Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020142260 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer pieterjan smulders met als adres Dijlestraat 34 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: | Dijlestraat 34 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 7 sectie G nr. 309R3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/2001: vergunning deputatie (20001160) voor het verbouwen van het gelijkvloers tot garage (31/05/2000: weigering college);
- 16/06/1937: toelating (18#7860) voor binnenveranderingen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume:
- koer met oppervlakte van circa 25m²;
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand met uitzondering van:
- koer met oppervlakte van circa 20m²;
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand met uitzondering van:
- koer met oppervlakte van circa 22.5m² waarvan 20m² verhard;
- opgehoogde tuinmuren tot circa 3,37m vanaf vloerpas;
- gevelafwerking: conform bestaand.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van gelijkvloerse volumes achteraan de woning;
- nieuw bouwen van een perceelsbrede, gelijkvloerse achterbouw tot 16m bouwdiepte;
- interne constructieve werken;
- ophogen van de scheimuren en tuinmuren tot 3,37m boven het vloerniveau;
- regulariseren van de voorgevelwijzigingen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de maximum hoogte voor tuinmuren is 2,6m.
De tuin wordt volledig voorzien van tuinmuren met een hoogte van 3,37m boven de vloerpas;
ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding zijn de dakopstanden ter hoogte van het hoogste, aangrenzende dakoppervlak geen 30cm.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De woonfunctie blijft behouden in een omgeving die gekenmerkt wordt door een mix van eengezinswoningen en meergezinsgebouwen. De aanvraag is functioneel verenigbaar met de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Het nieuwe achterbouwvolume van de uitbreiding wordt gunstig beoordeeld. De aanpalende woningen hebben verscheidene uitbreidingen. De achterbouw van de aanvraag volgt de kenmerkende bouwdiepte van de aanbouwen op de aangrenzende percelen.
De koer verkleint ten opzichte van de vergunde toestand van 25 m² naar 22,50 m². Conform de bouwcode wordt de verharde ruimte exact beperkt tot 20 m². Dit gebeurt door een onverhard tuinstrookje te voorzien, tegen de achterste perceelsgrens. Gezien enerzijds de verkleining van de koer en anderzijds de voordelen van onverharde oppervlakten in functie van waterinfiltratie en biodiversiteit, is het aan te bevelen om alsnog meer onverharde ruimte te voorzien. Elke tuin draagt immers bij aan een verhoging van de biodiversiteit en een vermindering van de opwarming van de stedelijke omgeving. Omdat de aanvraag conform de geldende bepalingen van de bouwcode is, wordt dit slechts als een aanbeveling meegegeven en wordt het niet als voorwaarde opgelegd.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag is visueel inpasbaar in de omgeving. Het uitzicht en karakter van de woning blijft langs de straatzijde ongewijzigd ten opzichte van de bestaande toestand en is in harmonie met de homogene kenmerken van de woningen in de Dijlestraat. De wijzigingen ten opzichte van de laatst vergunde toestaand zijn aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De uitbreiding wordt uitgewerkt met een verdiepingshoge glaspartij over de volledige breedte.
Het contact tussen de binnen- en buitenruimte wordt versterkt. De ingreep verhoogt de woonkwaliteit door een ruimere lichtinval.
De verhoging van de tuinmuren tot 3,30 m wordt niet gunstig geadviseerd. Om voldoende licht- en zontoetreding te verzekeren mogen tuinmuren een maximale hoogte hebben van 2,60 m (artikel 19 van de bouwcode). De vergunde tuinmuur met het rechteraanpalende perceel heeft een hoogte van circa 2,60 meter. Deze tuinmuren zijn reeds verhoogd tot 3 m. De aanvraag voorziet een verdere verhoging ervan 3,30 m. Deze hoogte is niet aanvaardbaar. Als voorwaarde van vergunning moet worden opgelegd dat de tuinmuren een maximale hoogte mogen hebben van 2,60 meter conform de laatst vergunde toestand en artikel 19 van de bouwcode.
Het dak van de nieuwe achterbouw moet een dakopstand hebben van 30 centimeter ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak (bouwcode, artikel 34). Deze opstand dient brandoverslag te voorkomen. Er kan van dit artikel enkel afgeweken worden als het dak voldoende brandwerend is. In de voorwaarden bij de vergunning moet een minimale brandklasse opgelegd worden voor de dakbekleding.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
2. de hoogte van de tuinmuren te beperken tot een hoogte van 2,60 meter, zoals in rood illustratief aangeduid op de snedes nieuwe toestand;
3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 november 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 26 november 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 januari 2021 |
Verslag GOA | 4 januari 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
2. de hoogte van de tuinmuren te beperken tot een hoogte van 2,60 meter, zoals in rood illustratief aangeduid op de snedes nieuwe toestand;
3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.