Terug
Gepubliceerd op 02/11/2020

2020_CBS_08940 - Omgevingsvergunning - OMV_2020097879. Schouwkensstraat zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 30/10/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_08940 - Omgevingsvergunning - OMV_2020097879. Schouwkensstraat zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_08940 - Omgevingsvergunning - OMV_2020097879. Schouwkensstraat zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020097879

Gegevens van de aanvrager:

NV Altripan met als adres Luithagen-Haven 19 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV Altripan met als adres Luithagen-Haven 19 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Schouwkensstraat zn te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 15 sectie A nr. 498E

Inrichtingsnummer:

20200801-0009 (Altripan - 14/2020 - Schouwkensstraat)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Uitbreiding van een inrichting voor houtopslag, het bouwen van een kantoorunit, het renoveren van de gevels en het dak van de bestaande loodsen en terreinaanlegwerken

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     Op 28 december 1988 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1988/B/-88/0566) voor het bouwen van een industriële houtopslagplaats en burelen. 

-     Op 23 april 1990 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1989/B/18/75466-89/968) voor een industriegebouw met burelen. 

-     Op 29 september 1994 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1994/5-94/B/0803) voor een houtstapelplaats. 


Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft:

-     het slopen van de bestaande kantoorunit; 

-     het bouwen van een nieuwe kantoorunit; 

-     het renoveren van gevels en daken van de twee loodsen; 

-     het bouwen van een luifel tussen de twee loodsen; 

-     het gewoonlijk gebruiken van een grond voor het parkeren van voertuigen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 7 augustus 2015 werd door het college een milieuvergunning verleend aan Altripan nv voor een ingedeelde inrichting of activiteit voor het opslaan van hout, met als eindtermijn 7 augustus 2035.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat hoofdzakelijk de lozing van huishoudelijk afvalwater en de verplaatsing van de stalplaats voor bedrijfsvoertuigen.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

650 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

6,70 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2,67 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

+250 liter

19.6.1°c)
opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal.
+1.500 m³ in een lokaal

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

22 september 2020

22 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen

22 september 2020

22 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

8 september 2020

14 oktober 2020

Gunstig

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

7 september 2020

17 september 2020

Voorwaardelijk gunstig

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

12 oktober 2020

14 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

Water-link (AWW)

22 september 2020

5 oktober 2020

Gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Op circa 200 meter ten noorden van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Op circa 470 meter ten westen van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag.

Er worden twee hemelwaterputten geplaatst met een totale inhoud groter dan bepaald door de verordening, namelijk met een totale inhoud van 40.000 liter (2 x 20.000 liter). De aanvrager motiveert het groter nuttig hergebruik van hemelwater daar het opgevangen water kan gebruikt worden voor het onderhoud van het magazijn, het reinigen van machines, het spoelen van toiletten en de algemene opkuis. Het groter hergebruik dan voorzien door de hemelwaterverordening kan gunstig worden geadviseerd.

De overloop van de hemelwaterputten en het overige hemelwater dat op de daken en verhardingen valt, wordt door middel van een ondergronds infiltratiebekken geïnfiltreerd in de bodem. Dit bekken heeft een oppervlakte van 120 m² en een inhoud van 74.891 liter.

De aanvraag voldoet aan de gewestelijke hemelwaterverordening.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project veroorzaakt geen toename aan verharde oppervlakte. De dakoppervlakte neemt toe door het plaatsen van de nieuwe luifel. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en een infiltratievoorziening die beiden voldoen aan de verordening hemelwater zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem minder dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager niet verplicht is een bekrachtigde archeologienota toe te voegen aan de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid – visueel-vormelijke elementen

Het voorwerp van de aanvraag betreft het aanpassen van een bestaande bedrijfssite, gelegen in het bedrijventerrein Luithagen in de Antwerpse haven, waarbij de gevels en daken van de bestaande loodsen gerenoveerd worden, een nieuwe kantoorunit gebouwd wordt en de voortuinstrook heringericht wordt.

 

De bestaande kantoorunit met een oppervlakte van circa 121 m², gelegen in het noorden van loods A, wordt gesloopt. Deze zal vervangen worden door een nieuwe kantoorunit op ongeveer dezelfde locatie inpandig in loods A en bestaat uit twee niveaus. De kantoorunit heeft een grondoppervlakte van circa 102 m² en een maximale hoogte van circa 6,8 meter. Het gelijkvloers heeft een vrije hoogte van 2,7 meter en wordt ingericht met een ruimte voor kantoren, een inkom voor chauffeurs, een ruimte voor tellers en een berging voor stalen. De eerste verdieping heeft een vrije hoogte van 3 meter en wordt ingericht met een polyvalente ruimte, een ruimte voor technieken, een kleedruimte en sanitair. Deze verdieping is bereikbaar via een externe trap.

