Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019150710 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA NIDISTO met als contactadres Turnhoutsebaan_DE 6-8 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Oudemansstraat 11 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 1sectie A nr. 457D |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een fietsenberging en renoveren van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/12/2017: vergunning (20172128) voor regulariseren van een bestaande horecazaak met 6 bovenliggende kamers;
- bouwmisdrijf (20151673).
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinswoning:
- 4 bouwlagen met schuin dak.
Huidige toestand
- meergezinswoning:
- 4 bouwlagen met schuin dak;
- voorgevel afgewerkt met rode staalplaat met rood buitenschrijnwerk in aluminium voor het gelijkvloers en gele sierpleister met wit buitenschrijnwerk in PVC voor de verdiepingen.
Gewenste toestand
- meergezinswoning:
- 4 bouwlagen met schuin dak;
- voorgevel afgewerkt met witte bepleistering, blauwe hardstenen plint, grijs buitenschrijnwerk in aluminium en aluminium plaatwerk voor het gelijkvloers en gele sierpleister met wit buitenschrijnwerk in PVC voor de verdiepingen.
Inhoud van de aanvraag
- plaatsen van een fietsenberging op het gelijkvloers;
- wijzigen van de voorgevel;
- omvormen van een berging op het gelijkvloers naar bureelruimte;
- aanpassen van de toegang tot de toiletten van de recazaak.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
5 februari 2020 |
6 maart 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
5 februari 2020 |
12 februari 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
5 februari 2020 |
10 februari 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
5 februari 2020 |
10 februari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet in een regularisatie en een gevelwijziging met horeca-functie op het gelijkvloers en studentenkamers op de bovenliggende verdieping.
Het pand is gelegen binnen de afgebakende zone van de strategische horecakern Schipperskwartier - Koepoortbrug zoals voorzien in de beleidsnota horeca. De functies zijn inpasbaar in de omgeving.
In functie van de recazaak is er mogelijk ook een horecavergunning vereist.
Cultuurhistorische en Visueel-vormelijke aspecten
De aanvraag heeft betrekking op twee lijstgevels van twee traveeën en 3 en 4 bouwlagen met doorlopende gelijkvloerse pui bekleed met staalplaat. De houten kroonlijst op consoles verraadt een neoklassieke vormgeving. De gevel werd van een gele crepi voorzien en ingevuld met schrijnwerk in pvc.
Het gebouw is beeldondersteunend. De interne structuur noch het interieur zijn gekend.
Omwille van de nieuwe fietsenberging wordt de muur tussen de verbruikerszaal en de traphal aangepast. Vanuit oogpunt monumentenzorg is hierover geen bezwaar. De bestaande indeling is het resultaat van een latere verbouwing.
De manier waarop de voorgevel zal worden aangepakt, is niet aanvaardbaar. Het bestaande uitzicht is het resultaat van een onvergunde ingreep. Zo werd de bovengevel voorzien van een gele crepi en de pui werd bekleed met zwart/rode staalplaat.
Kenmerkend voor neoklassieke gevels is echter een gladde bepleistering, geschilderd in een witte kleur (wit of varianten van wit). De gele kleur en de crepi doen hier afbreuk aan. Het wit schilderen van de gevel zal de beeldwaarde opwaarderen en er bovendien voor zorgen dat de hoekprofielen rondom de vensters niet meer zichtbaar zijn. In tegenstelling tot de bovengevel opteert men er wel voor om de pui in een witte kleur te schilderen. Een uniforme witte gevelkleur op blauwe hardstenen plint zou het beeldondersteunend karakter van het pand versterken. Het is niet duidelijk of de bovenlichten van het nieuwe raamgeheel open gemaakt zullen zijn. Dit is aangewezen.
Ook het pvc-schrijnwerk in de bovengevel doet afbreuk aan de beeldwaarde van het geheel. Het dient uitgesloten van vergunning indien niet vergund. Op termijn dient er houten geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model te worden geplaatst. Detailtekeningen zijn dan voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Voor al deze ingrepen kan beroep gedaan worden op een stedelijke handelspandenpremie.
Deze opmerkingen worden verwerkt als voorwaarden voor vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Zoals ook in de vorige aanvraag opgemerkt, heeft de bureelruimte op de gelijkvloerse verdieping geen kwalitatieve licht- en luchttoevoer. Het gebruik van deze ruimte als bureau wordt, zoals in de vorige vergunning, ook in deze aanvraag uitgesloten van de vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Fietsenstalling
Met de aanvraag wordt tegemoet gekomen aan de voorwaarde uit de vorige vergunning om een fietsenstalling te voorzien voor 6 fietsen. De dienst mobiliteit, die in deze aanvraag om advies werd gevraagd merkt op dat de toegang te smal is voor fietsen en de afmetingen in de fietsenstalling zeer beperkt zijn.
Omwille van de te smalle toegang wordt in voorwaarde opgelegd om de deuropening naar de fietsenstalling breder te voorzien.
Wat betreft de te beperkte afmetingen van de fietsenstalling kan een afwijking worden toegestaan, op de minimale oppervlaktenormen van artikel 29 uit de bouwcode. De fietsenberging zal gebruikt worden door de bovenliggende studentenkamers. Daarom kan er worden toegestaan dat 3 van de 6 fietsen worden opgehangen. De resterende fietsen worden naast elkaar gestald.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen moeten strikt worden nageleefd;
2. de deur naar de fietsenstalling moet 1 m breed zijn;
3. de voorgevel dient in een witte kleur te worden geschilderd met onderaan de gevel een plint in blauwe steen, waarvan de hoogte aansluit op deze van de plint van de gevel links (nr 13);
4. het gebruik van de achterste ruimte op het gelijkvloers niet in te richten als verblijfsruimte;
5. de bovenlichten van de nieuwe ramen op het gelijkvloers moeten doorzichtig worden gemaakt;
6. op termijn dient er houten geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model te worden geplaatst. Detailtekeningen zijn dan voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
Uitsluitingen
7. het pvc schrijnwerk in de voorgevel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
23 januari 2020 |
Volledig- en ontvankelijk |
5 februari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 april 2020 |
Verslag GOA |
17 maart 2020 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen moeten strikt worden nageleefd;
2. de deur naar de fietsenstalling moet 1 m breed zijn;
3. de voorgevel dient in een witte kleur te worden geschilderd met onderaan de gevel een plint in blauwe steen, waarvan de hoogte aansluit op deze van de plint van de gevel links (nr 13);
4. het gebruik van de achterste ruimte op het gelijkvloers niet in te richten als verblijfsruimte;
5. de bovenlichten van de nieuwe ramen op het gelijkvloers moeten doorzichtig worden gemaakt;
6. op termijn dient er houten geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model te worden geplaatst. Detailtekeningen zijn dan voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
Uitsluitingen
7. het pvc schrijnwerk in de voorgevel.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.