Terug
Gepubliceerd op 11/01/2021

2021_CBS_00058 - Omgevingsvergunning - OMV_2020107470. Kipdorpvest 44. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/01/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_00058 - Omgevingsvergunning - OMV_2020107470. Kipdorpvest 44. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_00058 - Omgevingsvergunning - OMV_2020107470. Kipdorpvest 44. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020107470

Gegevens van de aanvrager:

BV Qualis Real Estate met als adres Brusselsestraat 77 te 3000 Leuven

Ligging van het project:

Kipdorpvest 44 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 3 sectie C nr. 255K

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een kantoorgebouw naar meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/09/2015: milieuvergunning klasse 3 (2006235) voor exploitatie ;

-          16/01/1923: toelating (1923#14686) voor wc bouwen;

-          25/05/1909: toelating (1909#774) voor een gebouw voor kantoren.  

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie: kantoorgebouw in beaux-artsstijl;

-          bouwvolume:

  • volledig bebouwd perceel; 
  • zijde Kipdorpvest bestaande uit 2,5 bouwlagen met 3 traveeën;
  • achterliggend verspringende hoogtes van 1 tot 2 (2,5) bouwlagen met glazen dakuitbouw;
  • kantoorvleugel aan noordzijde van 2 bouwlagen;

-          gevelafwerking:

  • lijstgevel in witte natuursteen op geprofileerde plint uit blauwe steen;
  • smeedijzeren voordeur en ramen in bewaard houten schrijnwerk.

 

Huidige toestand

-          vaststelling (ID: 5183) van Société Générale Charbonnière als bouwkundig erfgoed;

-          functie: kantoor, diensten;

-          bouwvolume:

  • zijde Kipdorpvest bestaande uit 2,5 bouwlagen; 
  • achterliggende gebouwen bestaande uit 1 en 2 (2,5) bouwlagen met glazen dakuitbouw;
  • quasi volledig bebouwd perceel met tegen rechter- en achterste perceelsgrens enige open ruimte;

-          gevelafwerking conform vergund met uitzondering van:

  • extra toevoegingen zoals lichtspots, vlaggenstokken, zonneluifels.

 

Gewenste toestand

-          functie: een kantoorruimte van 47 m² en 9 woningen:

  • 1 drieslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 300m²;
  • 1 studio met een netto vloeroppervlakte van circa 56m²;
  • 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 103m²;
  • 1 drieslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 250m²;
  • 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 65,5m²;
  • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 205,5m²;
  • 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 83m²;
  • 1 woning met drie slaapkamers met een netto vloeroppervlakte van circa 129m²;
  • 1 woning met twee slaapkamers met een netto vloeroppervlakte van circa 102m²;  
  • de gemiddelde netto vloeroppervlakte van alle wooneenheden bedraagt circa 149 m²;

-          bouwvolume:

  • 3 volumes rond gemeenschappelijke binnentuin;
  • afbraak centraal volume en behoud van 3 volumes (A,B,C);
  • alle volumes bereikbaar via volume A.
  • volume A (zijde Kipdorpvest):

-          sloop van achterbouw volume A;

-          voorzien van nieuwe uitbouw voor verticale circulatie; 

-          extra teruggesprongen bouwlaag op hoofdgebouw;

  • volume B (in binnengebied noordelijke zijde):

-          behoud bestaand volume, mits aanpassing dakranden;

-          creatie van inpandige buitenruimte;

  • volume C (aan binnentuin aan de westelijke zijde) met 2 bouwlagen;

-          gevelafwerking:

  • volume A: conform vergund, extra daklaag met dezelfde ritmiek als onderliggende verdiepingen;
  • volume B en C: nieuwe gevels in gele gevelsteen met buitenschrijnwerk in metaal in witgele kleur.

Inhoud van de aanvraag

-          functiewijziging van kantoorgebouw naar kantoor en wonen;

-          voorzien van 9 wooneenheden;

-          slopen van een deel van de bebouwing;

-          uitbreiden van het volume A met een teruggetrokken daklaag en een nieuwe achterbouw;

-          interne constructieve werken;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          aanbrengen van terrassen op platte daken. 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

7 oktober 2020

4 december 2020

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

7 oktober 2020

4 november 2020

Ongunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

4 december 2020

22 december 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

7 oktober 2020

13 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

7 oktober 2020

30 oktober 2020

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

4 december 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

7 oktober 2020

9 oktober 2020

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

7 oktober 2020

23 oktober 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

7 oktober 2020

19 oktober 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

7 oktober 2020

22 oktober 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

4 december 2020

10 december 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

7 oktober 2020

23 november 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen)

