Terug
Gepubliceerd op 30/03/2020

2020_CBS_02834 - Omgevingsvergunning - OMV_2019155800. Jules Moretuslei 339. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 27/03/2020 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02834 - Omgevingsvergunning - OMV_2019155800. Jules Moretuslei 339. District Wilrijk - Goedkeuring 2020_CBS_02834 - Omgevingsvergunning - OMV_2019155800. Jules Moretuslei 339. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019155800

Gegevens van de aanvrager:

Jiang, Aifang met als adres Jules Moretuslei 339 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Jules Moretuslei 339 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 42sectie B nr. 31X14

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning met nevenfunctie detailhandel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          12/12/1988: vergunning (222#11779; 222#7362) voor het verbouwen van een woonhuis;

-          06/11/2019: aanvraag (OMV_2019137998) voor het verbouwen van een eengezinswoning met nevenfunctie detailhandel.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie: wonen;

-          volume:

  • gesloten bebouwing van 2 bouwlagen onder een zadeldak;
  • achterbouw rechts achter van 1 bouwlaag, grotendeels onder een zadeldak;
  • bouwdiepte hoofdvolume circa 8m, achterbouw circa 10,8m;

-          inrichting: eengezinswoning met een bruto-oppervlakte van circa 169 m²;

-          gevelafwerking: rode baksteen met meranti buitenschrijnwerk.

Huidige toestand

-          functie, inrichting en gevelafwerking: conform laatst vergunde toestand;

-          volume:

  • bouwdiepte achterbouw over volledige perceelsbreedte circa 10,7m, onder plat dak;
  • rechts achter nog uitbouw over 3m, onder schuin aflopend dak.

Gewenste toestand

-          functie: wonen met nevenfunctie detailhandel;

-          volume:

  • 3 bouwlagen onder een plat dak;
  • bouwdiepte hoofdvolume circa 13m, gelijkvloerse achterbouw circa 4m;

-          inrichting:

  • gelijkvloers: take away met een netto-vloeroppervlakte van circa 68m²;
  • verdiepingen: één wooneenheid met 3 slaapkamers, met een netto-vloeroppervlakte van circa 118m²,

-          gevelafwerking: grijze gevelsteen met aluminium grijs buitenschrijnwerk.

Inhoud van de aanvraag

-          het verbouwen van een eengezinswoning;

-          het inrichten van een nevenfunctie detailhandel.

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

27 december 2019

24 januari 2020

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

27 december 2019

6 januari 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

27 december 2019

6 januari 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

27 december 2019

13 januari 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 1-2 Sint-Bavostraat-Dr Donnyplein en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 februari 1993. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone a voor woningen.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:

-          Zone A voor woningen, punt 5 Welstand van de gebouwen:

  • afwerking van vrijblijvende, vanaf de openbare weg zichtbare gedeelten van scheidsmuren: de aanvraag voorziet cementbepleistering. Het BPA vraagt Handvorm of machinaal gevormde baksteen of bekleding met natuur- of kunstkleien in een donkergrijze tint;

-          Zone A voor woningen, hfdstk II; punt 4 afmetingen van de gebouwen:

  • maximum profielen: D) gebouwen met twee bovenverdiepingen onder plat dak:  bouwhoogte min 8,50m - max 9,00 m: de aanvraag voorziet een bouwhoogte van 10,45 m tegenover straatniveau.

-          Zone A voor woningen, hfdstk II; punt 4 afmetingen van de gebouwen:

  • de bouwdiepte der bovenverdieping(en) bedraagt minimum 9,00 meter en wordt als maximum begrensd door de verbindingslijn tussen twee punten, gelegen op 2,00 meter achter de achtergevel van de aanpalende gebouwen, gemeten op de perceelgrens. In voorliggende aanvraag wordt de bouwdiepte 4,97 meter dieper voorzien dan de linkerbuur en 4,40 meter dieper dan de rechterbuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

-           

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De van de openbare weg zichtbare gedeelten van de scheidingsmuren worden afgewerkt met cementbepleistering. In voorwaarde zal opgenomen worden om deze met hetzelfde materiaal af te werken als de voorgevel zodat ook dit gedeelte voldoet aan de bepalingen van het geldend BPA.

 

De aanvraag wijkt af op het BPA voor de maximale bouwdiepte op de verdiepingen die wordt bepaald door de bouwdieptes van de aanpalende bebouwing. Echter wordt de bouwdiepte voorzien volgens de maximale bouwdiepte die voorzien is bij nieuwbouw. Deze bouwdieptes op verdiepingen is niet vreemd in de omgeving en aanvaardbaar voor de voorziene woonfunctie. Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek deze beperkte afwijking toegestaan worden.

