Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019125948 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Ahmed Boughalem met als adres Gladiolusstraat 2 bus 2 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Wilsonweg 270 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 42sectie C nrs. 120X en 120K2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/05/2018: ongunstig advies voor het opdelen van het eigendom gelegen te Wilsonweg 268-270-294 te 2610 Wilrijk met volgende motivatie:
‘Wij stellen vast dat de betrokken percelen deels zijn gelegen in woongebied met landelijk karakter (c120x, c120y en een deel van c120a²) en deels in parkgebied (c120z en een deel van c120a²). Het opdelen van perceel c120x, in functie van een gesloten bebouwing tussen 2 halfopen bebouwingen komt, gelet op de bestemming van het perceel niet in aanmerking voor een gunstig advies. Het opdelen van perceel c120z, om toe te voegen aan perceel c120 x en c120y zou in aanmerking komen voor een gunstig advies. Het bestendigen van de geïsoleerde ligging van perceel c120a² komt niet in aanmerking voor een gunstig advies. Er wordt geadviseerd deze toe te voegen aan percelen die ontsloten worden vanop de openbare weg.’
- 21/08/2018 en 02/10/2018: advies over het mogelijke bouwvolume.
Huidige toestand
- het eigendom gelegen te Wilsonweg 268-270-294 te 2610 Wilrijk is opgedeeld in 7 kavels (A, A2, B, B2, C, C2 en D).
- braakliggend terrein.
Gewenste toestand
- eengezinswoning in halfopen bebouwing;
- hoofdvolume van 2 bouwlagen onder zadeldak en plat dak, afbouwend naar 1 gelijkvloerse bouwlaag onder platte dak;
- programma:
- de voorgevel wordt afgewerkt met grijsbruine gevelsteen. Het schrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium. Het dakvlak wordt bekleed met grijze pannen. De dakkapel in grijs plaatmateriaal.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande stalling en het bouwen van een eengezinswoning.
Vastgesteld wordt dat de grond werd verkaveld voor woningbouw zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.
Conform artikel 4.2.15 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening mag niemand echter zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
17 januari 2020 |
11 februari 2020 |
Ongunstig |
AQUAFIN NV |
17 januari 2020 |
11 februari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos |
17 januari 2020 |
20 januari 2020 |
Geen advies |
Vlaamse Milieumaatschappij |
17 januari 2020 |
28 januari 2020 |
Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
17 januari 2020 |
17 februari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met landelijk karakter. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Bloemenveld, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 7 april 2006. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor openbare wegenis.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het perceel is volgens het gewestplan deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels gelegen in parkgebied.
Voorliggende aanvraag omvat het bouwen van een eengezinswoning, op de locatie van de serres van de naastgelegen woning met nummer 270, in het woongebied met landelijk karakter. Dit is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het voorgestelde profiel sluit echter op geen enkel vlak aan op de aansluitende woning links en creëert een hinder naar de naastgelegen tuin van de woning rechts. Daarenboven creëert dit voorstel een voortuin van circa 26m diepte die ook niet aansluit op het karakter van een woongebied met landelijk karakter waar ook landbouwbedrijven mogelijk zijn.
Vastgesteld wordt dat het project zich op een bijzondere plek met kwalitatieve groene en landschappelijke doorzichten bevindt. De voorgestelde nieuwbouw eengezinswoning refereert eerder naar een woning in een ‘standaard’ woongebied en stedelijk lint dan dat er gezocht is naar een uitwerking die rekening houdt met woongebied met landelijke karakter én de specifieke situatie.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan niet worden ingestemd met de inplanting en het profiel zoals voorgesteld.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde materialisatie voor de gevels in grijsbruin gevelmetselwerk is stedenbouwkundig aanvaardbaar. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg dan ook gunstig.
De voorgestelde vormelijke uitwerking in een ‘klassiek gabarit’ (17m - 13m - 9m) sluit echter geenszins aan op de nog twee overblijvende panden aan het einde van deze straat.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op het gelijkvloers wordt een woonkamer voorzien van meer dan 10m diepte welke eenzijdig verlicht wordt met een opening met een standaard hoogte. De laatste 3m van deze ruimte wordt hierdoor onvoldoende verlicht naar actuele normen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van het ontbreken van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden én omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening van voorliggend ontwerp in de aanvraag én omwille van strijdigheid van het aangevraagde met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
27 december 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 januari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
17 maart 2020 |
Verslag GOA |
25 februari 2020 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.