7 oktober 2020

19 oktober 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, overdruk - detailhandel (dh) en artikel  2:   zone voor wonen - (wo2).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

-          artikel 2.1.2. Harmonieregel en referentiebeeld:

het voorzien van een luifel bij het dakpaviljoen en de inplanting van het terras en het zwembad vallen buiten het maximaal aanvaardbare bouwvolume op het perceel;

-          artikel 2.1.3. Bouwvolume, bouwlijn, bouwdiepte:

het voorzien van een luifel bij het dakpaviljoen en de inplanting van het terras en het zwembad vallen buiten het maximaal aanvaardbare bouwvolume op het perceel;

-          artikel 2.1.9. Dakvormen en dakkapellen:

de teruggetrokken daklaag wordt op 2,4 meter in plaats van 3 meter van het voorgevelvlak geplaatst;

-          artikel 2.1.11.2. Terrassen op platte daken:

het voorzien van een luifel bij het dakpaviljoen en de inplanting van het terras en het zwembad vallen buiten het maximaal aanvaardbare bouwvolume op het perceel.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • artikel 9: het voorzien van een grotere hemelwaterput dan noodzakelijk.  De vraag voor afwijking conform artikel 13 werd gemotiveerd;

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 26 Afvalverzameling:

er werd geen gemeenschappelijke afvalberging voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 04/09/2020.
De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het omvormen van de voormalige kantoorruimten naar wonen is principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het RUP Binnenstad.

Wonen is functioneel inpasbaar in de omgeving van de Meir, waar een mix aanwezig is van wonen en commerciële functies.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet in de sloop van de grote centrale ruimte in de tuinzone en de achterbouw van volume A. De gemeenschappelijke tuinzone die ontstaat wordt deels groen en onverhard aangelegd op volle grond. Dit komt de kwaliteit van het dichtbebouwde bouwblok ten goede.

 

Volume B en C dienen omwille van hun erfgoedwaarde behouden te blijven en worden ingedeeld in 5 grondgebonden woningen. Deze beschikken naast de gemeenschappelijke binnentuin ook over een private buitenruimte. Zowel de indeling als de oppervlakte van deze woningen voldoet aan de verwachtingen van een hedendaags wooncomfort.

 

De bouwdiepte van de nieuwe achterbouw van volume A sluit aan op de bouwdiepte van de buurpanden waardoor deze achterbouw ruimtelijk inpasbaar is in de omgeving.

 

Door de kenmerkende bouwhoogte in de straat is het toevoegen van een teruggetrokken daklaag tussen de 2 wachtgevels ruimtelijk aanvaardbaar. Door de terugspringende daklaag blijft het authentieke gevelbeeld van het inventarispand behouden. De diepte van de terugsprong wijkt af van de bepalingen van artikel 2.1.9 van het RUP binnenstad. Aangezien de terugsprong wordt afgelijnd op het dakvolume van de linkergebuur en het principieel aanvaardbaar zou zijn om een dakverdieping tot aan de rooilijn te voorzien, kan een afwijking worden toegestaan.

 

Het dakpaviljoen op de dakverdieping is beperkt in afmetingen en houdt voldoende afstand van zowel de perceelsgrenzen als de voor-en achtergevellijn om geen inkijk te generen bij de buurpanden. De oppervlakte en inplanting van het terras, het zwembad en de luifel overschrijden echter het maximaal aanvaardbare volume op het perceel zoals bepaald in artikel 2.1.2, 2.1.3 en 2.1.11.2.  van het RUP Binnenstad. De inplanting van het terras genereert inkijk bij de omliggende percelen. Het voorzien van een luifel bij het dakpaviljoen zal worden uitgesloten uit de vergunning. In voorwaarden zal worden opgelegd dat het terras en het zwembad moeten worden voorzien op minstens 3 meter van de voor- en achtergevel van de dakverdieping en op 2 meter van de perceelgrenzen om de inkijk en de impact op de omgeving te beperken.

 

Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

Daarnaast stelt artikel 5 §1 van de bouwcode dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

Omwille van deze reden werd advies aan de dienst monumentenzorg gevraagd dat zich als volgt laat samenvatten:

… Op basis van het CHE-rapport kan gesteld worden dat het pand goed bewaard is gebleven wat de structuur betreft. Er zat in het verleden een interieurzaak in het pand waardoor het moeilijk is om nieuwe toevoegingen in het interieur te onderscheiden van de oorspronkelijke inrichting. Op basis van het rapport, plaatsbezoek en gesprekken met de uitbater van de interieurzaak werd hierin wel duidelijkheid geschept. Het interieurafwerking van de voorbouw is vrij gaaf bewaard gebleven. Ook op de verdiepingen zijn er nog behoorlijk wat interieurelementen aanwezig die dateren uit de oorspronkelijke bouwperiode. De achterbouw is vrij sterk verbouwd, vooral de lokettenzaal.

