Terug
Gepubliceerd op 11/01/2021

2021_CBS_00078 - Omgevingsvergunning - OMV_2020111305. Ekersesteenweg 2. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/01/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_00078 - Omgevingsvergunning - OMV_2020111305. Ekersesteenweg 2. District Ekeren - Goedkeuring 2021_CBS_00078 - Omgevingsvergunning - OMV_2020111305. Ekersesteenweg 2. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020111305

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Zora Joundi met als adres Steenstraat 103 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Ligging van het project:

Ekersesteenweg 2 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 17 sectie F nr. 587L

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van een handelspand met autobergplaats naar kinderdagverblijf

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          07/06/2018: aktename (20181349) voor een automatisch wassalon;

-          22/09/1986: weigering (18#68190) voor het uitbreiden van de bestaande autobergplaats;

-          22/09/1978: vergunning (18#59596) voor het bouwen van een autobergplaats;

-          24/02/1978: weigering (18#59312) voor het bouwen van een magazijn;

-          03/11/1967: vergunning (18#50537) voor het bouwen van een flatgebouw + 7 winkels.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          detailhandel en aansluitende autobergplaats in achterbouw;

-          appartementsgebouw van 8 bouwlagen met plat dak;

-          achterbouw in L-vorm van 1 bouwlaag met plat dak.

Huidige toestand

-          winkel met magazijn in achterbouw met naastgelegen wassalon (wassalon maakt geen deel uit van de aanvraag);

-          appartementsgebouw van 8 bouwlagen met plat dak;

-          achterbouw in L-vorm van 1 bouwlaag met plat dak;

-          voorgevel achterbouw is afgewerkt met bruine gevelsteen, beige geschilderde beton, beige geschilderde luifel in beton, grijs dakrandprofiel in aluminium en wit en blauw buitenschrijnwerk in pvc.

Gewenste toestand

-          kinderdagverblijf met naastgelegen wassalon (wassalon maakt geen deel uit van de aanvraag);

-          appartementsgebouw van 8 bouwlagen met plat dak;

-          achterbouw in L-vorm van 1 bouwlaag met plat dak;

-          overeenkomstig bestaande toestand met uitzondering van:

  • buitenschrijnwerk in blauwe pvc.

Inhoud van de aanvraag

-          functiewijziging van een winkelruimte met achterliggend autobergplaats naar kinderdagverblijf;

-          creëren van een patio binnen het bestaande volume;

-          wijzigen van de gevels:

  • vervangen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel;
  • plaatsen van een schuifraam in de achtergevel;

-          aanleggen van verharding voor 3 extra parkeerplaatsen in de voortuinstrook.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

6 oktober 2020

9 november 2020

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

6 oktober 2020

3 november 2020

Voorwaardelijk gunstig

Departement Omgeving - seveso

6 oktober 2020

15 oktober 2020

Geen bezwaar

Vlaamse Milieumaatschappij

6 oktober 2020

19 oktober 2020

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

6 oktober 2020

27 oktober 2020

stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen/ luchtkwaliteit en geluid

6 oktober 2020

14 oktober 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

6 oktober 2020

23 oktober 2020

talentontwikkeling en vrijetijdsbeleving/ jeugd/ regie kinderopvang

6 oktober 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer II overdrukt is.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 43 Groot Hagelkruis, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 11 april 1968. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor bijgebouwen en zone voor open plaatsen en tuinen.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 43 Groot Hagelkruis - wijziging stedenbouwkundigen voorschriften, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 1 oktober 1999.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgend punt:

-          Artikel 2 Zone voor bijgebouwen: deze zone is bedoeld voor de inrichting van bergplaatsen of garages.
Het rechterdeel achteraan van het kinderdagverblijf valt in deze bestemming;

