Terug
Gepubliceerd op 11/01/2021

2021_CBS_00036 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020005290. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/01/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_00036 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020005290. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_00036 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020005290. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020005290

Gegevens van de aanvrager:

NV BASF Antwerpen met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV BASF Antwerpen (0404754472) met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 20 sectie A nrs. 5F2 en 5M

Inrichtingsnummer:

20170607-0017 (BASF Acrylzuur)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Chemisch bedrijf - productie-eenheid voor acrylzuur en methylacrylaten: verandering door wijziging en uitbreiding en bouwen van een tank en uitbreiden pompenhuis.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     28/07/2006: stedenbouwkundige vergunning (HV/2006/B/0056) voor G241 – bouwen van een tankpark en verlading.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft:

-     het bouwen van een nieuwe tank;

-     het uitbreiden van een pompenhuis.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 16 oktober 2014 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een productiebedrijf voor acrylzuur en methylacrylaten, horende bij een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 16 oktober 2034. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak de uitbreiding met de opslag van stabilisatoroplossing en van katalysatoren in de Acrylzuur-installatie.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+11.450 kW

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting)

+469,30 ton

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

+262,50 ton

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+262,50 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

+402,50 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

+140 ton

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton.

+469,30 ton

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

17 december 2020

21 december 2020

Gunstig

 







Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP en het gewestplan van toepassing.

Bij het GRUP geldt voornamelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Scheldelaan heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Ten noorden van de Scheldelaan geldt het bestemmingsvoorschrift Zone voor permanente ecologische infrastructuur. Over deze zone loopt parallel met de Scheldelaan een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
 

Volgens het gewestplan is het Schelde-Rijnkanaal bestemd als Waterweg. Ten zuiden van het Schelde-Rijnkanaal geldt de bestemming Bufferzones.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de nieuwe tank daar het hemelwater dat op deze tank valt door contact met de verharde oppervlakte zo vervuild wordt dat het als afvalwater moet worden beschouwd. Het hemelwater wordt in de inkuiping opgevangen en wordt na controle overgepompt ofwel naar het brakwatercircuit ofwel naar het afvalwatercircuit langs waar het vervuilde water afgevoerd wordt naar het waterzuiveringsstation op de site van BASF.

 

De gewestelijke hemelwaterverordening is wel van toepassing op de uitbreiding van het pompenhuis. Het plaatsen van een hemelwaterput is niet verplicht volgens de gewestelijke hemelwaterverordening daar het een uitbreiding betreft en geen nieuw- of herbouw.

Er wordt wel een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd op het aspect infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is. Het hemelwater dat op het nieuwe pomphuis valt, wordt opgevangen en afgevoerd naar het brakwatercircuit waar het hemelwater hergebruikt zal worden als koelwater in het koelwatercircuit van de volledige site van BASF. Hierdoor is er geen hemelwater meer over dat geïnfiltreerd kan worden. Bovendien is de aanvraag gelegen in een zone waar infiltrerend hemelwater geen meerwaarde vormt voor het tegengaan van de verzilting van de polders (bron: Onderzoek over de toepassing van het hemelwaterbesluit in het Antwerps havengebied op de rechteroever, in het bijzonder de mogelijke rol van infiltratie in het tegengaan van de verzilting van het grondwater (K2205)). Het hemelwater wordt in zekere mate wel hergebruikt waardoor de aanvraag voldoet aan de uitgangsprincipes van de gewestelijke hemelwaterverordening. De afwijking op vlak van realisatie van een infiltratievoorziening kan gunstig geadviseerd worden.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

In het zuiden van een grootschalige industriële bedrijfssite in het noorden van de Antwerpse haven wordt, op een reeds ontwikkeld blokveld (G200), een nieuwe tank geplaatst en een pompenhuis uitgebreid.

 

De nieuwe tank (B980) wordt in het bestaande tankpark G241 op de betonplaat van de inkuiping geplaatst. Deze tank heeft een diameter van 6,7 meter en een maximale hoogte van circa 10 meter. Bovenaan de tank worden loopbruggen voorzien die verbonden worden met de bestaande loopbruggen van de tanks B920 en B960 in het tankpark.

 

Ten westen van het tankpark G241 wordt tevens het bijhorende pompenhuis uitgebreid. De uitbreiding van het pompenhuis heeft een oppervlakte van 102,5 m² (20,5 meter x 5 meter) waardoor het pompenhuis na het uitvoeren van de werken een totale oppervlakte heeft van 225,5 m². De maximale hoogte van het pompenhuis bedraagt 6,25 meter.

 

De aanvraag maakt de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk. De aanvraag past zich functioneel in binnen het industrieveld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag kadert in de verdere ontwikkeling van een industrieel bedrijf. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied en het industrieel blokveld waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe tank wordt opgetrokken in gewapend beton. De uitbreiding van het pompenhuis wordt uitgevoerd in een staalstructuur die gefundeerd wordt op een betonnen plaat. De staalstructuur wordt aan de buitenzijde bekleed met grijze geïsoleerde sandwichpanelen.

De zichtbare elementen worden uitgevoerd in hetzelfde materiaal en in dezelfde kleur als de bestaande constructies en zullen niet storend zijn in deze industriële omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is op datum van opstelling van dit verslag nog niet uitgebracht. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Bij BASF Antwerpen wordt acrylzuur in verschillende zuiverheden aangemaakt. Het ruwe acrylzuur vormt de basis van waaruit zuiver acrylzuur en methylacrylaat wordt gemaakt. Het geproduceerde ruw acrylzuur wordt geleverd aan de interne installaties voor methylacrylaat en zuiver acrylzuur en aan de vrije markt.

 

Met onderhavige aanvraag wenst men een bijkomende buffertank (B980) te plaatsen voor de opslag van een stabilisator. Deze nieuwe tank heeft een inhoud van 250 m³ (262,5 ton) en wordt gepland in bestaand tankpark G241. Volgens het aanvraagdossier is de huidige inkuiping voldoende ruim gedimensioneerd.

 

Verder voorziet men een uitbreiding van de opslag van katalysatoren met 200 ton. Bovendien is de gevarenindeling van de gebruikte katalysatoren gewijzigd waardoor indelingsrubriek 17.3.8 (gevaarlijk voor het aquatisch milieu) nu ook van toepassing is. Het betreft vaste katalysatoren die op een vloeistofdichte vloer worden opgeslagen (G210).

 

Voor het antischuimmiddel AC (Nalco) en AC Stabilisator 3C (Restab) geldt nu ook, na een aanpassing van de gevarensymbolen, indelingsrubriek 17.3.8. Er zijn geen fysieke wijzigingen aan de vergunde opslag van deze producten.

 

Het betreft een hogedrempel Seveso-inrichting. Het aanvraagdossier bevat een e-mail van het team Externe veiligheid van het departement Omgeving waarin geoordeeld wordt dat het project kan beschouwd worden als een ‘Kleiner project met gevaarlijke stoffen’ en er geen nieuw omgevingsveiligheidsrapport of een veiligheidsnota moet opgesteld worden.

 

Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+11.450 kW

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting)

+469,30 ton

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

+262,50 ton

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+262,50 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

+402,50 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

+140 ton

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton.

+469,30 ton

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

15 december 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

14 januari 2021

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
SW/VHet advies te bezorgen aan de instantie die het advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.