Het pand is beeldbepalend omwille van de historische waarde, de architecturale waarde en artistieke en esthetische waarde. Het project werd voorbesproken.

 

Men wenst het pand om te vormen naar 9 woongelegenheden. Deze woonunits bevinden zich zowel in de voorbouw als in de twee achterbouwen. De centrale lokettenzaal wordt afgebroken ifv licht en lucht voor het totale project. Op de voorbouw wordt een teruggetrokken bouwlaag voorzien.

 

Ter hoogte van de inkomzone wordt in functie van de toegankelijkheid de vloer verlaagd. Het is ons niet duidelijk welke impact dit heeft op de voordeur die integraal behouden moet blijven. Ook is het niet duidelijk hoe er wordt omgegaan met de plint in marmer ten gevolge van de verlaging. Als voorwaarde zal dan ook opgelegd worden details hiervan voor te leggen zodat de impact op de erfgoedwaarde kan beoordeeld worden.

Op basis van de plannen is het niet duidelijk in welk materiaal de borstwering wordt voorzien ter hoogte van de nieuwe bouwlaag. Als voorwaarde zal opgelegd worden dit materiaalgebruik nog terug te koppelen voor uitvoering.

Voor het overige voldoet het voorstel aan wat werd voorbesproken en blijft de erfgoedwaarde van het pand bewaard. Alle wijzigingen tov de plannen nieuwe toestand moeten worden teruggekoppeld met de stedelijke dienst monumentenzorg.”

 

De voorwaarden van de dienst monumentenzorg zullen worden overgenomen bij het verlenen van de vergunning.

 

De structurele wijzigingen op het gelijkvloers van het wijzigingsverzoek werden niet beoordeeld door de dienst monumentenzorg. Het is niet duidelijk of het slopen van de tussenmuur en het slopen van het bestaande deurgeheel invloed heeft op de erfgoedwaarde.

De structurele aanpassingen in kantoor A 0.2. zullen dan ook worden uitgesloten uit de vergunning.

 

Zowel de materialisatie als de gevelgeleding van de nieuwe delen worden afgestemd op de te behouden te delen. De materialen zijn inpasbaar in de stedelijke omgeving. De materialisatie is dan ook aanvaardbaar.

 

Bodemreliëf

Het projectgebied bevindt zich binnen een vastgestelde archeologisch zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven de 300 m² (1 105 m²) en een vergunningsplichtige ingreep met een oppervlakte boven de 100 m² (ca. 400 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

 

Een archeologienota werd opgemaakt door Acke en Bracke waarvan door het agentschap Onroerend Erfgoed akte genomen op 04/09/2020 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/16622). Er is een correct verband tussen de aangevraagde ingrepen en deze die vermeld zijn in de archeologienota. Het programma van maatregelen adviseert een vervolgonderzoek in de vorm van een werfbegeleiding. De bouwheer dient dit programma van maatregelen verplicht uit te voeren.

Dit zal worden opgelegd in voorwaarden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan Waterlink. Hun advies is voorwaardelijk gunstig.

De voorwaarden uit de conclusie van het advies maken integraal deel uit van de vergunning.
Specifiek wordt vermeld dat het voorzien van een hemelwaterput groter dan 10 000 liter voldoende hergebruik van structurele aard vraagt. Zoals vermeld in het advies zal in voorwaarden worden opgelegd dat ook de toiletten moeten worden gespoeld met hemelwater.

Er zal ook worden opgelegd dat de diameter van de afval- en hemelwateraansluiting minimaal 125 mm en maximaal 200 mm moet bedragen.

 

De stedelijke dienst groen- en begraafplaatsen stelt in hun advies dat minimale boombeschermingsmaatregelen toegepast moeten worden in functie van  de te behouden boom, indien hier werken plaats vinden. Conform het advies moer er in de nieuwe tuin voldoende grond worden verwijderd om verontreiniging en verdrukking tegen te gaan. In de tuin kunnen nog enkele kleine bomen worden geplant.

De voorwaarden van de dienst groen en begraafplaatsen zullen worden overgenomen bij het verlenen van de vergunning. Er zal ook worden opgelegd dat er enkele volwaardige bomen moeten worden aangeplant in de gemeenschappelijke binnentuin.