De nieuwe kantoorunit wordt opgetrokken in een houten structuur en afgewerkt met vezelcementpanelen in een donkergrijze kleur. Er wordt tevens een luifel voorzien boven de ramen en deur in een felgroene kleur. Het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in aluminium in een zwarte kleur (RAL9005).

Oppervlaktes met een lage energetische reflectiefactor, wat het geval is bij donkere gevel- of dakbekleding hebben een negatieve invloed op het hitte-eilandeffect. Omwille van duurzaamheidseisen is het belangrijk om het hitte-eilandeffect tegen te gaan en is het dus niet wenselijk om gevelpanelen van gebouwen, die een grote geveloppervlakte innemen, in een donkergrijze kleur uit te voeren. Echter bevindt de kantoorunit zich grotendeels inpandig in loods A waardoor er maar langs één zijde van de unit zonlicht geabsorbeerd kan worden. Bovendien is die ene gevelzijde ook noordgericht waardoor er dus beperkt sprake is van een hitte-eilandeffect. De gevelmaterialen zijn dus aanvaardbaar in deze industriële omgeving.

 

Tevens worden de gevels en de daken van de twee bestaande loodsen gerenoveerd. De structuur van het gebouw blijft behouden. De renovatie van de gevels betreft het vervangen van de bestaande asbestplaten en houten beplating. Loods A wordt aan de noordzijde volledig gesloten door middel van lichtgrijze betonpanelen. Voor de overige gevels wordt er een nieuwe betonnen plint voorzien met een hoogte van circa 2 meter die dienst doet als stootrand. Boven deze plint worden windschermen voorzien met twee verschillende transparanties. Het onderste deel wordt heel transparant (90% lucht open) voorzien met daarboven een dichter geweven scherm (32,3% lucht open). De daken worden uitgevoerd in sandwichpanelen.

Opgemerkt wordt dat op de plannen niet vermeld staat in welke kleur de sandwichpanelen voor het dak uitgevoerd worden. Om het hitte-eilandeffect tegen te gaan, is het niet wenselijk om deze sandwichpanelen in een donkere kleur uit te voeren. Om aan deze bekommernis tegemoet te komen, wordt als voorwaarde opgelegd de sandwichpanelen uit te voeren in een lichte kleur zoals RAL 7004, 7030, 7032, 7035, 7038, 7044, 7047 (niet limitatief).

Het renoveren van de gevels en het dak draagt bij aan de veiligheid en de goede ruimtelijke ordening daar de bestaande materialen asbesthoudend zijn en verouderd lijken. De nieuwe materialen zijn neutraal en dus aanvaardbaar in de industriële omgeving.

 

Daarnaast wordt er tussen de twee loodsen een luifel gebouwd om de loodsen met elkaar te verbinden. Hierdoor wordt de bestaande betonverharding overkapt en kunnen er op deze verharding eveneens goederen gestockeerd worden. Voor de luifel worden nieuwe stalen kolommen op een betonsokkel voorzien waaraan de sandwichpanelen worden bevestigd. De luifel heeft een maximale hoogte van circa 6,2 meter en een oppervlakte van circa 740 m².

 

Tenslotte wordt de voortuinstrook ten noorden van loods A opnieuw ingericht. De oorspronkelijke aanvraag hield in dat de bestaande draadafsluiting voor een groot deel verwijderd werd waardoor de vrachtwagens over de volledige breedte het terrein zouden kunnen oprijden. Op het terrein werden vijf parkeerplaatsen voor vrachtwagens en vier parkeerplaatsen voor personenwagens voorzien. Naar aanleiding van opmerkingen vanuit de lokale politie/verkeerspolitie en het Havenbedrijf Antwerpen (zie Mobiliteitsimpact) heeft de aanvrager een wijzigingsverzoek ingediend op 13 oktober 2020. In het wijzigingsverzoek wordt niet meer de volledige breedte van het terrein overrijdbaar gemaakt voor de vrachtwagens, maar wordt er een aparte inrit en een aparte uitrit voorzien. Op het terrein worden twee parkeerplaatsen voor vrachtwagens en vier parkeerplaatsen voor personenwagens voorzien.

