Terug
Gepubliceerd op 11/01/2021

2021_CBS_00077 - Omgevingsvergunning - OMV_2020110487. Ekersedijk ZN, Nieuwelandenweg ZN. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/01/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_00077 - Omgevingsvergunning - OMV_2020110487. Ekersedijk ZN, Nieuwelandenweg ZN. District Ekeren - Goedkeuring 2021_CBS_00077 - Omgevingsvergunning - OMV_2020110487. Ekersedijk ZN, Nieuwelandenweg ZN. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020110487

Gegevens van de aanvrager:

VZW NATUURPUNT BEHEER met als contactadres Coxiestraat 11 te 2800 Mechelen en de heer Noah Janssen met als adres Coxiestraat 11 te 2800 Mechelen

Ligging van het project:

Ekersedijk ZN, Nieuwelandenweg ZN te 2030 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 15 sectie A nr. 519A

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

inrichten van een poel en bijbehorende talud in een natuurreservaat

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          28/08/2020: vergunning (20201433) voor het inrichten van drie poelen en bijbehorende taluds in een natuurreservaat (lopende beroepsprocedure);

-          05/11/2001: vergunning (86#8720792) voor het natuurinrichtingsproject Bospolder - Ekers Moeras.

Huidige toestand

-          natuurgebied de Bospolder, behorende tot complex Bospolder - Ekers Moeras.

Inhoud van de aanvraag

-          doorvoeren van reliëfwijzigingen;

  • creëren van een poel;
  • voorzien van een talud;

De aanvraag vervangt één van de 3 vergunde poelen (20201433). Tegen deze vergunning werd beroep aangetekend, maar er werd tot op heden nog geen beslissing genomen. De twee andere poelen maken geen deel uit van deze aanvraag. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Natuurpunt Antwerpen Noord (Haven)

16 oktober 2020

25 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

Polder Ettenhoven en Muisbroek

16 oktober 2020

21 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

Provincie Antwerpen

16 oktober 2020

7 december 2020

Gunstig

Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos

16 oktober 2020

2 december 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen

16 oktober 2020

19 oktober 2020

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

16 oktober 2020

3 november 2020

stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten

16 oktober 2020

19 oktober 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

 

Het goed is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Er worden geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet in de aanleg van een poel in functie van het optimaliseren van het leefgebied van de rugstreeppadpopulatie binnen een VEN-gebied en erkend reservaat ‘Bospolder Ekers Moeras’. De werken zijn verenigbaar met de visie van het beheersplan van het erkend reservaat waarin een halfopen mozaïek van open water, graslanden, ruigten, moeras, struweel en bos wordt nagestreefd. De poel wordt gegraven om Rugstreeppaden te verplaatsen in kader van de werken voor het Oosterweeltraject.

 

Op 28 augustus 2020 werd reeds een vergunning verleend voor de aanleg van 3 poelen en taluds op dezelfde locatie. Tegen deze aanvraag werd een beroep ingesteld. Daarom wordt een nieuwe aanvraag ingediend, weliswaar voor slechts één poel, waarbij de voorwaarden uit de vorige vergunning werden verwerkt in de plannen. De aanvrager wil op deze manier al één poel inrichten zodat deze functioneel is tegen het voorjaar 2021, wanneer het broedseizoen van de Rugstreeppad begint.

 

In juni 2019 werd overgegaan tot de translocatie van een 400-tal rugstreeppadden vanuit de Total-site naar een  poel gelegen in de Bospolder. Later volgde nog translocaties waardoor er nu ongeveer een 1000 tal padden zijn uitgezet in de Bospolder. Niettegenstaande wat verbeteringswerken aan de reeds bestaande poel in de Bospolder is deze nog niet ideaal en zeker niet voldoende om deze en volgende translocaties op te vangen. Daarom moet er in de onmiddellijke omgeving een bijkomende poel voorzien worden. Nieuw gegraven poelen hebben het voordeel dat ze direct  aan een aantal habitatvereisten van Rugstreeppadden voldoen. Poelen om Rugstreeppadden uit te zetten, zijn best biologisch zo eenvoudig mogelijk (geen complex voedselweb aanwezig) met vooral primaire producenten (diatomeeën en andere eencellige wieren), een minimum aan invertebrate predatoren (Bootsmannetjes, waterroofkevers en hun larven, libellenlarven…) of vertebrate predatoren en competitoren (vissen, andere amfibieën zoals gewone pad, bruine kikker….). De poelen moeten zonbeschenen, vegetatie-arm, meso- tot eutroof en een pH van >6 hebben. Vermits de poel uit de aanvraag in een met kalkrijk zand opgespoten terrein komt te liggen, wordt een pH boven de 6 verwacht.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan Natuurpunt Antwerpen Noord. Zij geven gunstig advies voor de functionele inpassing:

“De aanleg van een poel voor rugstreeppadden op de betrokken zone past binnen het beheerdoelen voor het natuurgebied Bospolder en is conform met het goedgekeurde natuurbeheerplan. Het kadert tevens in de met het Antwerps Havenbedrijf afgesproken herlocalisatieproject van rugstreeppadden in de Bospolder in functie van de realisatie van de Oosterweelverbinding.”