 

In voorwaarden zal worden opgenomen dat er een gemeenschappelijke afvalberging moet worden voorzien in de kelder conform artikel 26 van de bouwcode.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 12 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van kantoor naar wonen.

Er komen 9 wooneenheden en de voorste ruimte op het gelijkvloers blijft kantoor:

-          1 appartementen < 60m² ( parkeernorm 1,05)= 1,05

-          2 appartementen tussen 60m² en 90m² (parkeernorm 1,2)= 2,4

-          6 appartementen > 90m² ( parkeernorm 1,35)= 8,1

-          kantoorruimte van 47 m²: geen parkeerbehoefte.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 12.

De plannen voorzien geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om bepaalde stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed of ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 12 – 0 = 12.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

De bestaande behoefte voor het kantoor met een BVO van 1532m² is 9 (ligging in stationsomgeving Antwerpen Centraal dus een norm van 0,6ppl/100m²)

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 9.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 9 parkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

Er moeten voor de 9 wooneenheden 26 fietsstalplaatsen voorzien worden:

- 4 wooneenheden met 1 slaapkamer = 4 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 8

- 2 wooneenheden met 2 slaapkamers  = 2 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 6

- 3 wooneenheden met 3 slaapkamers = 3 x 4 (3 slaapkamers  + 1 extra) = 12

 

Er worden in de gemeenschappelijke binnentuin 26 fietsstalplaatsen voorzien in een dubbeldeksysteem.

De inplanting in het midden van deze tuin hypothekeert het gebruik van de buitenruimte en belemmert het uitzicht van de slaapkamers op het gelijkvloers van appartement A1.1.

In een dubbeldeksysteem kunnen ook niet alle types van fietsen gestald worden.

In voorwaarden zal worden opgelegd dat de fietsenstalplaatsen voor de grondgebonden woningen in blok B en C moeten worden voorzien ter hoogte van de inkomdeur van elk van de woningen.

De fietsstalplaatsen voor de woningen in blok A en voor woning B1.1. moeten worden voorzien in de berging op het gelijkvloers van blok A zoals in rood aangeduid op de plannen.

Deze stalplaatsen moeten worden voorzien zoals de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode. De trap in de gemeenschappelijke inkomhal werd niet voorzien van een fietsgoot.

In voorwaarden zal worden opgelegd dat deze trap moet worden voorzien van een fietsgoot in overleg met de dienst monumentenzorg.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      De bestaande bomen tijdens de bouwwerken maximaal te beschermen als volgt (niet limitatief):

-          de bomen tot buiten de kroonprojectie met een vast hekwerk afschermen, indien deze in de verharding staan is het afschermen van de boomspiegel voldoende;

-          eventuele beschadigingen aan de bomen onmiddellijk te behandelen, om infectie van de wonden tot een minimum te beperken. Beschadiging aan bomen is ten koste van de aannemer;

-          geen materialen of werfwagens plaatsen onder de bomen;

-          geen grond aanvullen of afgraven binnen de kroonprojectie;

-          uitgieten van spoelwater met cementresten enz. moet vermeden worden;

-          ontharde zones tot onder de fundering uitgraven;

3.      enkele (meer dan 1) volwaardige bomen aan te planten in de gemeenschappelijke binnentuin;

4.      een gemeenschappelijke afvalberging te voorzien in de kelder, conform artikel 26 van de bouwcode;

5.      de fietsenstalplaatsen voor de grondgebonden woningen in blok B en blok C te voorzien ter hoogte van de inkomdeur van elk van de woningen;

6.      de fietsstalplaatsen voor de woningen in blok A en voor woning B1.1. te voorzien in de berging op het gelijkvloers van blok A zoals in rood aangeduid op de plannen;

7.      de trap in de gemeenschappelijke inkomhal te voorzien van een fietsgoot, in overleg met de dienst monumentenzorg;

8.      het terras en het zwembad op het hoogste platte dak op minstens 3 meter van de voor- en achtergevellijn van de daklaag te voorzien en op minstens 2 meter van de perceelgrenzen, zoals aangeduid op het plan in het rood;

9.      detailtekeningen voor te leggen aan de dienst monumentenzorg van de aanpassingen voordeur en interieurafwerking inkomhal ter hoogte van verlaging vloer;

10.  materiaalgebruik borstwering ter hoogte van de nieuwe daklaag terug te koppelen met de stedelijke dienst monumentenzorg;

11.  alle wijzigingen bij uitvoering ten opzichte van de plannen nieuwe toestand terug te koppelen met de stedelijke dienst monumentenzorg;

12.  de riolering aan te sluiten volgens de algemene voorwaarden in het advies van Waterlink;