-          Artikel 5 Zone voor open plaatsen en tuinen: deze plaats is bedoeld voor de inrichting van terrassen of tuinen.
Het linkerdeel achteraan van het kinderdagverblijf valt in deze bestemming.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • Artikel 18 Algemene bepalingen:
    de inkomdeur en de patio hebben een niveauverschil groter dan 2 cm tussen binnen en buiten;
  • Artikel 27 Parkeerplaatsen:
    er dient minstens 1 aangepaste parkeerplaats voorzien te zijn.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de rustruimtes hebben een vrije hoogte van 2,50 m in plaats van het minimum van 2,60 m;
  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    het kantoor, de keuken en de rustruimtes hebben geen rechtstreekse toegang tot licht en lucht;
  • Artikel 26 Afvalverzameling:
    er wordt geen aparte afvalberging voorzien;
  • Artikel 27 Open ruimte:

voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten.
er worden 3 extra parkeerplaatsen ingericht.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het project wordt gunstig geadviseerd door de waterbeheerder.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving.

Het voorste en grootste gedeelte van de aanvraag is volgens het gewestplan bestemd als zone voor woongebied. De functie van kinderdagverblijf is hieraan conform. Voor het achterste gedeelte van het kinderdagverblijf is het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 43 Groot Hagelkruis van toepassing (goedgekeurd in 1968 en gewijzigd in 1999). Dit deelt valt enerzijds in de zone voor bijgebouwen en anderzijds in de zone voor open plaatsen en tuinen. Een kinderdagverblijf is in deze zones is in principe niet mogelijk.

Conform artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening mag de vergunningverlenende overheid bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag en voor zover de aanvraag tot afwijking wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek. De aanvraag voldoet aan deze voorwaarden.

Deze afwijking valt stedenbouwkundig te beargumenteren gezien de geplande functie. Aantrekkelijke wijken en buurten kenmerken zich door een divers aanbod aan voorzieningen. Een kinderdagverblijf is een woonondersteunende dienst en de aanvraag is gesitueerd in het woonweefsel van Ekeren. Ook de stedelijke dienst business en innovatie adviseert deze functie gunstig. Zij stellen dat de omvorming van winkelruimte naar diensten (kinderdagverblijf) voor een verbreding zorgt van het aanbod aan dagelijkse voorzieningen in deze wijk.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het bestaande vergunde volume wordt niet gewijzigd.

 

In de voortuinstrook worden 3 extra parkeerplaatsen gecreëerd, daar waar nu een plantvak is voorzien. Deze wijziging kan niet gunstig beoordeeld worden. Uit het advies van de dienst mobiliteit blijkt dat de reeds aanwezige parkeerplaatsen in de voortuinstrook volstaan om tegemoet te komen aan de parkeerbehoefte van het kinderdagverblijf. Het is dan ook niet wenselijk om de voortuinstrook verder te verharden in functie van niet-noodzakelijke parkeerplaatsen (bouwcode, artikel 27). De bijkomende parkeerplaatsen zullen uitgesloten worden uit de vergunning zodat het bestaande plantvak kan behouden blijven.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag is visueel inpasbaar in de omgeving. De voorgevel wordt voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in blauwe pvc, overeenkomstig aan het bestaande schrijnwerk. In de achtergevel wordt een nieuwe opening voorzien voor een schuifraam, eveneens in blauwe pvc.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er wordt een afwijking toegestaan op het ontbreken van rechtstreekse toegang tot licht en lucht in het kantoor, de keuken en de rustruimtes (bouwcode, artikel 24). Deze ruimtes worden dagelijks slechts gedurende korte tijd gebruikt. De kinderen en het personeel zullen vooral in de leefruimtes aanwezig zijn. Deze zijn allemaal voorzien zijn van grote, opengaande ramen.

Een patio, centraal in het bestaande volume, zorgt voor een buitenruimte voor het kinderdagverblijf. Hierdoor worden alle leefruimtes van voldoende daglicht voorzien en is er een visuele connectie tussen de leefruimtes onderling.

 

Daarnaast wordt er een afwijking toegestaan op de beperkte interne vrije hoogte van de rustruimtes (bouwcode, artikel 21). Om een gevoel van geborgenheid te creëren in relatie tot de afmetingen van de rustruimtes, wordt een vals plafond geplaatst onder de stalen ligger, ter hoogte van ongeveer 2,50 meter boven de vloerpas. Deze argumentatie kan gevolgd worden.