 

De werken maken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk waardoor de aanvraag zich functioneel inpast binnen het industrieveld.

 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen. Er worden wel vier parkeerplaatsen voorzien voor het personeel daar er tot op heden nog geen autoparkeerplaatsen aanwezig waren op het terrein.

Het aantal parkeerplaatsen voor auto’s is voldoende daar er maximaal vier medewerkers tegelijk in het bedrijf werken.

 

In de oorspronkelijke aanvraag zouden de vrachtwagens over de volledige breedte het terrein kunnen oprijden. Daarbij zouden ze via de openbare weg achteruit moeten inrijden op het terrein waar vijf vrachtwagenparkeerplaatsen voorzien zijn. Hierdoor zouden de vrachtwagens zich reeds buiten de werkuren kunnen opstellen op het terrein waardoor de druk op het openbaar domein zou afnemen.

De lokale politie/verkeerspolitie merkte in zijn advies op dat bij de manoeuvres die de vrachtwagens zouden moeten doen de verkeersregels te allen tijde dienen gerespecteerd te worden. Daarnaast is het achterwaarts manoeuvreren vrijwel nooit wenselijk op het openbaar domein. Bij voorkeur rijden vrachtwagens voorwaarts in op de site en verlaten ze deze ook voorwaarts. Ook het Havenbedrijf Antwerpen liet informeel weten dat zij niet akkoord kunnen gaan met het achterwaarts manoeuvreren op openbaar domein en het overrijdbaar maken van de ganse breedte van het terrein.

Die voorgestelde situatie is te onduidelijk en te onveilig naar de andere weggebruikers toe.

 

Daarom werd een overleg gehouden samen met de aanvrager en het Havenbedrijf Antwerpen om een oplossing te zoeken voor de inrichting van de voortuinstrook. Op 13 oktober 2020 werd door de aanvrager een wijzigingsverzoek ingediend. In dit wijzigingsverzoek wordt een aangepaste inrichting van de voortuinstrook aangevraagd waarbij er een aparte inrit en een aparte uitrit en maar twee parkeerplaatsen voor vrachtwagens worden voorzien. De in -en uitrit hebben hierbij een breedte van respectievelijk 17 meter en 12,59 meter gekregen.

Het Havenbedrijf Antwerpen adviseert de aparte in-en uitrit gunstig en kan een afwijking toestaan op de breedte van de in- en uitrit gezien de specifieke ligging van de concessie, het gegeven dat het verkeer op dit gedeelte van de Schouwkensstraat hoofdzakelijk bestemmingsverkeer is voor Altripan en de mogelijkheid tot voldoende alternatieve ontsluitingen voor zwakke weggebruikers voor de naburige bedrijven.

De verkeerspolitie geeft in hun advies naar aanleiding van het wijzigingsverzoek aan dat ze akkoord gaan met de aangepaste plannen en het apart in-en uitrijden. Aanvullend geeft de verkeerspolitie wel nog mee dat het uitrijden gebeurt in een binnenbocht waardoor het zicht op aankomend verkeer miniem is. Gezien er doorkijk door het hek mogelijk is, lijkt het voor de verkeerspolitie raadzaam om de hoek (in de bocht) van het privaat domein vrij te houden. Voor de bocht (na de ingang tot het domein) kan bijkomend signalisatie geplaatst worden dat waarschuwt voor uitrijdende vrachtwagens.

 

Het zicht op het aankomend verkeer bij het uitrijden van de site wordt beperkt door de bocht in de weg. Dat is een bestaand gegeven en bovendien wordt er vandaag op die plaats ook al uitgereden. Het voordeel ten opzichte van de bestaande situatie is dat dat deel van het privaat domein vrij zal blijven van constructies wat het zicht op het openbaar domein bij het uitrijden verbetert. Om de situatie maximaal verkeersveilig in te richten wordt de opmerking van de verkeerspolitie inzake het vrij van constructies houden op de hoek van de voortuinstrook ook opgenomen als voorwaarde. Het voorzien van signalisatie voor de bocht, dat eveneens als zinvolle ingreep wordt beoordeeld in functie van het verhogen van de verkeersveiligheid ter plaatse, kan niet opgelegd worden als voorwaarde daar deze niet verwezenlijkt kan worden door toedoen van de aanvrager. Het aanbrengen van signalisatie dient uitgevoerd te worden door de wegbeheerder. Het Havenbedrijf Antwerpen als wegbeheerder laat weten dat zij deze taak op zich zullen nemen. 

