Terug
Gepubliceerd op 02/11/2020

2020_CBS_08941 - Omgevingsvergunning - OMV_2020090122. Sint-Paulusstraat 4. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 30/10/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_08941 - Omgevingsvergunning - OMV_2020090122. Sint-Paulusstraat 4. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_08941 - Omgevingsvergunning - OMV_2020090122. Sint-Paulusstraat 4. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020090122

Gegevens van de aanvrager:

VZW Centrum voor Jongens en Meisjes met individuele Begeleiding met als adres Sint-Paulusplaats 1 bus 1 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Sint-Paulusstraat 4 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie A nrs. 2140C en 2147/2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van een kamerwoning voor kinderen met verstandelijke beperking

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          3/8/2000:  vergunning ( 86#8719317 en 86#93) voor het restaureren van een pastoriewoning;

-         14/11/1991: weigering (86#910484) voor ondergrondse parking 200 wagens, 2 niveaus;

-          20/6/1859: toelating (1859#359) voor huis.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing van 4 bouwlagen onder schilddak;

-          halfverheven kelderverdieping (souterrain);

-          5 traveeën, waarvan in de centrale travee de toegangsdeur;

-          bouwdiepte 9,81 meter;

-          kroonlijsthoogte 28,61 meter;

-          gevelafwerking:

  • beige bepleistering;
  • witte houten schrijnwerk;
  • boven schrijnwerk kalkdecoraties;
  • zwart smeedwerk voor de ramen;

-          inrichting:

  • links achteraan kleine koer binnen rechthoek van het gebouw;
  • vanuit koer toegang tot tuin van 82,64 vierkante meter.

 

Huidige toestand

 

-          vaststelling (ID: 103820) van Burgerhuis in Louis-Philippestijl als bouwkundig erfgoed;

-          bescherming (ID: 5332) van Burgerhuis in Louis-Philippestijl als monument;

-          gemeenschapsvoorziening met kamers voor jongens en meisjes met een mentale beperking;

-          opening vanuit koer naar tuin maximaal verbreed;

-          plaatsing terras op eerste verdieping boven koer;

-          op gelijkvloerse verdieping 3 kamers met eigen badkamer;

-          op eerste verdieping keuken en living aan straatzijde en een kamer met badkamer gelegen aan koer;

-          op tweede verdieping 3 kamers met eigen badkamer en een slaapkamer voor de begeleider;

-          op de derde verdieping opnieuw 3 kamers met eigen badkamer.

 

Gewenste toestand

 

-          regularisatie van gedane wijzigingen.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          wijzigen van de functie van wonen naar gemeenschapsvoorziening;

-          plaatsen van stalen brandladders aan de achtergevel;

-          regulariseren van het terras in staalconstructie boven de koer op de eerste verdieping.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

7 augustus 2020

28 augustus 2020

Voorwaardelijk gunstig

Onroerend Erfgoed

7 augustus 2020

28 augustus 2020

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

7 augustus 2020

15 augustus 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

7 augustus 2020

21 augustus 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

7 augustus 2020

15 september 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:

 

-          2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen: Onbebouwde ruimte en tuinen die horen bij een beschermd monument of stadsgezicht moeten maximaal bewaard blijven.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: kamer 10 heeft onvoldoende lichtdoorlatende oppervlakte; kamer 3 krijgt geen rechtstreeks daglicht door het terras;
  • Artikel 26 Afvalverzameling: er is geen aparte en verluchte afvalberging ingetekend op de grondplannen;
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: er worden geen fietsstalplaatsen voorzien;
  • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er worden geen parkeerplaatsen voorzien.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag betreft het omvormen van een eengezinswoning tot een woonvoorziening met 10 kamers voor jongeren met een mentale beperking + 1 begeleider en gemeenschappelijke leefruimten. De woonfunctie blijft behouden.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

In afwijking op het RUP werd de kleine koer op het gelijkvloers overbouwd met een houten en stalen terras bij de leefruimte. Er worden verder geen wijzigingen aan het volume aangebracht. Achter het gebouw is een ruime binnenplaats waardoor er genoeg open ruimte beschikbaar is. Deze afwijking is dan ook ruimtelijk aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

 

Het gebouw is beschermd als monument sedert 17 juli 1981. Het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed is gunstig:

 

“Deze handelingen krijgen een gunstig advies omdat ze geen afbreuk doen aan de bescherming. De wijzigingen aan het interieur werden door het Agentschap goedgekeurd met een toelating. Met de goedkeuring van deze wijzigingen heeft het Agentschap impliciet de functiewijziging gunstig beoordeeld.

De aanpassingen noodzakelijk voor de brandveiligheid en de staalconstructie zijn aanvaardbaar.”

 

De stedelijke dienst Monumentenzorg sluit zich aan bij dit advies.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.

 

De koer aansluitend op de achtergevel is overdekt met een terras op de eerste verdieping waardoor kamer 3 op het gelijkvloers geen rechtstreeks daglicht krijgt. Dit is in strijd met artikel 24 van de bouwcode (Minimale lichtinval en luchttoevoer). Om voldoende daglicht in kamer 3 te krijgen wordt opgelegd dat het terras ter hoogte van dit raam moet verkleind worden met 2m² langs de gevel.