 

Ruimtegebruik en bodemreliëf

De aanvraag vervangt de noordoostelijke poel uit vergunning met als referentienummer OMV_2020051170. De overige twee vergunde poelen, de noordwestelijke en de zuidwestelijke, maken geen deel uit van de aanvraag.

 

De inrichting van de poel op de beoogde locatie wordt gunstig beoordeeld, aangezien:

-          voor de inplanting van de poel wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van Bijenorchis en Hondskruid in de buurt;

-          de poel heeft een diameter die varieert tussen de 20 en de 30 meter en wordt tot ongeveer één meter diep uitgegraven. De poel zal grondwater gevoed zijn. Bij het ontwerp van de poel werd gebruik gemaakt van beschikbare peilbuisgegevens en van zelf verzamelde peilbuismetingen. Het is immers belangrijk dat de poel de geschikte diepte heeft zodat deze in een jaar met gemiddelde neerslag tegen het midden van de zomer (augustus) uitdroogt, maar voldoende water houdt gedurende de voortplantingsperiode van april tot juni. Bij een poeldiepte van 4 meter TAW zakt het grondwaterpeil tegen augustus/september onder het bodempeil zodat  de poel droogvalt zoals gewenst. Tijdens de voortplantingsperiode staat het grondwater hoger dan de poelbodem zodat er voldoende water in de poel staat voor de padden om hun eiersnoeren te kunnen afzetten.  Uitgaande van een maaiveldhoogte van 5,1 meter TAW, en een poelbodempeil van 4,2 meter TAW, een straal van 2,5 meter op bodemniveau en een helling van 1/10 zal de poel op maaiveldhoogte een diameter van 27 meter hebben. De oppervlakte van de poel bedraagt dan 576m²;

-          er wordt gewerkt met een sluitende grondbalans, doordat de vrijgekomen grond van het uitgraven van de poel ter plaatse wordt hergebruikt voor de constructie van de talud. Deze talud zorgt tevens voor een gunstig microklimaat rond de poel. Met het grondverzet van 264 m³ wordt naast de poel, een zuid gerichte talud opgericht van 228m²;

-          er zijn geen ondergrondse leidingen aanwezig.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan AG Vespa en Vastgoed. Zij stellen dat “de inrichting van deze poel een meerwaarde zal bieden aan de aanwezige fauna en flora, mits er rekening gehouden wordt met het advies van Stadsbeheer/Groen en begraafplaatsen.”

 

Stadbeheer/Groen en begraafplaats geeft volgend advies: “Deze ingreep verstoort geen waardevol groen en biedt een meerwaarde voor deze diersoort en verhoogt de biodiversiteit in deze omgeving. De voorwaarden, opgelegd door Natuurpunt en het Agentschap voor Natuur en Bos moeten onverminderd nagevolgd worden.”

 

Natuurpunt Antwerpen Noord geeft volgende aandachtspunten mee om hinder te voorkomen bij de uitvoering van de werken:

-          bij het uitvoeren van de werken zo nodig maatregelen nemen om bodemverdichting te  voorkomen; 

-          geen bomen verwijderen of opsnoeien in functie van de bereikbaarheid van de werksite met graafmateriaal;

-          de werken uitvoeren buiten het broedseizoen dat loopt van 15 maart tot 15 augustus.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies. De opgelegde voorwaarden zijn dezelfde als die van Natuurpunt Antwerpen Noord en worden aangevuld met een voorwaarde rond het beschermen van de orchideezones nabij de werkzone. Het advies van het Agentschap moet integraal aan de vergunning worden toegevoegd.

 

De aanvraag werd eveneens ter advies voorgelegd aan het Polderbestuur van Muisbroek. Zij formuleren voorwaardelijk gunstig advies op voorwaarde dat de bindende voorwaarden opgelegd door de Bestendige Deputatie ten allen tijden zullen primeren.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de Dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen. Het project wordt gunstig geadviseerd.