 

Om de luchtkwaliteit en geluidshinder te kunnen beoordelen werd de aanvraag ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst voor energie en milieu. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies: “De akoestische prestatie van het gebouw is voldoende hoog om doorgaans een geluidsniveau (LAeq, 30min) van maximaal 35 dB(A) in de voorste leefruimte te realiseren (enkel als gevolg van verkeersgeluid). De berekening van de noodzakelijke akoestische isolatiewaarde van de nieuwe voorgevel(delen) gebeurt op basis van een voorgevelbelasting van 69 dB(A) als gevolg van wegverkeer. Ventilatieopeningen worden zoveel mogelijk vermeden aan de voorgevel.” Het advies wordt bijgetreden. De gestelde voorwaarden worden aan de vergunning gekoppeld.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan het Agentschap Wegen en Verkeer aangezien de Ekersesteenweg een gewestweg is. Zij geven gunstig advies omdat de aanvraag geen betrekking heeft op de toegangen tot de gewestweg.

Het Agentschap wil de aanvrager er wel op wijzen dat de huidige toegangen niet conform de richtlijnen uit het dienstorder werden ingericht. Bij een eventuele herinrichting van de gewestweg of bij een vergunningsaanvraag waarbij de toegangen wel onderwerp uitmaken van de aanvraag moet er rekening worden gehouden met de richtlijnen en dienen deze, in het belang van een vlot en veilig verkeer maximaal nagestreefd te worden.

Concreet zullen de toegangen tot het betreffende perceel zo moeten aangepast worden dat: de breedte van de toegang maximum 4,5m bedraagt en dat de haag wordt teruggesnoeid zodat er opnieuw voldoende zicht is op de aankomende fietsers en ander verkeer.

 

De aanvraag is volgens de watertoetskaarten deels mogelijk en deels effectief overstromingsgevoelig gebied. Daarom werd de aanvraag ter advies voorgelegd aan de Afdeling Watertoets van de Vlaamse Milieumaatschappij. Het project wordt gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij bevat aanbevelingen indien eventuele werken aan het rioleringsstelsel worden uitgevoerd. De afvoerleidingen van het kinderdagverblijf worden aangesloten op het gescheiden stelsel van het appartementsgebouw waar het gebouw bedoeld voor het kinderdagverblijf deel van uit maakt. Werken aan het rioleringsstelsel maken echter geen deel uit van de aanvraag. Het advies wordt integraal toegevoegd bij de vergunning en moet besproken worden met de vereniging van mede-eigenaars van het appartementsgebouw waartoe het kinderdagverblijf behoort aangezien in de bezwaarschriften op de aanvraag bekommernissen worden geuit met betrekking tot het rioleringsstelsel.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van winkel tot kinderdagverblijf van 467 m² (parkeernorm 0,9 pp/100 m²) = 4.

 

De plannen voorzien in 7 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4.

 

Dit aantal is toereikend. De aanvraag voorziet naast de bestaande 4 parkeerplaatsen ook nog 3 bijkomende. Deze zouden op de plaats komen waar nu een plantenzone is voorzien. Deze ingreep is overbodig. Een groene invulling verdient in deze context dan ook de voorkeur. Daarom wordt geadviseerd om het plantenvak te behouden.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De winkel voorzag in eigen parkeerbehoefte. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsvoorzieningen

In de huidige plannen zijn er 3 fietsparkeerplaatsen voorzien. Dit aantal is onvoldoende volgens de geldende normen voor een kinderopvang. Conform het advies van de stedelijke dienst mobiliteit geldt:

-          personeel (parkeernorm 0,6): 0,6/100 m² x 467 m² = 3 fietsparkeerplaatsen

-          bezoekers (parkeernorm 2): 2/100 m² x 467 m² = 9 fietsparkeerplaatsen.

 

De fietsparkeerplaatsen voor personeelsleden moeten afsluitbaar en overdekt voorzien worden. De aanvrager moet hiervoor in overleg treden met de vereniging van mede-eigenaars. Mogelijks is er ruimte in de ondergrondse kelder van het appartementsgebouw om er minstens de plaatsen voor het personeel te voorzien.