 

Ook het raam in kamer 10 op de zolderverdieping heeft een te kleine raamopening. Om te voldoen aan artikel 24 wordt als voorwaarde opgelegd dat in het dak een dakvlakvenster van 1m² wordt aangebracht.

 

Om te voldoen aan artikel 26 van de bouwcode (Afvalverzameling) moet een aparte verluchte afvalberging worden voorzien.

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

De eengezinswoning werd verbouwd tot 10 kamerwoningen voor kinderen met verstandelijke beperking, en 1 kamer voor de begeleider.

11 kamerwoningen met een parkeernorm van 0,15/kamer : 11 x 0,15 = 1,65 afgerond 2.

De werkelijke parkeerbehoefte is 2.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is beschermd als onroerend erfgoed. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen parkeerplaatsen voorzien worden.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

De laatst vergunde toestand is een eengezinswoning. De parkeerbehoefte hiervan is 1. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 1.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 1 = 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor de 11 kamerwoningen moeten in principe 11 fietsenstallingen voorzien worden.

Aangezien deze kinderen niet in staat zijn te fietsen, kan hiervan afgeweken worden.

 

Er moeten wel een aantal fietsenstallingen voorzien worden voor begeleiders en bezoekers.

De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

 

“Een aantal (+/-5) fietsenstallingen voorzien op eigen terrein voor begeleiders en bezoekers.”

 

Dit wordt als voorwaarde opgelegd.

 

Woninggrootte

 

De kamers hebben een oppervlakte van 11,5 tot 15,5m² en beschikken elk over een aparte badkamer met douche en toilet. Voor kamerwoningen wordt normaliter uitgegaan van een minimale oppervlakte van 20m². Het betreft hier echter een vorm van begeleid wonen met collectieve verblijfsruimten.

 

Indien er bijkomende collectieve ruimtes worden opgenomen die onmiddellijk in relatie staan en gericht zijn op de aanwezige woningen kan een afwijking op de kameroppervlaktes worden toegestaan. Deze vermindering in netto-vloeroppervlakte wordt minimaal voor de helft gecompenseerd in de collectieve ruimtes. Dit wil zeggen dat de totaliteit van de vermindering in netto-vloeroppervlakte van alle zelfstandige woningen samen, minimaal voor de helft omgezet wordt in de collectieve ruimtes. Bijkomend hebben deze collectieve ruimtes een oppervlakte van ten minste 12 vierkante meter. Het gaat om collectieve ruimtes zoals speelkamer, sportkamer, leefruimte, co-workruimte, gastenkamer, overgedimensioneerde inkomhallen en circulatieruimtes die multifunctioneel gebruik stimuleren,... Deze voorzieningen stimuleren contact en ontmoeting en versterken het sociaal weefsel. Verplichte of noodzakelijke collectieve en gemeenschappelijke ruimtes, zoals de minimaal verplichte buitenruimtes, entreehallen, circulatieruimtes, ruimtes rond liften, verplichte fietsenstallingen, autoparkeerplaatsen, dakterrassen en tuinen, en bergruimtes kunnen hiervoor niet in rekening worden gebracht.

 

Er is een collectieve leefruimte annex keuken met een gezamenlijke oppervlakte van ruim 40m². De ontbrekende oppervlakte in de kamers moet voor de helft gecompenseerd worden in de collectieve ruimten. Samengeteld is de ontbrekende oppervlakte voor de kamers 46m². De collectieve leefruimte voldoet dus ruim aan de vereiste norm van 50% van de ontbrekende oppervlakte. De kamers zijn op zich ruim en comfortabel genoeg (mits inachtneming van de opgelegde voorwaarden) en ook de gemeenschappelijke leefruimte is ruim en licht. De bewoners beschikken bovendien over een groot terras en een binnentuin.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      om te voldoen aan artikel 24 van de bouwcode moet ter hoogte van kamer 3 het terras verkleind worden met een onderbreking van 2m² langs de gevel;

3.      in kamer 10 moet een dakvlakvenster van minimum 1m² worden aangebracht conform artikel 24 van de bouwcode;

4.      er moet een aparte verluchte afvalberging van 4m² worden voorzien in het gebouw conform artikel 26 van de bouwcode;

5.      er moeten een 5 fietsstalplaatsen worden voorzien op eigen terrein voor begeleiders en bezoekers conform artikel 29 van de bouwcode;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 juli 2020

Volledig en ontvankelijk

7 augustus 2020

Start openbaar onderzoek

15 augustus 2020

Einde openbaar onderzoek

13 september 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 november 2020

Verslag GOA

20 oktober 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

15 augustus 2020

13 september 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      om te voldoen aan artikel 24 van de bouwcode moet ter hoogte van kamer 3 het terras verkleind worden met een onderbreking van 2m² langs de gevel;

3.      in kamer 10 moet een dakvlakvenster van minimum 1m² worden aangebracht conform artikel 24 van de bouwcode;

4.      er moet een aparte verluchte afvalberging van 4m² worden voorzien in het gebouw conform artikel 26 van de bouwcode;

5.      er moeten een 5 fietsstalplaatsen worden voorzien op eigen terrein voor begeleiders en bezoekers conform artikel 29 van de bouwcode;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.