 

De adviezen worden logisch en niet als buitensporig beoordeeld en bijgevolg als voorwaarden aan de vergunning opgelegd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de voorwaarden in het advies van het Agentschap Natuur en Bos strikt na te leven;

2.      volgende voorwaarden bij de uitvoering in acht te nemen:

-          bij het uitvoeren van de werken zo nodig maatregelen nemen om bodemverdichting te  voorkomen; 

-          geen bomen verwijderen of opsnoeien in functie van de bereikbaarheid van de werksite met graafmateriaal;

-          de werken uitvoeren buiten het broedseizoen dat loopt van 15 maart tot 15 augustus.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

17 september 2020

Volledig en ontvankelijk

16 oktober 2020

Start openbaar onderzoek

26 oktober 2020

Einde openbaar onderzoek

24 november 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 januari 2021

Verslag GOA

28 december 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

26 oktober 2020

24 november 2020

0

0

0

2

 

Bespreking van de bezwaren

De ingediende bezwaarschriften laten zich als volgt samenvatten:

 

1.      Niet-realiseerbaarheid van windenergieprojecten: Het bezwaar dat de werken uit de aanvraag zouden kunnen leiden tot de niet-realiseerbaarheid van toekomstige windenergieprojecten in het Antwerps havengebied. Op dit moment kan redelijkerwijs aangenomen worden dat windenergieprojecten geen significante negatieve impact hebben op het natuurgebied. Bij een gewijzigde inrichting van het gebied zou dit de ontwikkeling van windenergieprojecten kunnen hypothekeren;

Beoordeling: Het bezwaar is hypothetisch en is bijgevolg ongegrond. Bij de beoordeling van een vergunningsaanvraag kan enkel rekening gehouden worden met de bestaande situatie. De werken uit de aanvraag hebben betrekking op milderende maatregelen ten gevolge van de infrastructuurwerken in kader van de Oosterweelverbinding die tevens het maatschappelijk belang dienen. In het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos wordt bovendien aangegeven dat bij een vergunningsaanvraag voor een windenergieproject zal geëvalueerd worden of er een interferentie is van het geplande windenergieproject met het Vlaams Ecologisch Netwerk. Indien er daadwerkelijk effecten zouden optreden, zullen die moeten vermeden of gemilderd worden. Deze evaluatie wijzigt niet door de aanleg van een poel in dit gebied. De aanleg van een poel binnen het betrokken Vlaams Ecologisch Netwerk is een ingreep die in lijn ligt met de bestemming en het beheer van het gebied. Er kan besloten worden dat het argument van de bezwaarindiener in strijd is met de doelstellingen en beschermingen van het Vlaams Ecologisch Netwerk.

 

2.      Exploitatiemogelijkheden: Het bezwaar dat na uitvoering van de werken uit de aanvraag de exploitatiemogelijkheden van een bedrijf in het nabijgelegen industriebied niet mogen gehypothekeerd worden.

Beoordeling: Het bezwaar is hypothetisch. Bij de beoordeling van een vergunningsaanvraag kan enkel rekening gehouden worden met de bestaande situatie en niet met toekomstige exploitatiemogelijkheden van bedrijven in het nabijgelegen industriegebied. Het bezwaar is bijgevolg ongegrond.

 

3.      Omzeilen van de gewone vergunningsprocedure: Het bezwaar dat de vergunningsaanvraag een onderdeel is van een ruimer project. Door een aanvraag in te dienen voor slechts één poel heeft men getracht de gewone vergunningsprocedure (met openbaar onderzoek) te omzeilen. Dit wordt als dusdanig verwoord in de beschrijvende nota. Derden kunnen bijgevolg hun bezwaren niet uiten tegen het project;

Beoordeling: De vergunningverlenende overheid heeft beslist om de aanvraag te onderwerpen aan een openbaar onderzoek omdat het inrichten van de poel terreininrichtingswerken betreft met een oppervlakte van ongeveer 1.000 m². Bij dergelijke terreininrichtingswerken kan onmogelijk exact ingeschat worden hoeveel oppervlakte er aangeroerd wordt. Omdat het mogelijk is dat bij de inrichting van de poel meer dan 1.000 m² terrein wordt aangeroerd, werd beslist om de gewone procedure te volgen. Het bezwaar is bijgevolg ongegrond.

 

4.      Het ‘saucissoneren’ van de beoogde werken: Het bezwaar dat de vergunningsaanvraag een onderdeel is van een ruimer project. Door het project op te splitsen – te saucissoneren – in meerdere aanvragen kan de globale impact niet in zijn geheel beoordeeld worden. Dit heeft onder meer betrekking op het historisch permanent grasland, het belang van het gebied voor foeragerende en broedende vogels, de impact van de werken op de waterhuishouding, de impact van de totale relocatie van de Rugstreeppadden op de aanwezige biotopen en de impact van de totale relocatie op het naastliggende industrieterrein;

Beoordeling: In de beschrijvende nota bij de aanvraag wordt duidelijk verwezen naar het algemene doel van de aanvraag. De inrichting van de poel is een uitvoering van de milderende maatregelen in kader van het Oosterweeltraject. Er werden reeds een 1.000-tal padden uitgezet en het wordt duidelijk omschreven dat er bijkomende ruimte nodig is om deze reloactie op te vangen. Er wordt verwezen naar de eerdere vergunning waartegen een beroep werd ingediend. Voorliggende aanvraag heeft de intentie om alvast één bijkomende poel aan te leggen zodat deze functioneel kan zijn tegen het voorjaar 2021, wanneer het broedseizoen begint. De beschrijvende nota doet geenszins uitschijnen dat de andere poelen niet meer zullen gerealiseerd worden. De adviesverlenende overheden hebben bijgevolg geen misleidende informatie ontvangen. Het bezwaar is ongegrond.

