De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
29 oktober 2020 | 27 november 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 oktober 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 21 oktober 2020 |
Start openbaar onderzoek | 29 oktober 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 27 november 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 3 februari 2021 |
Verslag GOA | 28 december 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 21 oktober 2020 | 23 oktober 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 21 oktober 2020 | 16 december 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- artikel 2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld:
Het uitvoeren van het buitenschrijnwerk in een combinatie tussen aluminium en hout gaat in tegen de beoogde harmonische samenhang met overige vergelijkbare gebouwen;
- artikel 2.1.4.2 Kroonlijsthoogte van de achtergevels:
De kroonlijsthoogte van de achtergevel is hoger dan deze van de voorgevel;
- artikel 2.1.7 Gevelmaterialen:
Het uitvoeren van het buitenschrijnwerk in een combinatie tussen aluminium en hout gaat in tegen de beoogde harmonische samenhang met overige vergelijkbare gebouwen;
- artikel 2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen:
Het percentage van de onbebouwde ruimte/bebouwde ruimte per perceel verkleint.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning. De functie blijft ongewijzigd en functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De sloop en nieuwbouw van de achterbouw is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De kroonlijsthoogte van de achtergevel is hoger dan die van de voorgevel. Dit is strijdig met artikel 2.1.2 van het RUP. De mansardedakvorm blijft wel leesbaar als daklaag, waardoor een afwijking op dit artikel aanvaardbaar is.
Evenzeer strijdig met het RUP, verkleint het percentage aan onbebouwde ruimte op het perceel. De aanwezige open ruimte op het terrein is echter in verhouding met de bebouwde oppervlakte waardoor een afwijking op dit artikel aanvaardbaar is.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De voorgevel wordt niet gewijzigd met uitzondering van het schrijnwerk. Op het gelijkvloers en de 1ste verdieping wordt dit vervangen door houten schrijnwerk en op de 2de en 3de verdieping door aluminium. Alle ramen behouden de originele indeling en witte kleur.
Omdat het pand gelegen is in CHE-gebied en is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Zij melden dat er preadvies is ingewonnen bij hen en dat het ontwerp de inhoud van het preadvies volgt. Wel merken ze op dat in de toekomst het schrijnwerk op de verdiepingen ook vervangen moet worden door houten schrijnwerk.
Het vervangen van het schrijnwerk op de verdiepingen maakt echter ook deel uit van de aanvraag, zoals aangeduid op de plannen en beschreven in de bijhorende nota. Er is dan ook geen reden om niet als voorwaarde bij deze vergunning te stellen dat het schrijnwerk in de voorgevel in eenzelfde materiaal (hout) moet uitgevoerd worden. Op die manier is de aanvraag conform met artikels 2.1.2 en 2.1.7 van het RUP Binnenstad.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De nieuwe scheidingsmuren zijn niet overal minimaal 30 centimeter hoog ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Bij afwezigheid van een opstand kan een brandvrije strook van 30 centimeter dienen als alternatief of een dakmateriaal voorzien worden met voldoende brandweerstand. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.
Er zijn geen toezichtputjes voorzien conform artikel 41 van de bouwcode. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.
Mits rekening houdend met de gestelde voorwaarden, hebben de voorliggende wijzigingen een positieve invloed op de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning.
Er wordt een zieke boom gerooid die gecompenseerd wordt door een nieuwe boom. De stedelijke groendienst adviseert deze handeling voorwaardelijk gunstig. Zij stelt dat de boom op 2 meter van de perceelsgrens moet geplant worden, terwijl de aanvraag deze voorziet op 1,18 meter. Nog volgens het advies dient de boom vervangen te worden door een boom van dezelfde grootte-orde. De gestelde minimale afstand en grootte zoals gevraagd door de groendienst dient als voorwaarde te worden opgenomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. toezichtsputjes te voorzien, conform artikel 41 van de bouwcode;
2. het schrijnwerk van alle ramen in de voorgevel te voorzien in hout met een correcte historische profilering naar oorspronkelijk model;
3. het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.); of
- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
5. de te rooien boom vervangen door een boom van dezelfde grootte-orde en op minimaal 2 m van de perceelsgrenzen te planten.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020119437 |
Gegevens van de aanvrager: | Ivan en Lynsey Rasic - Buckeridge met als adres Reyndersstraat 30 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Schildersstraat 21 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 11 sectie L nr. 3627A2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 12/08/1991: vergunning (86#8721786) voor een verbouwing;
- 30/09/1927: toelating (1927#28044) voor binnenveranderingen;
- 20/03/1900: toelating (1900#285) voor een huis.
Vergunde/vergund geachte toestand
- Eengezinswoning;
- drie bouwlagen onder mansardedak;
- kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 13,35 en 15,25 m;
- variërende bouwdiepte met een maximum van circa 18,72 m op de benedenverdieping (21,40 m met inbegrip van de tuinbergingen aan de linkerzijde van het perceel);
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 209083) van een neoclassicistisch burgerhuis als bouwkundig erfgoed;
- de achtergevel werd ter hoogte van het mansardedak recht getrokken;
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- functie en aantal bouwlagen en -hoogte ongewijzigd;
- bouwdiepte verdiepingen ongewijzigd;
- uitgebreid gelijkvloers tot een diepte van circa 19,31 m en tuinberging aan de linkerzijde van het perceel tot 22,48 m;
- nieuwe boom ter vervanging van een gevelde en een zwembad in de tuin;
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het bouwvolume op de gelijkvloerse verdieping;
- slopen van de vergunde tuinbergingen (linkerzijde perceel) en het optrekken van een nieuwe op dezelfde locatie;
- wijzigen van de gevels:
- isoleren van de achtergevel en het dak;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- vellen van een hoogstammige boom en het aanplanten van een nieuwe;
- plaatsen van een zwembad in de achtertuin.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. toezichtsputjes te voorzien, conform artikel 41 van de bouwcode;
2. het schrijnwerk van alle ramen in de voorgevel te voorzien in hout met een correcte historische profilering naar oorspronkelijk model;
3. het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.); of
- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
5. de te rooien boom vervangen door een boom van dezelfde grootte-orde en op minimaal 2 m van de perceelsgrenzen te planten.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.