Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020106352 |
Gegevens van de aanvrager: | BV 22 Invest met als adres De Merodelei 1 te 2600 Antwerpen, de heer Björn Dillien met als contactadres De Merodelei 1 te 2600 Antwerpen en BVBA gestalt architecten met als contactadres Karel Coggestraat 11 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Klapdorp 60 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie B nr. 651E |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/05/1986: vergunning (18#67612) voor verbouwing;
- 26/05/1961: toelating (18#42325) voor verbouwing;
- 13/11/1925: toelating (1925#22369) voor het afbreken en herbouwen van een huis.
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinswoning met twee handelspanden op het gelijkvloers;
- gesloten bebouwing met 4 bouwlagen onder plat dak;
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- functie: conform vergund;
- bouwvolume: gelijkvloerse verdieping conform vergund;
- gevelafwerking: conform vergund;
- vaststelling (ID: 5216) van handels- en woonpand in art-decostijl als bouwkundig erfgoed.
Gewenste toestand
- de aanvraag betreft de voorgevel, de bovenliggende verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag;
- functie: conform vergund;
- bouwvolume: maakt geen deel uit van de aanvraag;
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 12 september 2020 | 5 oktober 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 11 september 2020 | 14 september 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
de toegangsdeuren naar de handelspanden kunnen geen voldoende opstelruimte noch draaicirkel garanderen indien de deuren inpandig worden geplaatst.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Cultuurhistorische en visueel-vormelijke aspecten
Het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Daarom wordt de aanvraag voor advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Zij stelde het volgende:
“De aanvraag betreft een handels- en woonpand in sobere, klassiek geïnspireerde art-decostijl, naar een ontwerp door de architect Emile Vereecken uit 1925. Opdrachtgevers waren de gebroeders De Wreede, vertegenwoordigd door Louis De Wreede. Het bouwprogramma omvatte een onderkelderde winkelruimte over twee niveaus met kantoren en stapelruimte, en twee ruime appartementen wellicht bestemd voor de bouwheren.
Het handels- en woonpand De Wreede behoort tot de allerlaatste realisaties van Emile Vereecken, die als architect actief was in Antwerpen van omstreeks 1890 tot zijn overlijden in 1926. Hij startte zijn loopbaan op het architectenbureau van zijn vader Jean Baptiste Vereecken, en zette na zowat vijftien jaar samenwerking de succesvolle praktijk vanaf 1906 in eigen naam verder. Tijdens het decennium voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog evolueerde Vereeckens architectuur van een overladen eclecticisme naar een Frans georiënteerde beaux-artsstijl. Zijn belangrijkste creatie uit deze periode is het monumentale kantoorgebouw Bunge & C° in de Arenbergstraat. In de weinige projecten uit het vroege interbellum die van hem gekend zijn, bevestigt Vereecken zijn geloofsbelijdenis aan de klassieke, traditionele bouwkunst.
Met een gevelbreedte van vijf traveeën omvat het gebouw drie bouwlagen en een entresol onder een plat dak. De lijstgevel, die zich onderscheidt door een parement uit witte natuursteen, is opgebouwd uit een volledig opengewerkte winkelpui die begane grond en entresol beslaat, en een bovenbouw waarvan de ordonnantie aan de woonfunctie appelleert. Van de pui zijn enkel de hoekpenanten en de puilijst met tandlijst bewaard; de huidige pui werd gerealiseerd na een verwoestende brand in 1986. Axiaal-symmetrisch van opbouw, wordt de bovenbouw in de middenas gemarkeerd door een oplopende bow-window met drielichten. De traveeën aan weerszij zijn gebundeld in verdiepte gevelvelden. Verder beantwoordt de opstand aan regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met bewerkte borstwering. Een klassiek hoofdgestel met gebroken architraaf en houten kroonlijst op klossen en consoles vormt de gevelbeëindiging. Het schrijnwerk in de bovengevel werd vervangen door witte pvc.
