Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2020112889 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW WaterstofNet met als adres Slachthuisstraat 112 bus 1 te 2300 Turnhout |
Gegevens van de exploitant: | VZW WaterstofNet (0810768956) met als adres Slachthuisstraat 112 bus 1 te 2300 Turnhout |
Ligging van het project: | Scheldelaan 495 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 19 sectie A nr. 101B |
Inrichtingsnummer: | 20201026-0074 (Mobiel waterstof vulpunt) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | plaatsen van een mobiel waterstoftankstation op het terrein van PSA Europa Terminal |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Inhoud van de aanvraag
Tijdelijk plaatsen van een mobiel waterstoftankstation.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
De aanvraag betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft een mobiele vul-unit voor waterstof op het terrein van PSA Europa Terminal.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 18,50 kW |
16.4.1° | inrichtingen voor het niet-huishoudelijk vullen van verplaatsbare recipiënten en voor de bevoorrading van motorvoertuigen, met uitzondering van deze vermeld in rubriek 16.9, met gevaarlijke gassen gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02 of GHS06; | 336 kg |
17.1.2.1.3° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; | 20.970 liter |
17.1.2.2.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot 3.000 liter. | 531 liter |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 25 november 2020 | 24 december 2020 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B2, het Insteekdok 3, de Zandvliet- en Berendrechtsluis – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Oudedijkweg en de Scheldelaan ten westen hebben als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel daaraan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag daar de nieuwe dakoppervlakte minder dan 40 m² bedraagt.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid - Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag betreft een proefopstelling om het gebruik van waterstof als brandstof bij een havenspecifiek voertuig te testen. De tankinstallatie zelf bevindt zich in een 20-voets container (met een oppervlakte van circa 15 m² en een hoogte van 2,6 meter) en wordt geplaatst op het afgesloten terrein van een containerterminal. Het terrein is reeds verhard.
De werken dragen bij tot de verder exploitatie van het industriegebied waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Ook het college hecht belang aan dit advies. Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig.
De aanvraag betreft een tijdelijke opstelling voor een periode van 6 maanden. De testperiode zelf wordt geschat op 4 weken, maar om praktische redenen (timing leverancier en beschikbaarheid van waterstof) wordt de vergunning aangevraagd voor 6 maanden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Daar de installatie enkel bedoeld is voor één specifiek havenvoertuig, genereert de aanvraag geen bijkomende parkeerbehoefte en is er geen mobiliteitsimpact.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Waterstofnet wenst op een terrein van PSA een mobiele verplaatsbare vulunit voor waterstof te plaatsen. Met deze installatie zal tijdens een korte proef een demonstratie gefaciliteerd worden met een yard trekker. Deze door waterstof aangedreven yard trekker wordt op de terminal van PSA ingezet en deze zal dan kunnen tanken aan dit vulpunt.
Waterstof zal aangeleverd worden door middel van een tube trailer met een inhoudsvermogen van 20.970 liter (9 x 2.330 liter) die naast de installatie geplaatst wordt. De installatie zal uit de aangesloten tube trailer waterstof opdrukken van 200 bar naar 450 bar, waarna het waterstof wordt opgeslagen in het interne opslagvat (531 liter). Bij een tankbeurt zal eerst vanuit de externe pakketten gevuld worden, daarna zal de interne opslag aangesproken worden. Mocht dit nog niet voldoende zijn om het voertuig te vullen met een capaciteit >7 kg, dan zal de compressor (18,5 kW) het voertuig verder afvullen met een beperkte snelheid van 9 kg/uur. Na iedere tankbeurt zal het station zijn interne buffer weer opdrukken tot de gewenste druk.
Het aanvraagdossier bevat een veiligheidsstudie waarin de veiligheidsrisico’s worden geanalyseerd en overzicht wordt gegeven van de diverse veiligheidsmaatregelen. Het plaatsgebonden risico is in lijn met de risicocriteria zoals die in Vlaanderen voor Seveso-inrichtingen worden toegepast. De 10-5 en 10-6 iso-risicocontouren zijn gelegen op het bedrijfsterrein zelf. Binnen de 10-7 iso-risicocontour (maximaal 35 meter) zijn geen kwetsbare locaties gelegen. Op basis van de relatief beperkte omvang van de mogelijke relevante effecten en de aard van de omgeving rond het mobiel station blijft het groepsrisico beperkt volgens de veiligheidsstudie.
