbreiding van een woning en geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Rerum Novarumlaan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Op 19/09/2019 is een voorwaardelijke vergunning (dossiernummer: OMV_2019047193) verleend door de Deputatie. De uitbreiding betrof toen 19,45 m op de gelijkvloerse verdieping en op de eerste verdieping 14 m. De vergunning werd verleend met volgende argumentatie:
“De bestaande eengezinswoning is opgericht op de grens met het openbaar domein als een gesloten bebouwing. De woning heeft 2 bouwlagen onder een hellende dakvorm, met een kroonlijsthoogte op 7,17m en nokhoogte op 10,82m. De aanvraag wijzigt niets aan deze bestaande toestand. De aansluitingen op de naburige panden blijven eveneens ongewijzigd. Ter hoogte van de voorgevel blijven de belangrijkste harmonische kenmerken behouden.
Het links aanpalende perceel is op het gelijkvloers over een diepte van ca. 15,24m bebouwd, aan rechterzijde wordt een bouwdiepte van ca. 16,58m waargenomen. Aan dezelfde straatzijde wordt ter hoogte van huisnummer 39, op ca. 10,5m afstand van het aanvraagperceel, een bouwdiepte van ca. 17,5m waargenomen. Ter hoogte van huisnummer 37 en aan meerdere panden in oostelijke richting wordt frequenter een gelijkvloerse bouwdiepte van ca. 19m waargenomen.
Het verwijzen naar de bouwdieptes kan niet losgekoppeld worden van de perceeldieptes van de percelen in de omgeving. Het aanvraagperceel vormt namelijk de overgang van percelen met een eerder beperkte diepte (huisnrs. 53- 51- 49- 47) van ca. 25m, naar percelen (vanaf nr. 39 en verder richting hoek met Kasterveldenstraat) met een diepte van ca. 43m. De grotere bouwdieptes (19m) in de omgeving worden dan ook maar slechts waargenomen aan de aangehaalde diepere percelen. Het louter verwijzen hiernaar als referentie voor het aanvraagperceel zou de toestand op de naburige percelen en deze nabij de straathoek negeren.
Het aanvraagperceel heeft een diepte van 29,6m en vormt samen met nr. 43 geleidelijk de overgang naar de diepere percelen in oostelijke richting. Gelet op de omgevingscontext ter plaatse kan de planaanpassing van het college van burgemeester en schepenen bijgetreden worden, in de zin dat de gevraagde gelijkvloerse bouwdiepte beperkt dient te worden tot een bouwdiepte van 17m. Hierdoor ontstaat in verhouding nog een voldoende kwalitatieve tuinzone met een diepte van 12,6m tot aan de achterste perceelgrens en wordt er aangesloten op de toestand op de naburige percelen. De in rood aangebrachte planaanpassing van het college wordt overgenomen.
Op de verdiepingen liggen de achtergevels van het pand op het aanvraagperceel en de naburige percelen (nrs. 53 tot en met 43) gelijk op bouwdiepte van 8,69m. Ter hoogte van huisnr. 41 (5m afstand tot perceel), wordt een uitbouw tot een bouwdiepte van ca. 12m waargenomen. Vanaf nr. 33, op een afstand van ca. 27m van het aanvraagperceel, worden op de verdiepingen zeer frequent bouwdieptes van 14m en meer waargenomen. Ter hoogte van de De Biezen, waar ter plaatse de achtertuinen van de woningen aan de Rerum Novarumlaan rechtstreeks aan grenzen, worden op de verdiepingen eveneens bouwdieptes van 14m en dieper waargenomen. De deputatie oordeelt dat de gevraagde uitbreiding op de eerste verdieping voldoende aansluit bij het referentiebeeld van de omgeving en aldus voldaan wordt aan de bepalingen van arts. 6 en 11 van de bouwcode. Het betreffen ter plaatse veelal oudere kleinschalige woningen waarbij het eveneens wenselijk geacht wordt dat deze op termijn worden aangepast naar de hedendaagse kwaliteitsvereisten. Ongeacht de ligging nabij de straathoek ter plaatse oordeelt de deputatie dat de te verwachten hinder binnen de te verwachten stedelijke tolerantiemarge blijft (zie beoordeling goede ruimtelijke ordening).
….