Ook voor de fietsparkeerplaatsen voor bezoekers moet de aanvrager in overleg treden met de vereniging van mede-eigenaars om de meest optimale plek binnen de gemene delen uit te zoeken.

Hierbij wordt er de aandacht op gevestigd dat in voortuinstroken geen constructies toegelaten zijn (bouwcode, artikel 27).

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moet een afgescheiden ruimte voor afvalberging voorzien worden met verluchting en een oppervlakte van minimaal 4 m²;

3.      het niveauverschil tussen de interne vloerpas en de buitenomgeving mag maximaal 2 cm bedragen of moet met een helling van maximaal 10% overbrugd worden;

4.      er moet 1 aangepaste parkeerplaats voorzien worden met een breedte van minstens 3,50 meter;

5.      de berekening van de noodzakelijke akoestische isolatiewaarde van de nieuwe voorgevel(delen) gebeurt op basis van een voorgevelbelasting van 69 dB(A) als gevolg van wegverkeer;

6.      ventilatieopeningen in de voorgevel zijn niet mogelijk;

7.      het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer op te volgen;

8.      het advies van de Afdeling Watertoets van de Vlaams Milieumaatschappij op te volgen;

9.      3 fietsparkeerplaatsen voor personeel en 9 voor bezoekers te voorzien.

 

Uitsluitingen

parkeerplaatsen 5, 6 en 7 in de voortuinstrook.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 september 2020

Volledig en ontvankelijk

6 oktober 2020

Start openbaar onderzoek

15 oktober 2020

Einde openbaar onderzoek

13 november 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 januari 2021

Verslag GOA

24 december 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

15 oktober 2020

13 november 2020

11

0

0

3

 

Bespreking van de bezwaren

Er zijn 14 bezwaarschriften ingediend die zich als volgt laten samenvatten:

1.      Omvorming plantvak tot parkeerplaatsen: Het bezwaar dat de aanvrager doet uitschijnen dat deze over de nodige gebruiksrechten beschikt om het terrein in de voortuinstrook her in te richten en zich toe te eigenen. De voortuinstrook behoort tot de gemene delen van de vereniging van mede-eigenaars. Er is een tekort aan private parkeerplaatsen voor de bewoners van het appartementsgebouw. Deze parkeerplaatsen kunnen niet als privé parkeerplaats voor het kinderdagverblijf gebruikt worden;

Beoordeling: Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond.

Enerzijds betreft de bestaande verharde voortuinstrook gelegen voor de oorspronkelijke winkelruimte een vergunde situatie, in functie van de oorspronkelijke winkel. De 4 aanwezige parkeerplaatsen zullen kort gebruikt worden voor het afzetten van kinderen en kunnen ’s avonds (en ook overdag) gebruikt worden door de bewoners. De parkeerplaatsen worden niet persoonlijk toegeëigend door het kinderdagverblijf en blijven voor iedereen toegankelijk. Door het dubbele gebruik worden deze parkeerplaatsen optimaal benut.

Anderzijds voorziet de aanvraag inderdaad een herinrichting in de voortuinstrook door rechts 3 bijkomende parkeerplaatsen in te planten. Uit het advies van de stedelijke dienst mobiliteit blijkt echter dat de 4 bestaande parkeerplaatsen volstaan om de behoefte van het kinderdagverblijf op te vangen. Een bijkomende verharding van de voortuinstrook voor extra parkeerplaatsen kan, vanuit stedenbouwkundig oogpunt, niet gunstig geadviseerd worden. De omvorming van het bestaande plantvak in de voortuinstrook wordt uitgesloten uit de vergunning;

 

2.      Kruispunt: Het bezwaar dat de kinderen afgezet moeten worden op een kruispunt van twee drukke straten;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De stedelijke dienst mobiliteit maakt geen bezwaar bij de inplanting van het kinderdagverblijf. In de beschrijvende nota bij de aanvraag wordt gemotiveerd dat het kinderdagverblijf een verplaatsing vormt van een bestaande kinderdagverblijf slechts 50m verder. Er komen dus geen nieuwe gebruikers bij. De openbare parkeerstrook die zich voor de nieuwe locatie van het kinderdagverblijf bevindt, wordt nu ook al gebruikt als ‘kiss and ride’ zone;

