Terug
Gepubliceerd op 30/03/2020

2020_CBS_02797 - Omgevingsvergunning - OMV_2020004101. Coebergerstraat 12. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 27/03/2020 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02797 - Omgevingsvergunning - OMV_2020004101. Coebergerstraat 12. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_02797 - Omgevingsvergunning - OMV_2020004101. Coebergerstraat 12. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020004101

Gegevens van de aanvrager:

de heer Evert Thiry met als adres Coebergerstraat 12 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Coebergerstraat 12 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10sectie K nr. 1755H2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van een woning met atelier

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          26/09/1947: vergunning (18#23390) voor gevel- en binnen veranderingen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          voorbouw:

  • naaiatelier;
  • drie bouwlagen onder een plat dak;

-          achterbouw:

  • werkplaats;
  • twee bouwlagen;
  • licht hellend zadeldak met lichtstraat;

Huidige toestand - Gewenste toestand

-          voorbouw:

  • eengezinswoning met een netto vloeroppervlakte van 215 m²;
  • drie bouwlagen onder een plat dak;
  • dakterras met klein dakvolume in functie van toegang tot dak;

-          achterbouw:

  • atelier;
  • één dubbelhoge bouwlaag met kleine duplex van 4,28m diep;
  • licht hellend zadeldak met lichtstraat.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de functie in de voorbouw van bedrijvigheid naar wonen;

-          uitbreiden van het volume ter hoogte van de rechter perceelgrens op de tweede verdieping;

-          dakvolume en een dakterras op het hoofdvolume;

-          wijzigen van de voordeur.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

3 februari 2020

6 maart 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

3 februari 2020

17 februari 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

3 februari 2020

3 februari 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

16 maart 2020

17 maart 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    de bureauruimte op de eerste verdieping heeft geen rechtstreekse toevoer van licht en lucht;
  • Artikel 27 Open ruimte:
    er is geen open ruimte van minimaal 20 % voorzien voor de functiewijziging van de voorbouw;
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    er zijn geen fietsstalplaatsen voor de functiewijziging voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
{overeenstemming BGO Wonen: schrappen wat niet past}
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft een functiewijziging van een naaiatelier (bedrijvigheid) in de voorbouw naar een eengezinswoning. Het pand is gelegen in een woonomgeving. Deze functiewijziging is dan ook aanvaardbaar.

De achtergelegen loods is vergund als werkplaats (bedrijvigheid). De aanvraag wenst een fotoatelier met opslagruimte in de achterbouw in te richten. De functie “bedrijvigheid” blijft dus onveranderd, deze activiteit is verenigbaar met de vergunde functie van de loods.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van werkplaats naar wonen.

In de voorbouw wordt het naaiatelier omgevormd naar een woning van 215m2. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. In de achterbouw blijft de functie bedrijvigheid aanwezig (van werkplaats naar fotoatelier met opslag).

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om bepaalde stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden. De aanwezige poort is noodzakelijk in functie van de bereikbaarheid van het achterliggende magazijn. De doorgang tot het magazijn moet behouden blijven. Conform artikel 12 van de bouwcode kan slechts 1 parkeerplaats per 8 meter toegelaten worden.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

De bestaande parkeerbehoefte van het naaiatelier bedraagt 3. Het naaiatelier wordt beschouwd als een werkplaats en de norm daarvoor is 1,35/100m2 (CROW). Voor de 215m2 komt dat neer op 2,9.

 

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 3. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 (=1-3).

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsvoorzieningen:

In voorliggende aanvraag worden geen fietsstal- of fietsparkeerplaatsen voorzien. Dit is in strijd met artikel 29 van de bouwcode. Voor de functiewijziging van naaiatelier naar eengezinswoning moet er per slaapkamer 1 fietsstalplaats worden voorzien + 1 extra plaats. In totaal moeten er dus 4 fietsstalplaatsen worden voorzien conform bovenstaand artikel. Het voorzien van een fietsenberging, conform artikel 29 van de bouwcode wordt als voorwaarde opgenomen in de vergunning.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het hoofdvolume van de voorbouw wordt op de tweede verdieping ter hoogte van de rechter perceelsgrens uitgebreid tot een bouwdiepte van 8,5m. Hierdoor komt de achtergevel van de voorbouw in één lijn te liggen. In deze uitbreiding wordt een 3de slaapkamer voorzien.

Op het platte dak wordt een centrale daktoegang voorzien. Via een spiltrap, die bereikbaar is vanuit de 2de slaapkamer, kan het dak met dakterras bereikt worden. Deze beperkte volume-uitbreidingen liggen volumetrisch in lijn met de aanwezige bebouwing in de bouwblokschil.

 

Visueel-vormelijke elementen

In voorliggende aanvraag wordt de voorgevel voorzien van een nieuwe poort met grote, matte beglazing. Deze wijziging heeft een beperkte impact op de gevel en kan gunstig beoordeeld worden. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag voorziet in een functiewijziging van een naaiatelier in de voorbouw naar een eengezinswoning. Conform artikel 27 van de bouwcode moet er bij een functiewijziging minstens 20 procent open ruimte voorzien worden op het maaiveld. De aanvraag is hierdoor strijdig met dit voorschrift uit de bouwcode. Een afwijking is wel verdedigbaar omdat de functiewijziging enkel betrekking heeft op het bouwvolume van de voorbouw. Indien er 20% van de voorbouw verwijderd zou worden, dan zou er onvoldoende leefbare oppervlakte overblijven. Het achtergelegen magazijn blijft functioneel onveranderd waardoor er achteraan niet ontpit dient te worden.

 

Voorliggende aanvraag wijkt af van artikel 24 van de bouwcode. De bureauruimte op de 1ste verdieping heeft geen opengaande ramen die rechtstreeks uitmonden in open lucht. Licht en lucht zijn basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie van de woning met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de bewoners en voor een minimum verblijfskwaliteit van elke woning. Het raam in de bureauruimte grenst aan de achtergelegen loods. Aangezien de omvang van deze achtergelegen loods met lichtstraat voldoende circulatie van lucht en toetreding van licht mogelijk maakt naar de bureauruimte, kan hier een afwijking van de voorschriften worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.

 

Op het platte dak van de voorbouw wordt een dakterras voorzien. Het platte dak is gelegen tussen de twee daklagen van de aangrenzende gebouwen waardoor een dakterras mogelijk is. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is een terras op het platte dak niet storend gezien het op voldoende afstand gelegen is van de voorgevel en het ook achteraan zich enigszins terugtrekt, waardoor voldoende privacy naar de naburige panden kan gegarandeerd worden.


Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoen de woning en loods aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      4 fietsstalplaatsen te voorzien voor de eengezinswoning, conform artikel 29 van de bouwcode;

3.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

17 januari 2020

Volledig- en ontvankelijk

3 februari 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 april 2020

Verslag GOA

17 maart 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      4 fietsstalplaatsen te voorzien voor de eengezinswoning, conform artikel 29 van de bouwcode;

3.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.