Terug
Gepubliceerd op 09/03/2020

2020_CBS_01752 - Duurzame stad - Droogtestudie. Onderzoek naar droogte en waterschaarste in Antwerpen - Kennisneming

college van burgemeester en schepenen
vr 06/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_01752 - Duurzame stad - Droogtestudie. Onderzoek naar droogte en waterschaarste in Antwerpen - Kennisneming 2020_CBS_01752 - Duurzame stad - Droogtestudie. Onderzoek naar droogte en waterschaarste in Antwerpen - Kennisneming

Motivering

Gekoppelde besluiten

Argumentatie

Analyse grondwaterstanden

De trendanalyse van de gemeten grondwaterpeilen toont over de voorbije 30 jaar een daling van de grondwaterstanden in de zomer (voor de winter kan nog geen dalende trend worden vastgesteld). Klimaatprojecties tonen aan dat de grondwaterstand overal nog verder zal dalen als gevolg van de klimaatwijziging en dit vooral in het Zuiden van Antwerpen (de iets hoger gelegen gebieden in Berchem, Hoboken en Wilrijk) en in delen van Antwerpen-Linkeroever. Door menselijke activiteiten staat het grondwater in de kernstad (het deel van Antwerpen binnen de ring) vandaag al erg laag, op vele plaatsen dieper dan 6 meter onder het maaiveld. Dit is een gevolg van de hoge verhardingsgraad en de vele (al dan niet tijdelijke) bemalingen zonder retour. Ook de permanente bemaling voor het droog houden van de ring heeft een sterk verlagend effect.

De grootste risico’s verbonden aan deze lage (en verder dalende) grondwaterstand zijn:

  • Het droogvallen van vijvers.
    Het meest zichtbare is het droogvallen van de Stadsparkvijver. Ook voor andere vijvers (onder andere van het Boekenbergpark, Den Brandt, Middelheim, Schoonselhof, Fort 6, 7 en 8) dreigen op termijn lagere peilen;
  • Het binnentrekken van brak Scheldewater in de kernstad.
    De kernstad (deel binnen de ring) ontvangt door de bemaling van de ring nagenoeg geen grondwater meer van buitenaf. Door de grote verhardingsgraad is ook de grondwatervoeding in de kernstad zelf beperkt. Elke (al dan niet tijdelijke) bemaling zonder retour in de buurt van de kaaien dreigt hierdoor brak Scheldewater aan te trekken. Dit is schadelijk voor de natuur en voor het stadsgroen en in tegenstrijd met Vlaamse wetgeving (bijlage 2.4.1 van VLAREM II, artikel 4, 2°). Deze verzilting is ook zeer moeilijk omkeerbaar;
  • De achteruitgang van grondwatergebonden natuur en stadsgroen.
    De vermindering van kwel naar grondwaterafhankelijke natuur zoals in de omgeving van Mastvest, Blokkersdijk, Schoonselhof en de zuidelijke forten kan de natuurwaarden daar verminderen. Ook het stadsgroen is op bepaalde locaties afhankelijk van het grondwater.

Maatregelen om deze risico’s te beperken zijn het uitwerken van een gedegen bemalingsstrategie, waarbij onder andere meer wordt ingezet op retourneren, en het verhogen van de infiltratie van neerslag naar de ondergrond, hetzij door lokale ontharding, hetzij door de aanleg van centrale infiltratievoorzieningen.

“Lokale ontharding kan worden bevorderd door werk te maken van een (netto) verhardingsstop, met een compensatieregeling voor verharders die zelf niet voor een equivalente oppervlakte ontharding (op eigen terrein of elders in de stad) kunnen zorgen. Met deze compensatieregeling kan de stad zelf onthardingsmaatregelen op het openbaar domein realiseren of derden faciliteren om dat op privaat terrein te doen.”

De bouwcode en Vlarem verplichten het toepassen van een retourbemaling, tenzij technisch niet mogelijk. In de praktijk blijkt deze retourbemaling slechts zelden te worden toegepast. De onthardings- en infiltratiemaatregelen volgden eerder ook al uit het Waterplan als maatregel tegen wateroverlast.

Om de toestand van het grondwater te monitoren en de effectiviteit van de maatregelen te evalueren zijn gerichtere en meer efficiënte metingen nodig.