 

Indien met de voorwaarden in het advies van de Verkeerspolitie van 14 oktober 2020 en het Havenbedrijf wordt rekening gehouden, is de vernieuwde voortuinstrook met aparte in-en uitrit voldoende veilig ingericht.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag betreft relatief beperkte veranderingen van een reeds bestaand industrieterrein waarbij de werken in functie staan van de bedrijfsactiviteiten. De ruimtelijke impact is eerder beperkt. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Zoals eerder vermeld, werd advies ingewonnen bij het Havenbedrijf Antwerpen als gebiedsbeheerder. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.

Gezien de aard van de aanvraag, werd het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.

De brandweer merkt in zijn advies op dat het gebouw wordt aangevraagd als een open gebouw waardoor het bijgevolg niet onder het toepassingsgebied van bijlage 6 valt, maar dat er hiervoor wel voldaan dient te worden aan de vereiste dat 50% van de oppervlakte van de buitengevels open is. Bij de aanvraag is een berekening toegevoegd waaruit blijkt dat de buitengevels van de gebouwen te allen tijden 50% open voorzien worden waardoor de loodsen beschouwd mogen worden als open gebouwen. Wel wordt opgemerkt dat op de gevelplannen van de oostelijke en westelijke gevel voor de dakspitsen een windscherm wordt aangeduid met een luchtopenheid van 75%, terwijl er bij de berekening voor deze dakspitsen een openheidsfactor van 32,3% gebruikt wordt.

De voorwaarden uit de adviezen van de brandweer, het Havenbedrijf en de verkeerspolitie kunnen, met het oog op de beperking van de hinder op het openbaar domein, gericht op de operationele veiligheid op en nabij de bedrijfssite en het faciliteren van interventies door hulpdiensten, integraal aan deze vergunning worden gehecht.

 

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van een hoofdwaterleiding werd tevens het advies ingewonnen van de beheerder van deze leiding. Het advies van Water-Link is gunstig. Zij voegden als bijlage een leidingplan toe aan hun advies.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Altripan nv is gespecialiseerd in de invoer, uitvoer en verkoop van hout. Met voorliggend dossier wenst het bedrijf de doorgang tussen twee magazijnen te overkappen en een nieuwe kantoorunit te bouwen. Door het overkappen van de doorgang tussen de magazijnen kan het bedrijf meer hout opslaan. De betreffende rubriek wordt daarom uitgebreid met 1.500 m³ tot een totale opslagcapaciteit van 14.000 m³.

 

Voor de lozing van het huishoudelijk afvalwater met een debiet van 650 m³/jaar wordt een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) voorzien. In de exploitatievergunning van 2015 werd reeds als bijzondere voorwaarde opgelegd dat het huishoudelijk afvalwater gezuiverd moest worden alvorens te lozen. Deze installatie werd echter nooit geplaatst. Met deze aanvraag wordt de lozing van het huishoudelijk afvalwater aangevraagd.

Na telefonisch contact met het bedrijf werd ons bevestigd dat men gewacht heeft tot deze grote renovatie om zowel naar het afvalwater toe als de recuperatie van het hemelwater maatregelen te nemen. De IBA zal na vergunningverlening zo spoedig mogelijk geplaatst worden en tevens worden twee hemelwaterputten voorzien van 20.000 liter elk voor gebruik  in het sanitair en voor het onderhoud van de magazijnen. Het bedrijf heeft bevestigd dat het kuiswater opgevangen zal worden en afgevoerd naar een erkende verwerker.

 

Voor de nieuw te bouwen kantoorunit wordt een warmtepomp geplaatst met een vermogen van 6,7 kW voor de verwarming en koeling van het kantoor. Tevens wordt de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen uitgebreid tot 500 liter.

Het gebruikte koelmiddel in de installatie betreft R410A en is toegelaten. De opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen gebeurt in een afzonderlijke ruimte en op lekbakken.

 

Met de wijzigingen in het magazijn en de plaats van het nieuwe kantoorgebouw, moeten de vier vergunde stalplaatsen verplaatst worden.

 

Wat betreft de mobiliteit heeft de aanvraag geen impact op de verkeersgeneratie van en naar het bedrijf volgens de exploitant. Het nieuwe kantoorgebouw vervangt het oude en de aanpassingen voor de overkapping tussen de magazijnen (en andere vernieuwingswerken aan de magazijnen) zullen enkel in de aanlegfase voor extra verkeer zorgen. Verder kunnen de vrachtwagens door de nieuwe parkeergelegenheid op de site staan in afwachting van het aan- en afmelden waardoor het plaatselijk verkeer niet wordt gehinderd.

