Terug
Gepubliceerd op 11/01/2021

2021_CBS_00062 - Omgevingsvergunning - OMV_2020139378. Spaansemolenstraat 25. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/01/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_00062 - Omgevingsvergunning - OMV_2020139378. Spaansemolenstraat 25. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring 2021_CBS_00062 - Omgevingsvergunning - OMV_2020139378. Spaansemolenstraat 25. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020139378

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Noëlla Eysackers met als adres Spaansemolenstraat 25 te 2040 Antwerpen en de heer Peter Mathys met als adres Spaansemolenstraat 25 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen)

Ligging van het project:

Spaansemolenstraat 25 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 20 sectie C nr. 58C

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Huidige toestand

 

-          functie: eengezinswoning van twee bouwlagen onder een zadeldak;

-          bouwvolume:

  • de woning heeft een gevelbreedte van circa 7,20 m²;
  • tegen de linker perceelgrens is een uitbreiding die zich uitrekt tot een bouwdiepte van  circa 21,23 m en met daartegen een berging;

-          gevelafwerking:

  • de voorgevel bestaat uit bruinrode baksteen met witkleurig houten buitenschrijnwerk met een dak in rode dakpannen;
  • de voorgevel bestaat uit twee toegangsdeuren.

 

Gewenste toestand

 

-          bouwvolume:

  • een groot deel van de uitbouw tegen de linker perceelgrens wordt gesupprimeerd;
  • de totale bouwdiepte van de woning wordt begrensd op circa 17,14 m tegen de rechter perceelgrens;

-          gevelafwerking:

  • het vervangen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel naar antracietkleurig PVC;
  • beide toegangsdeuren blijven behouden;

-          inrichting: er wordt een infiltratiebekken voorzien van 1.450 liter, een septische put van 1.500 liter en een regenwaterput van 5.000 liter.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          verbouwen van een eengezinswoning:

  • supprimeren van een bestaande aanbouw;
  • vernieuwen achterbouw op de gelijkvloerse verdieping.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

18 november 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. Het is niet volledig duidelijk of deze voorzien werd.

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

de aansluitpunten van de RWA en DWA moeten minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m uiteen gelegen zijn. In voorliggende aanvraag zijn de aansluitpunten circa 0,73 m uiteen gelegen.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Spaansemolenstraat.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

In voorliggende aanvraag wordt de bestaande gelijkvloerse achterbouw gesloopt en wordt de bouwdiepte over de volledige breedte van het perceel voorzien op ca. 17 meter. De teruggetrokken bouwdiepte sluit aan bij de bouwdiepte van de naastliggende percelen en creëert een kwalitatieve tuinzone. De voorgestelde bouwdiepte is in harmonie met de kenmerkende bouwdiepten uit de omgeving en is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De aanvrager wenst het schrijnwerk van de ramen en de deuren in de voorgevel te vervangen. De indeling van het buitenschrijnwerk blijft daarbij behouden. Het nieuwe buitenschrijnwerk in antraciet PVC is ruimtelijk inpasbaar in het straatbeeld en kan gunstig beoordeeld worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De nieuwe gelijkvloerse indeling van de woning verhoogt de woonkwaliteit en het gebruiksgenot van het pand. Verder wordt de gelijkvloerse achtergevel voorzien van een groot raam naar de aangrenzende stadstuin. Hierdoor wordt het contact tussen de verblijfsruimte en de buitenruimte versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

Er wordt opgemerkt dat het gedeelte van de scheidingsmuren voorzien wordt met een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Er blijkt echter onduidelijk of deze opstand met brandbaar materiaal bekleed wordt. De scheidingsmuren tussen gebouwen dienen een voldoende brandweerstand te hebben. Als voorwaarde bij vergunning wordt opgelegd dat de bekleding van de opstanden van de scheidingsmuren niet in brandbaar materiaal mag voorzien worden, conform artikel 34 (Stabiliteit en scheidingsmuren) van de bouwcode.

 

Verder blijkt uit de plannen die bij deze aanvraag werden toegevoegd dat de aansluitingspunten van de DWA en RWA op ca. 0,70 m uiteen gelegen zijn. Conform artikel 41 (Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel) van de bouwcode moeten de aansluitingspunten op minstens 0,20 m en maximaal 0,50 m uiteen gelegen zijn. Dit wordt als voorwaarde bij vergunning opgenomen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven. 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bekleding van de opstanden van de scheidingsmuren mag niet in brandbaar materiaal voorzien worden, conform artikel 34 (Stabiliteit en scheidingsmuren) van de bouwcode;

2.      de aansluitingspunten van de DWA en RWA moet, conform artikel 41 (Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel) van de bouwcode, op minstens 0,20 m en maximaal 0,50 m uiteen gelegen zijn;

3.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 oktober 2020

Volledig en ontvankelijk

18 november 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 januari 2021

Verslag GOA

18 december 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bekleding van de opstanden van de scheidingsmuren mag niet in brandbaar materiaal voorzien worden, conform artikel 34 (Stabiliteit en scheidingsmuren) van de bouwcode;

2.      de aansluitingspunten van de DWA en RWA moet, conform artikel 41 (Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel) van de bouwcode, op minstens 0,20 m en maximaal 0,50 m uiteen gelegen zijn;

3.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.