Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020109936 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Thomas Debaene met als adres Haantjeslei 67-69 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Haantjeslei 67 - 69 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 10 sectie K nr. 1647D2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een schuine daklaag op een pand in gesloten bebouwing. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 6/12/2017 vergunning (20171817) voor het verbouwen van een showroom naar een landschapskantoor en slopen van een werkplaats.
Vergunde/vergund geachte toestand
- kantoor op de gelijkvloerse verdieping en 1 duplex woongelegenheid boven kantoor.
- pand in gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder plat dak;
- bepleisterde gevel, donkergrijs aluminium schrijnwerk, voordeur naar appartement in zwart geschilderd hout.
Huidige toestand
- conform vergunde toestand.
Gewenste toestand
- extra daklaag onder schuin dak met daarin 2 slaapkamers, badkamer en zitplaats;
- bouwdiepte extra laag gelijk met deze van de onderliggende verdiepingen (6,50 meter);
- na de nok op 1,5 meter ervan een rechte achtergevel;
- inpandig terras vooraan;
- gevelafwerking van de daklaag:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een schuine daklaag op een pand in gesloten bebouwing.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Bij volume-uitbreiding moeten de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte in harmonie zijn met het referentiebeeld, zoals nader bepaald in Artikel 6 “Harmonie en draagkracht”. Er kan niet gerefereerd worden naar bestaande gebouwen die niet in harmonie of storend zijn met de omgeving.
De daklaag is niet in harmonie met de omgeving.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag wenst voor de woning een bijkomende dakverdieping te voorzien. Het uitbreiden van de woonfunctie is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag wenst om op het bestaande platte dak van een pand met drie bouwlagen een daklaag te voorzien. De borstwering vooraan wordt opgehoogd waarna aan de voorzijde een hellend dak wordt opgetrokken. De dakhelling volgt het gabarit van de linkerbuur aan de voorzijde, maar is aan de achterzijde grotendeels afgevlakt.
Het voorstel om het gabarit van de linkerbuur over te nemen is geen correcte aanname. Het bouwvolume van de voorbouw van dit linker pand is dieper dan de voorbouw van het pand van de aanvraag. De diepte van het linkerbuurpand is daardoor niet in harmonie met de kenmerkende bouwdiepte van hoofdgebouwen in de omgeving. Doordat het gabarit van de linkerbuur wordt overgenomen, ontstaat er aan de voorzijde een hellend dakvlak dat niet correspondeert met het bouwvolume van de onderbouw en resulteert in een atypische afvlakking aan de achterzijde.
Deze onzuivere en niet herkenbare dakvorm kan echter vermeden worden door het gabarit over te nemen van de rechterbuur. De voorbouw van de rijwoningen aan de rechterzijde hebben immers een kenmerkende en quasi uniforme bouwdiepte. Het rechtergabarit levert een kleinere hellingshoek op waardoor er slechts beperkt moet worden afgevlakt aan de achterzijde zonder te moeten inboeten op woonkwaliteit onder de daklaag.
De voorgestelde dakvorm is ruimtelijk niet inpasbaar in de omgeving. De aanvraag dient daarom geweigerd te worden.
Er zou onderzocht kunnen worden of het niet gunstiger is om in eerste instantie de verdiepingen uit te breiden zodat de diepte van het hoofdvolume overeenkomstig is met de kenmerkende bouwdiepte (ca. 9 meter). Dit heeft als gunstig gevolg dat er ook een volwaardig dak kan voorzien worden, aansluitend op het gabarit van de rechterbuur.
Visueel-vormelijke elementen
Het voorzien van een daklaag zou een gunstig effect kunnen opleveren voor het algemene gevelbeeld. De aanvraag biedt onvoldoende antwoord hierop. Het ophogen van het bovenste gevelvlak leidt tot nog meer massa in de gevel. Het is wenselijk om de verhouding tussen de verschillende geveldelen verder te onderzoeken, met een duidelijke, uitgesproken kroonlijst, aansluitend met het kenmerkende straatbeeld.
Het gewenste terras in de voorgevel is ruimtelijk aanvaardbaar omdat er voldoende hellend dakvlak zichtbaar blijft.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het uitbreiden van de leefruimte van het appartement en het toevoegen van een private buitenruimte zorgt voor een toename van de algemene woonkwaliteit in de woning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 augustus 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 11 september 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 november 2020 |
Verslag GOA | 19 oktober 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.