Analyse waterbeschikbaarheid

Het jaarlijks drinkwaterverbruik in Antwerpen exclusief de haven bedraagt 27,5 miljoen m³. Dit water wordt aangeleverd door water-link en is via het Albertkanaal en het Netekanaal afkomstig uit de Maas. Door de klimaatwijziging staat deze waterbevoorrading onder druk. Water-link kijkt daarom naar mogelijke bijkomende bronnen van drinkwater zoals het ontzilten van dokwater of Scheldewater. Een analyse van de bevoorradingszekerheid van drinkwater is een opdracht van water-link en maakte geen deel uit van de droogtestudie.

In de droogtestudie werd wel nagegaan hoe de vraag naar drinkwater kan verminderen. Voor heel wat zaken (bevloeien van groen, sanitair, kuisen, bepaald proceswater,…) kan immers water van een lagere kwaliteit dan drinkwater volstaan en kunnen alternatieve bronnen zoals hemelwater of bemalingswater worden aangewend.

Uit de studie blijkt dat er op stadsniveau en op jaarbasis in principe voldoende hemelwater voorhanden is om te voldoen aan de maximale potentiële vraag. Om dit potentieel te benutten dient de nodige waterberging te worden voorzien. Als vraag naar en aanbod van hemelwater dicht bij elkaar gelegen zijn, is hergebruik van hemelwater een mogelijke oplossing. Er dient dus verder te worden ingezet op individuele hemelwaterputten in combinatie met gemeenschappelijke hemelwaterputten zowel op privaat als publiek domein. Op de Zuiderdokken zal binnenkort de eerste gemeenschappelijke hemelwaterput van Antwerpen worden aangelegd.

In sommige gevallen zal de afstand tussen aanbod van en vraag naar hemelwater groter zijn. Een leidingennetwerk van “stadswater”, waar naast hemelwater eventueel ook bemalingswater en effluentwater op kan worden aangesloten, kan hier een oplossing bieden. Meer onderzoek is nodig naar de kosten hieraan verbonden en de waterkwaliteit van deze verschillende bronnen.

Door de klimaatwijziging zal ook de vraag naar water toenemen. Delen van het stadsgroen zullen gedurende droge zomers moeten worden geïrrigeerd als het haar kwaliteit en haar verkoelende functie wil behouden. Deze watervraag wordt best via alternatieve bronnen (hemelwater, bemalingswater, effluentwater) verzekerd. In de studie werd een inschatting gemaakt van deze bijkomende watervraag. Daarnaast zal de keuze van het stadsgroen ook rekening moeten houden met de grotere kans op droogtes.

Net zoals voor grondwater geldt voor het gebruik van alternatieve waterbronnen dat meer en efficiënter gemonitord moet worden om het beleid op regelmatige basis te kunnen evalueren.

Aanleiding en context

Op 7 september 2019 gunde het college (2018_CBS_08064 - Bestek GAC_2018_00239) de opdracht voor de opmaak van een droogtestudie aan International Marine and Dredging Consultants, Van Immerseelstraat 66 te 2018 Antwerpen.

Aan het studiebureau wordt gevraagd:

  • de grondwaterstanden en waterbeschikbaarheid in Antwerpen in kaart te brengen;
  • te analyseren welke invloed de klimaatwijziging en andere menselijke handelingen (bemalingen, ….) hierop uitoefenen;
  • te analyseren wat de impact is voor de stad Antwerpen van een verlaagde grondwaterstand;
  • strategieën en maatregelen voor te stellen en hydraulisch door te rekenen;
  • op basis van dit alles beleidsaanbevelingen voor te stellen die de stad en de stadsgemeenschap in acht zouden moeten nemen om de impact van droogte te milderen.

De opdracht werd in eerste lijn mee opgevolgd door de Vlaamse Milieu Maatschappij VMM (cel grondwater) en water-link (leverancier drinkwater en rioolbeheerder voor de stad Antwerpen). De resultaten werden ook besproken op vijf overlegmomenten met de uitgebreide projectgroep met daarin bijkomend ook vertegenwoordigers van verschillende afdelingen van Stadsontwikkeling (SW), Stadsbeheer (SB), AGVespa, Havenbedrijf Antwerpen, Aquafin,  Instituut voor Natuur en Bos Onderzoek (INBO), Natuurpunt, Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) en de provincie.

De opdracht (het projectgebied) concentreert zich op de stad Antwerpen exclusief het havengebied. Het havengebied is wel meegenomen in het studiegebied als belangrijke randvoorwaarde.

Op 20 september 2019 keurde het college het Waterplan voor de stad Antwerpen goed (2019_CBS_07650). Het Waterplan biedt een kader en geeft richting aan de uitvoering van toekomstige projecten waarbij vooral gefocust wordt op een te veel aan neerslag. Samen met het Waterplan biedt de droogtestudie dus een antwoord op de vraag hoe omgaan met neerslagextremen, zowel de hogere neerslagintensiteiten als de langere droogtes. Het Waterplan zal de komende jaren verder uitgewerkt worden in verschillende wijkwaterplannen.