 

Verder wijkt de aanvraag af van het maximum profiel zoals opgenomen in het BPA. De bouwhoogte mag maximaal op 9,00 meter voorzien worden. De aanvraag voorziet een bouwhoogte van 10,45 meter. De plannen voorzien een royale vrije hoogte op het gelijkvloers en de eerste verdieping wat de woonkwaliteit ten goede komt. Hiervoor is een afwijkende bouwhoogte noodzakelijk. Verder is deze bouwhoogte voor een pand met drie bouwlagen niet vreemd in de omgeving. Overeenkomstig artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan er bij het verlenen van een Omgevingsvergunning afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet een verbouwing en uitbreiding van een woning met op het gelijkvloers een nevenfunctie waarbij minimaal 130m² netto vloeroppervlakte blijft beschikbaar voor de woonfunctie.

De nevenfunctie is beperkt tot één enkele functie naast de woonfunctie, is uitsluitend op de gelijkvloerse verdieping gevestigd en in totaal minder dan 49% van de totale netto vloeroppervlakte van de eengezinswoning.

De buitenruimte is rechtstreeks toegankelijk vanuit de woning zonder hinder voor de functie en er is een fysieke doorgang aanwezig is tussen de functie en de hoofdfunctie wonen.

Hierdoor is voorgestelde nevenfunctie aanvaardbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Op de verdiepingen sluit de woning niet aan op de aanpalende bebouwing. De voorziene bouwdieptes zijn echter wel kenmerkend binnen het bouwblok en in overeenstemming met het geldend BPA. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande voorgevel wordt opgetrokken om zo een volwaardige derde bouwlaag te voorzien. Verder wordt deze geïsoleerd en afgewerkt met lichtgrijze steenstrips. Op het gelijkvloers voorzien de plannen grijze natuursteen. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in grijs aluminium.

Voor de achtergevel wordt hetzelfde materiaal voorzien.

 

Bij het plaatsen van gevelisolatie dient er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht besteed aan een aantal ontwerpdetails die als voorwaarde zullen worden opgelegd in de vergunning.

 

De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.

 

Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, …) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.

 

De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Daarnaast hebben deze details ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen, vervuiling, ...

Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint.

Bij materialen die schadegevoelig zijn zoals bijvoorbeeld pleisterwerk of sommige plaatmaterialen, kan het aan te bevelen zijn om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand.

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie).

Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.

 

Om de nevenfunctie kenbaar te maken in het straatbeeld voorzien de plannen publiciteit. De plannen vermelden niet of het hier gaat om een lichtbak gaat. Omdat inwendig verlichte publiciteit enkel wenselijk is voor losse letters of logo’s dient de publiciteit gelijklopend met de gevel te voorzien worden en dient deze verlicht te worden met klemtoonverlichting. In voorwaarde zal daarom opgenomen worden om de publiciteit te voorzien conform artikel 33 van de bouwcode.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.

 

De inname van het openbaar domein is een dwingend criterium binnen het afwegingskader. Er moet na de werken voldoende ruimte overblijven zodat een vlot voetgangersverkeer mogelijk blijft. Er wordt gestreefd naar een obstakelvrije ruimte van 1,8 m, waarbij 1,5 m (exclusief boordsteen) wordt gehanteerd als absoluut minimum. Gezien de stoepbreedte circa 2,38 m is en de aanvraag dus voldoet aan de minimum breedte, komt de aanvraag in aanmerking voor vergunning.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de van de openbare weg zichtbare gedeelten van de scheidingsmuren met hetzelfde materiaal af te werken als de voorgevel;

2.      de publiciteit enkel te verlichten met klemtoonverlichting en niet inwendig conform artikel 33 van de bouwcode;

3.      de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter;

4.      de arrière corps te behouden. De arrière corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie;

5.      raamdorpels in de voorgevel in natuursteen te voorzien die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;

6.      een kroonlijst aan de voorgevel te voorzien met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand;

7.      de elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen;

8.      de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;

9.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 december 2019

Volledig- en ontvankelijk

27 december 2019

Start openbaar onderzoek

6 januari 2020

Einde openbaar onderzoek

4 februari 2020

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

21 januari 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 april 2020

Verslag GOA

23 maart 2020

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Wijzigingslus

De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

6 januari 2020

4 februari 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de van de openbare weg zichtbare gedeelten van de scheidingsmuren met hetzelfde materiaal af te werken als de voorgevel;

2.      de publiciteit enkel te verlichten met klemtoonverlichting en niet inwendig conform artikel 33 van de bouwcode;

3.      de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter;

4.      de arrière corps te behouden. De arrière corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie;

5.      raamdorpels in de voorgevel in natuursteen te voorzien die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;

6.      een kroonlijst aan de voorgevel te voorzien met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand;

7.      de elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen;

8.      de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;

9.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.