 

3.      Rioleringsproblemen en verdeling quotiteiten water en gas: Het bezwaar dat in een deel van de oorspronkelijk vergunde winkelruimte nummer 7 volgens het plan uit 1967 een wassalon gevestigd is. De vereniging van mede-eigenaars kampt met problemen van verstopping en stank van de afvoerleidingen van het wassalon. De eigenaar van het wassalon werd intussen gedagvaard voor de rechtbank door de vereniging van mede-eigenaars. De bezwaarindiener vraagt het college het vonnis van de rechtbank af te wachten alvorens een uitspraak te doen over de vergunning. De aanvraag voorziet geen aangepaste voorzieningen voor de afvoer van de toiletten van het kinderdagverblijf waardoor de problemen zullen toenemen. Eveneens wordt gesteld dat het afvoerwater van het kinderdagverblijf druk zal leggen op de bestaande verdeling van de quotiteiten. Dit is ook het geval wat betreft de bestaande verdeling van quotiteiten voor water en gas;

Beoordeling: Het bezwaar is van burgerrechterlijke aard en daardoor onontvankelijk. De plannen voorzien een aansluiting op de bestaande afvoerleidingen van de gemeenschappelijke delen. Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning wordt de dimensionering van leidingen niet onderzocht. Nutsvoorzieningen dienen aangelegd te worden volgens de regels van de kunst. Ook de verdeling van quotiteiten voor afvoerwater, water, gas, e.d. zijn niet van stedenbouwkundige aard en maken geen deel uit van een omgevingsvergunning.
Wel dient gewezen te worden op het advies dat de Vlaamse Milieumaatschappij uitbracht tijdens deze procedure. Dit advies is gunstig maar bevat aanbevelingen indien eventuele werken aan het rioleringsstelsel worden uitgevoerd. De bedoelde werken waar deze aanbevelingen op gericht zijn, maken echter geen deel uit van de aanvraag.

Het is aan te bevelen om deze aanbevelingen met de VME te bespreken.

Tot slot wordt opgemerkt dat de uitspraak van de rechtbank, waarover sprake is, burgerrechterlijke zaken betreft. Deze zal dan ook in beginsel geen invloed hebben op de beoordeling van een omgevingsvergunning. Daarenboven is het college gebonden aan vastgestelde termijnen waarbinnen een omgevingsvergunningsaanvraag behandeld moet worden. Ook vanuit deze overweging kan er niet gewacht worden op de uitspraak;

 

4.      Brandveiligheid: De bezwaarindiener vraagt aandacht voor de brandveiligheid. Er is in het verleden een brand geweest op deze locatie. In het verleden werd een vergunning aangevraagd voor een magazijn voor ijzerwaren waarbij er negatief advies werd verleend voor onder meer de brandveiligheid. De bezwaarindiener stelt zich de vraag of een invulling met een kinderdagverblijf dan wel mogelijk is;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag werd ter advies aan de brandweer voorgelegd. Deze geeft een voorwaardelijk gunstig advies, mits het respecteren van enkele specifieke brandvoorzorgsmaatregelen;

 

5.      Ongeschiktheid: De bezwaarindiener stelt dat het pand ongeschikt is voor een kinderdagverblijf. Het is een lange pijp met enkel ramen aan de voorzijde;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag is conform artikel 24 van de bouwcode. Dit artikel stelt minimale kwaliteitseisen voor licht- en luchttoetreding van een verblijfsruimte. Er wordt een patio voorzien binnen het bestaande volume waardoor er voldoende daglicht- en luchttoetreding is.