13.  het water van de regenwaterput ook te gebruiken voor het spoelen van de toiletten;

14.  de diameter van de afval- en hemelwateraansluiting minimaal 125 mm en maximaal 200 mm te voorzien;

15.  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

16.  volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een archeologische werfbegeleiding, gedegen uit (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/16622);

-          de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);

-          de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

 

Uitsluitingen

17.  het voorzien van een luifel bij het dakpaviljoen;

18.  de structurele wijzigingen in de kantoorruimte op het gelijkvloers;

19.  het stallen van alle fietsen in een gemeenschappelijke dubbeldek fietsenstalsysteem in het midden van de binnentuin.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

8 september 2020

Volledig en ontvankelijk

7 oktober 2020

Start openbaar onderzoek

16 oktober 2020

Einde openbaar onderzoek

14 november 2020

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

3 december 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 januari 2021

Verslag GOA

28 december 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

16 oktober 2020

14 november 2020

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Het bezwaarschrift laat zich als volgt samenvatten:

 

1.      Verminderen gebruiksgenot appartement: de bezwaarindiener merkt op dat door het bijkomend volume zowel het uitzicht als de privacy in zijn appartement zal verminderen.

Hij merkt ook op dat er meer geluidsoverlast zal zijn.

Beoordeling:

Het klopt dat de aanvraag invloed zal hebben op het uitzicht vanuit het appartement van de bezwaarindiener. De aanvraag voorziet echter voldoende afstand tot het buurpand in deze stedelijke context zodat wordt geoordeeld dat de impact op het uitzicht, het licht en de privacy niet onaanvaardbaar verstoord zal worden.

De opmerking van geluidsoverlast berust op een veronderstelling en is niet stedenbouwkundig van aard. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      De bestaande bomen tijdens de bouwwerken maximaal te beschermen als volgt (niet limitatief):

-          de bomen tot buiten de kroonprojectie met een vast hekwerk afschermen, indien deze in de verharding staan is het afschermen van de boomspiegel voldoende;

-          eventuele beschadigingen aan de bomen onmiddellijk te behandelen, om infectie van de wonden tot een minimum te beperken. Beschadiging aan bomen is ten koste van de aannemer;

-          geen materialen of werfwagens plaatsen onder de bomen;

-          geen grond aanvullen of afgraven binnen de kroonprojectie;

-          uitgieten van spoelwater met cementresten enz. moet vermeden worden;

-          ontharde zones tot onder de fundering uitgraven;

3.      enkele (meer dan 1) volwaardige bomen aan te planten in de gemeenschappelijke binnentuin;

4.      een gemeenschappelijke afvalberging te voorzien in de kelder, conform artikel 26 van de bouwcode;

5.      de fietsenstalplaatsen voor de grondgebonden woningen in blok B en blok C te voorzien ter hoogte van de inkomdeur van elk van de woningen;

6.      de fietsstalplaatsen voor de woningen in blok A en voor woning B1.1. te voorzien in de berging op het gelijkvloers van blok A zoals in rood aangeduid op de plannen;

7.      de trap in de gemeenschappelijke inkomhal te voorzien van een fietsgoot, in overleg met de dienst monumentenzorg;

8.      het terras en het zwembad op het hoogste platte dak op minstens 3 meter van de voor- en achtergevellijn van de daklaag te voorzien en op minstens 2 meter van de perceelgrenzen, zoals aangeduid op het plan in het rood;

9.      detailtekeningen voor te leggen aan de dienst monumentenzorg van de aanpassingen voordeur en interieurafwerking inkomhal ter hoogte van verlaging vloer;

10.  materiaalgebruik borstwering ter hoogte van de nieuwe daklaag terug te koppelen met de stedelijke dienst monumentenzorg;

11.  alle wijzigingen bij uitvoering ten opzichte van de plannen nieuwe toestand terug te koppelen met de stedelijke dienst monumentenzorg;

12.  de riolering aan te sluiten volgens de algemene voorwaarden in het advies van Waterlink;

13.  het water van de regenwaterput ook te gebruiken voor het spoelen van de toiletten;

14.  de diameter van de afval- en hemelwateraansluiting minimaal 125 mm en maximaal 200 mm te voorzien;

15.  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

16.  volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een archeologische werfbegeleiding, gedegen uit (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/16622);

-          de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);

-          de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

 

Uitsluitingen

17.  het voorzien van een luifel bij het dakpaviljoen;

18.  de structurele wijzigingen in de kantoorruimte op het gelijkvloers;

19.  het stallen van alle fietsen in een gemeenschappelijke dubbeldek fietsenstalsysteem in het midden van de binnentuin.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.