Ter aanvulling op voorgaande wordt het hinderaspect verder omschreven. Mits de gelijkvloerse bouwdiepte beperkt wordt tot een bouwdiepte van 17m, cfr. het in rood aangepaste plan van het college, wordt voldoende aangesloten op het referentiebeeld van de omgeving en kunnen de te verwachten hinder en nadelen voldoende beperkt worden.
De gevraagde uitbreidingsdiepte op de verdieping wordt in de omgeving frequent waargenomen, dit zelfs ter hoogte van de rechtstreeks aangrenzende percelen aan de De Biezen.
Het gevoel van ingeslotenheid voor de woningen ter hoogte van de straathoek is reeds te wijten aan de bestaande omgevingstoestand. De woningen aan de Rerum Novarumlaan grenzen op de straathoek zelf aan een meergezinswoning met 3 bouwlagen onder een plat dak, verder worden de achtertuinen ingesloten door de verdere bebouwing aan de Biezen. De woning van de beroeper op huisnummer 53 grenst rechtstreeks aan de meergezinswoning op de straathoek en zal van deze bestaande toestand reeds de grootste hinder ondervinden. Gelet op aangehaalde toestand is het onredelijk te noemen dat de werken op de eerste verdieping van het aanvraagperceel, op ca. 16m afstand met 3 woningen ertussen, op significante wijze zal bijdragen aan het bestaande ingesloten gevoel.
Gezien de oostelijke oriëntatie van het aanvraagperceel zal er slechts in de vroege voormiddag sprake zijn van een toenemende schaduwhinder voor de aanpalende beroeper. De zon bevindt zich gedurende het belangrijkste deel van de dag aan de voorgevelzijde zodat de meeste hinder ondervonden zal worden van de eigen invulling van de woningen in de straatwand. De deputatie oordeelt bijgevolg dat de werken op de eerste verdieping slechts in beperkte mate zullen leiden tot een afname van licht en zicht voor het naburige perceel. Nogmaals dient verwezen te worden naar de bestaande stedelijke context en het feit dat de gevraagde uitbreiding in de directe omgeving waarneembaar is. Gezien de werken op de verdieping in harmonie zijn met de omgeving, kan worden aangenomen dat de te verwachte hinder niet overschreden wordt.
Eerder werd reeds aangehaald dat de omgevingsvergunning een zakelijk karakter heeft. Werken die uitgevoerd worden aan de scheimuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen. Het is de verantwoordelijkheid van de architect om de werken naar behoren op te volgen en van de aannemer op deze volgens de regels van de kunst uit te voeren. Het optreden van schade aan de naburige percelen kan hierdoor reeds vermeden worden.”
Echter, in voorliggende aanvraag wordt de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping teruggebracht tot 17 m, zoals opgelegd in de vorige vergunning. Op de eerste verdieping wordt de uitbreiding tot 14 m achteraan niet uitgevoerd, zodat de huidige bouwdiepte blijft behouden.
Omwille van de voorafgaande argumentatie van het college van de vergunning verleend door de Deputatie, is de gewenste bouwdiepte stedenbouwkundig aanvaardbaar. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De bakstenen voorgevel blijft behouden, enkel het schrijnwerk wijzigt naar donkerbruin PVC en de dakgoot naar grijze vezelcementplaten. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.
De achtergevel wordt afgewerkt met grijze gevelsteen en grijs PVC buitenschrijnwerk. Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein doordat ze aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan de gevelafwerking aanvaard worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 38 van de bouwcode. Het nieuwe platte dak van de gelijkvloerse uitbouw wordt niet aangelegd met een groendak. Echter is bij eengezinswoningen een groendak niet verplicht indien de dakwaterafvoer naar een hemelwaterput is voorzien. In de voorwaarden wordt opgenomen om een regenwaterput te plaatsen of een groendak aan te leggen conform artikel 38 van de bouwcode.
De ruimte onder het dak beschikt niet over een plafondhoogte van minimaal 2,6 m en dus biedt deze ruimte onvoldoende wooncomfort om te dienen als leefruimte. Echter wordt deze ruimte ingericht als zolder en voldoet dus de aanvraag aan artikel 21 van de bouwcode.
Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woning voldoende wooncomfort biedt.
Verder voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. een regenwaterput te plaatsen of een groendak aan te leggen conform artikel 38 van de bouwcode;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
27 januari 2020 |
Volledig- en ontvankelijk |
5 februari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 april 2020 |
Verslag GOA |
17 maart 2020 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. een regenwaterput te plaatsen of een groendak aan te leggen conform artikel 38 van de bouwcode;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.