 

5.      Strijdigheid met de vigerende planologische voorschriften: De aanvraag is strijdig met het decreet natuurbehoud en brengt schade toe aan het natuurlijk milieu;

Beoordeling: De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Het Agentschap is van oordeel dat het voorgenomen project een meerwaarde betekent voor het natuurgebied en dat de vergunningsplichtige activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur zal veroorzaken. Het bezwaar is ongegrond.

 

6.      Ontbreken van een verscherpte natuurtoets: Er wordt geen verscherpte natuurtoets doorgevoerd;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond aangezien in het advies van het Agentschap Natuur en Bos volgende paragraaf wordt weergegeven: “In het document ‘Bijlage B 26 verantwoordingsnota’ wordt uitvoerig geduid hoe de werken zullen uitgevoerd worden. De poelen worden zodanig gegraven dat ze een waardevolle aanvulling vormen op het reeds aanwezige leefgebied van de daar aanwezige rugstreeppadpopulatie. Zoals in bovenstaande bespreking geduid dient rekening te worden gehouden met de broedperiode van avifauna en de rugstreeppad. De in het gebied voorkomende orchideeën dienen voorafgaand aan de werken gemarkeerd te worden zodat deze geen schade ondervinden van de werken. De footprint van het voorgenomen talud is beperkt, (zie ook bespreking aanvraag). De natuurwaarden kunnen zich na de werken bovenop het talud herstellen. Rekening houdende met bovenstaande bespreking (verscherpte natuurtoets en aanvraag) stelt het Agentschap voor Natuur en Bos vast dat de vergunningsplichtige activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN zal veroorzaken.”

 

7.      Schending van het Soortenbesluit: De Rugstreeppad, de Kuifeend, de blauwe reiger en andere in het gebied voorkomende diersoorten zijn opgenomen in bijlage 1 bij het Soortenbeschermingsbesluit. Er wordt geen enkele afsluiting voorzien naar het industriegebied waardoor de Rugstreeppad zich kan begeven op het industrieterrein met de dood tot gevolg van deze pad. Daarenboven heeft de onmiddellijke nabijheid van een industriegebied een rechtstreekse impact op de rust van een natuurgebied en dus ook van deze van de pad.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt in haar advies dat het project het optimaliseren beoogt van het leefgebied van de nu reeds in dit gebied aanwezige rugstreeppadpopulatie. Op die manier wordt de soort in stand gehouden in een gewestplanconforme zone en wordt actief vermeden dat de hier aanwezige rugstreeppadden zich verspreiden naar minder voor de hand liggende gebieden zoals bijvoorbeeld braakliggende industriezones. Ten aanzien van de bestaande situatie (zonder poel) zal ook wat dit aspect betreft natuurschade worden vermeden. Het afrasteren van een natuurgebied is in deze optiek onredelijk en moeilijk verenigbaar met de bestemming natuurgebied gezien het de versnippering en isolatie van natuurgebieden in de hand werkt. Bovendien heeft het aanpalend bedrijventerrein geen relevantie, gezien de verharde situatie van het bedrijventerrein, voor soorten als rugstreeppad.

 

8.      Onverenigbaarheid van het project met de goede ruimtelijke ordening: De schaal van het project is te groot, het project is niet inpasbaar omdat er geen afsluiting wordt voorzien, er zijn onvoldoende gegevens gekend om te kunnen beoordelen of hinder optreedt en er wordt onvoldoende rekening gehouden met de effecten op de omgeving; 

BeoordelingHet bezwaar is ongegrond. Geen enkele adviesverlenende instanties geeft een ongunstig advies, noch op de functionele inpasbaarheid noch op de inrichting. De vergunningverlenende overheid is dan ook van mening dat, mits een aantal voorwaarden, de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de voorwaarden in het advies van het Agentschap Natuur en Bos strikt na te leven;

2.      volgende voorwaarden bij de uitvoering in acht te nemen:

-          bij het uitvoeren van de werken zo nodig maatregelen nemen om bodemverdichting te  voorkomen; 

-          geen bomen verwijderen of opsnoeien in functie van de bereikbaarheid van de werksite met graafmateriaal;

-          de werken uitvoeren buiten het broedseizoen dat loopt van 15 maart tot 15 augustus.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.