Volgens de bouwplannen besloeg de winkelruimte nagenoeg de volledige oppervlakte van begane grond en entresol, ontsloten door een achteraan ingeplante bordestrap met bovenlicht. De achterbouw herbergde gelijkvloers twee kantoren, en op de eerste en twee verdieping opslagruimten. Beide appartementen namen met een identieke plattegrond de bovenverdiepingen van de voorbouw in, en waren slechts bereikbaar vanuit de winkel. Zij omvatten een suite van salon en eetkamer, drie slaapkamers, een keuken en badkamer.
Het complex in kwestie heeft een beeldbepalende stadslandschappelijke waarde op het Klapdorp. Ondanks de verbouwing van de pui zijn dezelfde vorm en structuur als moment van ontstaan nog afleesbaar.
Het voorwerp van deze aanvraag beperkt zich tot het wijzigen van de voorgevel meer bepaald de pui.
Sinds de vergunde toestand uit 1986 werd de indeling achter de plint volledig gewijzigd. Het exact hercreëren van de oorspronkelijke toestand uit 1921 is bijgevolg niet mogelijk. De vormgeving en materialisatie uit 1986 wordt volledig ongedaan gemaakt. In de plaats daarvan komt er een herinterpretatie van de originele art-deco gevel. Een materialisatie van voornamelijk beige natuursteen wordt gecombineerd met elementen in zwarte natuursteen en details in bronskleur.
Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in slanke donkergroene aluminium profielen. Naar klassiek-stedelijk voorbeeld van onder meer de Lange Koepoortstraat 72, krijgen de 2 handelspanden een hoekvitrine met een voorsas en dieperliggende toegang. De centrale toegang tot de bovenliggende wooneenheden wordt voorzien van textuurglas en volledig op de gevellijn geplaatst. Een zorgvuldig geselecteerde gevelverlichting vervolledigt het geheel.
De geplande werken werden voorbesproken met de stedelijke dienst monumentenzorg. De aanvraag voldoet aan artikel 5§1 en 5§2 van de stedelijke bouwcode.
De aanpassingen afgestemd op de bovengevel en geïnspireerd door het oorspronkelijk ontwerp zullen de beeldwaarde van het pand en de straat alleen maar opwaarderen.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan dit standpunt worden bijgetreden. Alle gevelwijzigingen worden niet als storend ervaren in de omgeving en kunnen gunstig beoordeeld worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Strijdig met de verordening is er geen vlakke opstelruimte voor de deuren in de nissen naar de handelsruimten aanwezig. Anders dan aangegeven op het grondplan mag de draaicirkel de draai van de deur niet overlappen. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan. In voorwaarde wordt opgelegd om de pas van de vloer in de nis 2 cm te verlagen tot de pas van het voetpad.
Ook achter de deur naar de appartementen is er geen opstelruimte aanwezig. Ook hier kan geen afwijking op worden toegestaan. In voorwaarde wordt opgelegd de lichte wand tussen de fietsenberging en de gang te supprimeren. Onderzocht kan worden of alle fietsen naast elkaar evenwijdig met de straat kunnen worden gestald.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de vloerpas van de nis naar de handelspanden te verlagen tot op het niveau van het voetpad zodat er, conform de verordening toegankelijkheid, een vrije vlakke draairuimte is voor de deur;
3. de lichte wand tussen fietsenberging en gang te verwijderen zodat er, conform de verordening toegankelijkheid, voldoende vrije opstelruimte is achter de inkomdeur.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 augustus 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 11 september 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 november 2020 |
Verslag GOA | 22 oktober 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de vloerpas van de nis naar de handelspanden te verlagen tot op het niveau van het voetpad zodat er, conform de verordening toegankelijkheid, een vrije vlakke draairuimte is voor de deur;
3. de lichte wand tussen fietsenberging en gang te verwijderen zodat er, conform de verordening toegankelijkheid, voldoende vrije opstelruimte is achter de inkomdeur.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.