Een van de meest zichtbare gevolgen van de lage grondwaterstanden was het droog staan van de Stadsparkvijver. Hiervoor werd een aparte studie opgestart. Op 24 mei 2019 nam het college kennis van de technische conceptstudie watertoevoer en inrichting van de Stadsparkvijver (2019_CBS_04232_SWOU11879). Hierin worden voorstellen gemaakt voor de inrichting van de vijver en worden verschillende mogelijke scenario’s voor wateraanvoer onderzocht.

Beleidsdoelstellingen

2 - Leefbare en mobiele stad
2LMS02 - Leefmilieu
2LMS0202 - Antwerpen wordt een klimaatrobuuste stad
2LMS020201 - We bereiden ons in alle relevante plannen en projecten voor op de gevolgen van klimaatverandering, gaan hitte-eilanden tegen en voorzien voldoende ruimte voor opvang, buffering en infiltratie van water

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt kennis van de droogtestudie voor de stad Antwerpen.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Opdracht

SW/ Ruimte + Publieke Ruimte, i.s.m. SW/EMA, MV/Milieuinterventie, SW/Vergunningen en water-link.

Om een bemalingsstrategie uit te werken met als doel het aandeel geretourneerd bemalingswater te laten toenemen en om waterschaarste aan te pakken.

Deze strategie kan bestaan uit één van of een combinatie van volgende elementen:

  • Herinfiltratie faciliteren bijvoorbeeld door bemaling door grote rioolleidingen in verbinding te brengen met infiltratiezones in publiek groen;
  • een gemeentelijke saneringsbijdrage op het lozen van bemalingswater op de riool;
  • een verscherpt toezicht en handhavingsbeleid.

SW/Publieke Ruimte i.s.m. SW/EMA, water-link en Aquafin

Om bij het uitwerken van het plan van aanpak voor de opmaak van wijkwaterplannen (zie 2019_CBS_07650) ook rekening te houden met de resultaten van de droogtestudie en met de mogelijkheden tot het hergebruik van hemelwater.

SW/EMA en EcoHuis i.s.m. SW/Publieke Ruimte en SW/Vergunningen

Om de mogelijkheden van een compensatieregeling voor verharding te onderzoeken.

SW/EMA en EcoHuis i.s.m. SW/Omgeving, water-link en Aquafin

Om het hergebruik van hemelwater te helpen bevorderen, door:

  • Een evaluatie van de huidige regelgeving op gewestelijk en lokaal niveau en van de premies rond individuele hemelwaterputten op te maken;
  • een plan van aanpak uit te werken om het gebruik van collectieve hemelwaterputten te faciliteren o.b.v. de lessen uit het pilootproject op de Zuiderdokken;
  • de opportuniteit, technische en financiële haalbaarheid van een stadsnetwerk (een leidingennetwerk voor hemelwater aangevuld met bemalings- en effluentwater) verder te onderzoeken.

SB/Groen en SB/begraafplaatsen i.s.m. SW/EMA en SW/Publieke Ruimte

Om rekening te houden met de resultaten van de droogtestudie, meer bepaald met de droogtetolerantie van de verschillende boomtypes, de inrichting van de standplaatsen voor bomen en de nood aan irrigatie tijdens droge zomers.

SW

Om in overleg met Lantis en AWV:

  • Er voor te zorgen dat de principes van de droogtestudie ook zo veel als mogelijk worden meegenomen bij de Oosterweelverbinding;
  • na te kijken of en hoe het bemalingswater van de Ring kan worden gemonitord en herbruikt;
  • potenties die blijken uit de OverDeRing studie W&E, partim water, mee te nemen in de ringprojecten.

AGVespa

Om een plan van aanpak uit te werken zodat innovatieve manier van  hergebruik van hemelwater bij bouw en stadsontwikkelingsprojecten wordt meegenomen

SW/EMA i.s.m. SB, Aquafin, VMM, water-link en MV/Milieuinterventie

Om een meetplan op te stellen en uit te rollen om het beleid rond droogte te kunnen opvolgen en evalueren.

 

 

Bijlagen

  • RA11556_19008_WP1v3.0.pdf
  • RA11556_19056_WP2v3.0.pdf
  • RA11556_19105_WP3v3.0.pdf
  • RA11556_19189_WP4v2.0.pdf