 

6.      Lawaaihinder: Het bezwaar dat het kinderdagverblijf lawaaihinder zal veroorzaken in de vroege ochtenduren. Het pand sluit aan op de achterkant van een appartementsgebouw waar zich slaapkamers bevinden. Ook van het huidige kinderdagverblijf iets verder in dezelfde straat ondervinden de bewoners van het appartementsgebouw in de zomer hinder, vooral door de muziek die er dikwijls gespeeld wordt;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De beoogde functie ‘kinderdagverblijf’ is inpasbaar in het woongebied en vanuit stedenbouwkundig standpunt aanvaardbaar. Bezwaar tegen eventuele overlast is louter hypothetisch en niet stedenbouwkundig van aard. Zoals tal van andere bezwaren, heeft dit bezwaar betrekking op goede afspraken met de vereniging van de mede-eigenaars;

 

7.      Functiewijziging van onwettig gebruik: Het huidige appartementsgebouw is gerealiseerd op basis van vergunning uit 1967. Achter het gebouw werden 28 autostaanplaatsen voorzien die echter nooit gerealiseerd zijn. In de plaats kwam een autobergplaats die feitelijk gebruikt werd als magazijn bij de voorliggende winkelruimte. Met deze vergunning wordt een onwettig tot stand gekomen constructie een nieuwe bestemming gegeven;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De constructie waarin het kinderdagverblijf wordt gevestigd is een vergunde constructie, bedoeld als autobergplaats. De beoogde functie ‘kinderdagverblijf’ is inpasbaar in het woongebied en vanuit stedenbouwkundig standpunt aanvaardbaar. De onwettige invulling van de constructie in het verleden heeft geen invloed op deze beoordeling;

 

8.      Strijdig met de voorschriften van BPA nr. 43 ‘Groot Hagelkruis’: Het bezwaar dat het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft gelegen is binnen de contouren van het BPA nr. 43 ‘Groot Hagelkruis’ en in strijd is met de voorschriften van dit BPA, namelijk met artikel 2 Zone voor bijgebouwen en artikel 5 Zone voor open plaatsen en tuinen;

Beoordeling: Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond. Het achterste gedeelte is in beginsel in strijd met de geldende voorschriften uit het BPA. Conform artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening mag de vergunningverlenende overheid bij het verlenen van een omgevingsvergunning echter afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag en voor zover de aanvraag tot afwijking wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek. Dit is het geval in voorliggende aanvraag. Gezien de maatschappelijke meerwaarde van de functie wordt een afwijking toegestaan;

 

9.      Strijdig met het reglement van de vereniging van mede-eigenaars: Het bezwaar dat het reglement van de vereniging van mede-eigenaars alleen handel, kantoren en vrije beroepen toelaat. De bezwaarindiener is van oordeel dat de vergunningverlenende overheid een vergunningsaanvraag die om burgerrechterlijke redenen niet kan worden uitgevoerd, mag weigeren;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De beoogde functie ‘kinderdagverblijf’ is inpasbaar in het woongebied en vanuit stedenbouwkundig standpunt aanvaardbaar. De strijdigheid met het reglement van de vereniging van mede-eigenaars is van burgerrechterlijke aard. Echter doet een stedenbouwkundige vergunning de rechten van burgerrechterlijke afspraken niet teniet. Indien blijkt dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis dan blijft de vergunning onwerkzaam.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moet een afgescheiden ruimte voor afvalberging voorzien worden met verluchting en een oppervlakte van minimaal 4 m²;

3.      het niveauverschil tussen de interne vloerpas en de buitenomgeving mag maximaal 2 cm bedragen of moet met een helling van maximaal 10% overbrugd worden;

4.      er moet 1 aangepaste parkeerplaats voorzien worden met een breedte van minstens 3,50 meter;

5.      de berekening van de noodzakelijke akoestische isolatiewaarde van de nieuwe voorgevel(delen) gebeurt op basis van een voorgevelbelasting van 69 dB(A) als gevolg van wegverkeer;

6.      ventilatieopeningen in de voorgevel zijn niet mogelijk;

7.      het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer op te volgen;

8.      het advies van de Afdeling Watertoets van de Vlaams Milieumaatschappij op te volgen;

9.      3 fietsparkeerplaatsen voor personeel en 9 voor bezoekers te voorzien.

 

Uitsluitingen

parkeerplaatsen 5, 6 en 7 in de voortuinstrook.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.