In de studie worden onderstaande aanbevelingen opgesomd:
- gezien het nabije (interne) verkeer op de site van PSA Antwerp zal de afscherming tegen mechanische impact (van een voertuig) van de opslag en de container zodanig uitgevoerd worden dat ze een effectieve afscherming biedt. De tankplaats zal buiten de rijweg gelegen zijn en wordt zo ingericht dat er een mechanische afscherming zal zijn van deze tankplaats om een (externe) aanrijding te voorkomen;
- duidelijke afspraken inzake de exploitatie zullen gemaakt worden. Hierbij komt uit de analyse naar voor dat ter hoogte van de ventilatieopeningen in de deur van de container een zone vrij gehouden zal worden waar er geen toegang is voor onbevoegde personen;
- er zullen geen brandbare materialen (noch trailers met dergelijke ladingen) nabij de container noch de tube-trailer of flessen geplaatst worden (de afstandsregels in VLAREM voor opslag zullen hierbij tenminste gevolgd worden). Ook de communicatie tussen de beide partijen zal helder en duidelijk zijn;
- bij de nood- en interventieplanning (inclusief evacuatie) van PSA Antwerp zal rekening gehouden worden met de aanwezigheid en exploitatie van het waterstof tankstation.
Het is aangewezen dat deze aanbevelingen als bijzondere voorwaarden worden opgelegd.
Het dossier bevat een geluidsstudie waarin de geluidsimpact van de nieuwe installatie wordt voorspeld en geëvalueerd. Uit de berekeningen blijkt dat het specifieke geluidsdrukniveau van de mobiele waterstoftank-installatie (ruim) conform de milieukwaliteitsdoelstellingen en de grenswaarden van VLAREM II is ter hoogte van alle dichtstbij gelegen woningen (circa 1.000 meter).
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden en voor een duur van 6 maanden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 18,50 kW |
16.4.1° | inrichtingen voor het niet-huishoudelijk vullen van verplaatsbare recipiënten en voor de bevoorrading van motorvoertuigen, met uitzondering van deze vermeld in rubriek 16.9, met gevaarlijke gassen gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02 of GHS06; | 336 kg |
17.1.2.1.3° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; | 20.970 liter |
17.1.2.2.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot 3.000 liter. | 531 liter |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De afscherming tegen mechanische impact (van een voertuig) van de opslag en de container worden zodanig uitgevoerd dat ze een effectieve afscherming biedt. De tankplaats zal buiten de rijweg gelegen zijn en wordt zo ingericht dat er een mechanische afscherming zal zijn van deze tankplaats om een (externe) aanrijding te voorkomen. |
2. | Er worden duidelijke afspraken inzake de exploitatie gemaakt. Ter hoogte van de ventilatieopeningen in de deur van de container wordt een zone vrij gehouden waar er geen toegang is voor onbevoegde personen. |
3. | Er mogen geen brandbare materialen (noch trailers met dergelijke ladingen) nabij de container noch de tube-trailer of flessen geplaatst worden (de afstandsregels in VLAREM voor opslag zullen hierbij tenminste gevolgd worden). Ook de communicatie tussen de beide partijen zal helder en duidelijk zijn; |
4. | Bij de nood- en interventieplanning (inclusief evacuatie) van PSA Antwerp zal rekening gehouden worden met de aanwezigheid en exploitatie van het waterstof tankstation. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 24 november 2020 |
Start openbaar onderzoek | 3 december 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 1 januari 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 13 januari 2021 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
3 december 2020 | 1 januari 2021 | 1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens het openbaar onderzoek werd een brief ontvangen van PSA Antwerp. Met deze brief reageert PSA Antwerp op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. PSA Antwerp geeft aan geen bezwaar te hebben tegen de eigenlijke werken maar zij kunnen niet akkoord gaan met het feit dat de vergunning op naam van een natuurlijk persoon wordt toegekend.
Op 15 december heeft de aanvrager echter reeds een bericht via het omgevingsloket verstuurd waarin gevraagd wordt aan de vergunningverlenende overheid om de naam van de aanvrager te wijzigen van de natuurlijke persoon naar de rechtspersoon Waterstofnet vzw. Het schrijven van PSA Antwerp wordt overgemaakt aan de deputatie van de provincie Antwerpen.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, voor een duur van 6 maanden en onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De afscherming tegen mechanische impact (van een voertuig) van de opslag en de container worden zodanig uitgevoerd dat ze een effectieve afscherming biedt. De tankplaats zal buiten de rijweg gelegen zijn en wordt zo ingericht dat er een mechanische afscherming zal zijn van deze tankplaats om een (externe) aanrijding te voorkomen. |
2. | Er worden duidelijke afspraken inzake de exploitatie gemaakt. Ter hoogte van de ventilatieopeningen in de deur van de container wordt een zone vrij gehouden waar er geen toegang is voor onbevoegde personen. |
3. | Er mogen geen brandbare materialen (noch trailers met dergelijke ladingen) nabij de container noch de tube-trailer of flessen geplaatst worden (de afstandsregels in VLAREM voor opslag zullen hierbij tenminste gevolgd worden). Ook de communicatie tussen de beide partijen zal helder en duidelijk zijn; |
4. | Bij de nood- en interventieplanning (inclusief evacuatie) van PSA Antwerp zal rekening gehouden worden met de aanwezigheid en exploitatie van het waterstof tankstation. |
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |