Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020012137 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Baudouin Lenaerts met als adres Schotelven 98 te 2370 Arendonk |
Ligging van het project: |
Sint-Laureisstraat 16 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 10sectie K nr. 1705N5 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
plaatsen van nieuw buitenschrijnwerk |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 15/11/2009: aktename van een melding (20193417) voor het verbouwen van een eengezinswoning tot een fotoatelier en een eengezinswoning;
- 01/06/2012: vergunning (20122621) voor het verbouwen van een woning tot opbrengsteigendom met 8 kamers (vervallen).
Vergunde toestand
- pand van 3 bouwlagen onder schuin dak in gesloten bebouwing, ingericht als een eengezinswoning met een fotoatelier;
- neoklassieke burgerwoning met lijstgevel.
Huidige toestand
- pand van 3 bouwlagen onder schuin dak in gesloten bebouwing, ingericht als een eengezinswoning met een fotoatelier;
- vaststelling bouwkundig erfgoed (ID 215213) Neoclassicistisch burgerhuis;
Gewenste toestand
- pand van 3 bouwlagen onder schuin dak in gesloten bebouwing, ingericht als een eengezinswoning met een fotoatelier;
- nieuw buitenschrijnwerk in zwart aluminium steellook.
Inhoud van de aanvraag
- plaatsen van nieuw buitenschrijnwerk in zwart aluminium steellook.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
10 februari 2020 |
3 maart 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het wijzigen van het buitenschrijnwerk aan zowel de voor- als achterzijde. De functie van eengezinswoning met fotoatelier blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Advies werd gevraagd aan de dienst onroerend erfgoed/ monumentenzorg. Het advies luidt als volgt: “Deze eind-19de- of begin-20ste-eeuwse neoclassicistische burgerwoning is een voorbeeld van de standaardbebouwing op het Zuid. De drie traveeën en drie bouwlagen tellende rijwoningen met bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels, geven deze wijk een homogeen, zeer eigen karakter. Houten kroonlijst op consoles en met tandfries, hardstenen plint met kelderopeningen, horizontale ritmering door kordonlijst en doorlopende onderdorpels, imitatievoegen op de begane grond, regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen die op de verdiepingen in een omlijsting zijn gevat. Versierde sluitstukken boven de vensters op de tweede bouwlaag, diamantkoppen in de muurvelden onder de kroonlijst. Bewaard houten schrijnwerk in deur en ramen, houten rolluiken.
Het pand is beeldbepalend. Een object/complex is beeldbepalend wanneer de stedenbouwkundige, architecturale of esthetische waarde hoog zijn.
Bebouwing die de uitstraling van het plangebied bepaalt. Vanuit architecturaal oogpunt kan ze als representatief beschouwd worden voor de omgeving en vertoont ze een stedenbouwkundige samenhang met de ontstaansgeschiedenis van de wijken en verkavelingen. De architectuur binnen deze categorie wordt gekenmerkt door een hoge context- en ensemblewaarde en maakt vaak deel uit van gehelen. Ook waardevolle architectuur waarvan het oorspronkelijke ontwerp door aanpassingen werd aangetast maar waarvan het initiële idee nog leesbaar is behoort tot deze categorie.
Men wenst het schrijnwerk te wijzigen in steellook aluminium.
Vanuit oogpunt monumentenzorg is dit niet wenselijk. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Het oorspronkelijk schrijnwerk bleef hier bewaard. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt (aan te tonen aan de hand van een onderbouwd dossier gestoffeerd met foto’s), kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Deze uitgangspunten hanteert de dienst monumentenzorg bij de advisering van bouwaanvragen voor panden gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht of panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.
Panden in neoklassieke stijl uit het einde van de 19de eeuw waren in oorsprong voorzien van houten, geprofileerd en geschilderd schrijnwerk dat de architecturale uitwerking van deze stijl ondersteunt. De keuze voor een ander materiaal doet afbreuk aan de erfgoedwaarde, zelfs in een kwalitatieve uitvoering die qua vormgeving dicht in de buurt van het oorspronkelijk schrijnwerk komt. Pvc of aluminium zijn immers atypische materialen voor de laat 19de-eeuwse vormentaal en kunnen omwille van de eigenheid van het materiaal nooit de profilering en historische detaillering van het oorspronkelijk houten schrijnwerk evenaren. De intrinsieke waarde van hout als materiaal is dan ook essentieel. De schildering van het hout geeft het schrijnwerk het verfijnde en typische uitzicht.
Indien er kan aangetoond worden dan het schrijnwerk aan vervanging toe is, dienen er detailtekeningen aangeleverd te worden van het nieuwe schrijnwerk. Indien gewenst, beschikken wij als dienst monumentenzorg over detailtekeningen van laat 19de-eeuwse t-ramen.
Inventarispanden krijgen ook uitzondering op bepaalde epb-eisen. Zo dienen er geen verluchtingsroosters voorzien in schrijnwerk in de voorgevel.”
De dienst brengt een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het schrijnwerk dient in geschilderd hout te worden voorzien. De aanvrager dient hierbij detailtekeningen van het correct geprofileerde schrijnwerk voor te leggen ter bespreking. Indien gewenst kunnen er detailtekeningen van het schrijnwerk (t-ramen) bekomen worden op de stedelijke dienst monumentenzorg.
Verder wordt er opgemerkt dat de aangeleverde laatst vergunde toestand niet overeenkomt met de bestaande toestand (aangeleverd fotomateriaal). De bestaande kroonlijst, de detailleringen van de lijstgevel, de traveeën, de omlijstingen, brossages en ornamentering rond de ramen werden niet opgetekend op de plannen van de laatst vergunde toestand en de nieuwe plannen en dienen ten strengste te worden behouden. In voorwaarden wordt daarom extra benadrukt dat de oorspronkelijke staat van de gevel dient hersteld te worden, met behoud van de kroonlijst, de detaillering van de lijstgevel, de traveeën, de omlijstingen, brossages en ornamentering rond de ramen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits voldaan aan de opgestelde voorwaarden voldoet de aanvraag vanuit stedenbouwkundig oogpunt aan de actuele eisen inzake hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op werken die geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het schrijnwerk dient in geschilderd hout te worden voorzien. De aanvrager dient hierbij detailtekeningen van het correct geprofileerde schrijnwerk ter bespreking voor te leggen aan de dienst monumentenzorg. Indien gewenst kunnen er detailtekeningen van het schrijnwerk (T-ramen) bekomen worden op de stedelijke dienst monumentenzorg;
2. de oorspronkelijke staat van de gevel dient hersteld te worden met behoud van de kroonlijst, de detaillering van de lijstgevel, de traveeën, de omlijstingen, brossages en ornamentering rond de ramen;
3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
30 januari 2020 |
Volledig- en ontvankelijk |
10 februari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
10 april 2020 |
Verslag GOA |
18 maart 2020 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het schrijnwerk dient in geschilderd hout te worden voorzien. De aanvrager dient hierbij detailtekeningen van het correct geprofileerde schrijnwerk ter bespreking voor te leggen aan de dienst monumentenzorg. Indien gewenst kunnen er detailtekeningen van het schrijnwerk (T-ramen) bekomen worden op de stedelijke dienst monumentenzorg;
2. de oorspronkelijke staat van de gevel dient hersteld te worden met behoud van de kroonlijst, de detaillering van de lijstgevel, de traveeƫn, de omlijstingen, brossages en ornamentering rond de ramen;
3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.