Er wordt verwacht dat de effecten op de mobiliteit beperkt zijn.

 

Conform het Omgevingsvergunningsbesluit dient de beslissing de geactualiseerde vergunningsvoorwaarden te vermelden. In het besluit met als kenmerk MV2015/226 werden onderstaande bijzondere milieuvoorwaarden opgenomen:

1.   conform artikel 4.8.2.1.1. (VLAREM II) moet de lozing van huishoudelijk afvalwater in het individueel te optimaliseren buitengebied gezuiverd worden door middel van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater, waarvan de capaciteit is afgestemd op het aangesloten inwonersequivalenten;
Met voorliggend dossier wordt de rubriek lozing huishoudelijk afvalwater aangevraagd en wordt aangegeven op de plannen waar de zuiveringsinstallatie geplaatst zal worden. Aangezien de plaatsing ervan reeds in 2015 werd opgelegd en de installatie er nog altijd niet is, blijft deze voorwaarde van kracht en wordt er een uitvoeringstermijn aan gekoppeld.

2.   bij de installatie van de kleinschalige waterzuivering dient de exploitant de nodige acties te nemen zodat hemelwater kan hergebruikt worden. Eén jaar na vergunningverlening dient de exploitant aan de dienst milieuvergunningen te laten weten welke acties werden genomen.
De exploitant voorziet in twee hemelwaterputten van 20.000 liter elk voor hergebruik voor het sanitair en onderhoud van de magazijnen. Aan deze milieuvoorwaarde is bijgevolg voldaan en deze kan dus geschrapt worden uit de vergunning.

 

Op 22 oktober 2020 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/KVLO/2020/H.00341.A3.0005). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.

 

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.

 

Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-     De sandwichpanelen voor de daken van de loodsen dienen uitgevoerd te worden in een lichte kleur zoals RAL 7004, 7030, 7032, 7035, 7038, 7044, 7047 (niet limitatief);

-     De hoek van de voortuinstrook, ter hoogte van de bocht, dient vrij van constructies gehouden te worden in functie van de zichtbaarheid bij het uitrijden van de site;

-     De voorwaarden uit het advies van Havenbedrijf Antwerpen van 22 oktober 2020 dienen strikt nageleefd te worden.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

650 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

6,70 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2,67 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

+250 liter

19.6.1°c)
opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal.
+1.500 m³ in een lokaal

 

Gecoördineerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

650 m³/jaar

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

4 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

6,70 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2,67 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

500 liter

19.6.1°c)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal.

14.000 m³ in een lokaal

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV202097879. Uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV202097879. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.

 

Geadviseerde brandweervoorwaarden

De voorwaarden uit het advies van brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt nageleefd te worden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 augustus 2020

Volledig en ontvankelijk

7 september 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

14 oktober 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

6 november 2020

Verslag GOA

23 oktober 2020

naam GOA

Bieke Geypens

 

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft op 13 oktober 2020 een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen naar aanleiding van opmerkingen uit het advies van de lokale politie/verkeerspolitie en het Havenbedrijf Antwerpen.
Het wijzigingsverzoek werd op 14 oktober 2020 aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

-     De sandwichpanelen voor de daken van de loodsen dienen uitgevoerd te worden in een lichte kleur zoals RAL 7004, 7030, 7032, 7035, 7038, 7044, 7047 (niet limitatief);

-     De hoek van de voortuinstrook, ter hoogte van de bocht, dient vrij van constructies gehouden te worden in functie van de zichtbaarheid bij het uitrijden van de site;

-     De voorwaarden uit het advies van Havenbedrijf Antwerpen van 22 oktober 2020 dienen strikt nageleefd te worden.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV202097879. Uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV202097879. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.

 

Brandweervoorwaarden

De voorwaarden uit het advies van brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt nageleefd te worden.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

650 m³/jaar

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

4 voertuigen 

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

6,70 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2,67 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

500 liter

19.6.1°c)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal.

14.000 m³ in een lokaal

 

De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

1.

uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV202097879. Uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV202097879. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.

Artikel 4

De omgevingsvergunning wordt verleend voor een termijn verstrijkend op 7 augustus 2035 voor wat betreft de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en voor onbepaalde duur voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.