Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019158798 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV WILLEMEN CONSTRUCT met als adres Boerenkrijgstraat 133 te 2800 Mechelen |
Ligging van het project: |
Herentalsebaan 385-387, 405-411, Florent Pauwelslei 1, 31-33 te 2100 Deurne-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 31 sectie B nrs. 222X4, 222Y4, 222Z4, 222K4, 222N4, 222C5, 222E5, 223A5, 223X4, 223F5, 223E5, 223B5, 446E en 446F |
Inrichtingsnummer: |
20191217-0069 (werf AZ Monica) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
project AZ Monica - Deurne - het exploiteren van een bouwwerf blok E |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De exploitant wenst een tijdelijke vergunning voor een bronbemaling in functie van de bouw van blok E en de inrichting van een bijhorende werf.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
15,00 m³/uur |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
25 voertuigen |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
800,00 l |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
4.500,00 kg |
53.2.2°b)2° |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
110.000,00 m³/jaar |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht |
17 januari 2020 |
15 februari 2020 |
Gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer |
17 januari 2020 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aangevraagde tijdelijke bemaling is verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In het kader van de oprichting van een nieuw gebouw in het ziekenhuiscomplex AZ Monica, dient een bouwput van circa 85 meter x 47 meter gegraven te worden tot op een diepte van circa –7,85 mArch of +0,42 mTAW. Het waterpeil in rust bevindt zich op -4,47 mArch. Voor de aanleg van de vloerplaat wordt een verlaging gevraagd tot 7,7 mArch en tot -8,35 mArch voor de liftputten. De verlaging wordt verwezenlijkt door middel van filterbemalingen met filters van negen meter lang, geplaatst om de drie meter. Het opgepompte water wordt geloosd in de openbare riolering ter hoogte van de Jos Van Geellaan. De riolering is aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Het projectgebied is niet gelegen in gebied met zout water in de ondergrond, in of nabij grondwaterwingebied of beschermingszone, in of nabij actie- en waakgebieden, vogelrichtlijngebied, duingebieden of speciale beschermingszones.
De benodigde verlaging zal bereikt worden binnen circa drie à vier dagen na de start van de bemaling. Het verwachte waterbezwaar zal circa 15 m³/uur bedragen tijdens de stationaire fase. Bij aanvang van de bemaling zal deze nog hoger liggen. Oppervlakte bevloeiing of infiltratie werd in de bemalingsnota onderzocht, maar werd hier niet mogelijk geacht, wegens de aanwezige bebouwing en de beperkte open ruimte waarop de retourbemaling ingericht zou moeten worden. De zettingen die optreden zijn kleiner dan 15 mm en dus binnen aanvaardbare grenzen.
De exploitant vraagt een tijdelijke vergunning voor het lozen van 15 m³/uur bedrijfsafvalwater in de openbare riolering. Dit komt overeen met een maximaal dagdebiet van 360 m³ (24 x 15 m³/uur). Uit de bemalingsnota blijkt dat een op te pompen debiet van 25 m³/uur en 600 m³/dag bij lage doorlaatbaarheid wordt verwacht. Bij hoge doorlaatbaarheid stijgt dit tot respectievelijk 50 m³/uur en 1.200 m³/dag. In hoofdstuk 5.2.5 van de bemalingsnota staat dat door de hoge doorlaatbaarheid de invloed naar de omgeving hoog zal zijn. Het lijkt er dus op dat het gevraagde debiet een onderschatting is van het werkelijk te lozen debiet. Het saneringscontract -dat op 17 februari 2020 nog aan het dossier werd toegevoegd - spreekt van een debiet van 20 m³/uur of 480 m³/dag. In het aanvraagdossier is dus sprake van een lozingsdebiet van 15 m³/uur (aangevraagd), 25 m³/uur of 50 m³/uur (bemalingsnota) en 20 m³/uur (saneringscontract Aquafin). Voor de bronbemaling, die zes maanden zou duren, wordt een debiet gevraagd van 110.000 m³/jaar. Dit komt overeen met een gemiddeld debiet van 25 m³/uur. Gelet op de grote onduidelijkheid met betrekking tot de effectief op te pompen en te lozen debieten tijdens de verschillende fasen van de bemaling, dient de exploitant hierover vóór de start van de bemaling bijkomende informatie aan te leveren. De doorlatendheid van de bodem en de exacte grondwaterstand dient desnoods op basis van proefboringen bepaald te worden. Op basis hiervan dient berekend te worden wat de maximaal op te pompen en te lozen debieten zullen zijn (= tijdens de opstart) en wat het te lozen debiet zal zijn tijdens de stationaire bemaling. Met Aquafin dient nagegaan te worden of het werkelijk te lozen maximale en totale debiet nog onder het afgesloten saneringscontract kan vallen, of dat een aanpassing hiervan dient te gebeuren.
Het aangrenzend perceel 446 F werd in opdracht van Woonhaven onderzocht op verontreiniging in een oriënterend bodemonderzoek in 2015 (OVAM kenmerk 70804). Hieruit bleek dat een beperkte verontreiniging met benzo(a)pyreen, benzo(a)anthraceen en benzo(b)fluorantheen werden teruggevonden, maar dat er geen verder onderzoek nodig was in het kader van de bodemwetgeving. Op perceel 221v2, op circa 40 meter van het project, werd verontreiniging teruggevonden in de grond en het grondwater met minerale en PAK’s in een beschrijvend bodemonderzoek in opdracht van AZ Monica (OVAM kenmerk 64224). De exacte bron van de verontreiniging is niet gekend. Een sanering van de verontreiniging werd niet nodig geacht door de bodemsaneringsdeskundige. De exploitant vraagt geen bijzondere lozingsvoorwaarden aan, zodat het afvalwater dient te voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor lozing in de openbare riolering.
De VMM adviseert gunstig voor het lozen van bemalingswater met een debiet van 15 m³/uur, 600 m³/dag en 110.000 m³/jaar in de riolering mits voldaan wordt aan de algemene voorwaarden voor lozing in de riolering. Aangezien het algemene voorwaarden uit Vlarem II betreffen, worden deze niet expliciet herhaald als bijzondere voorwaarde in het vergunningsbesluit.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, worden de risico’s en gevolgen voor de mens en het milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Voor wat het opgepompte en geloosde debiet betreft, bestaat aanleiding om een bijzondere voorwaarde op te leggen aangezien het dossier hierover tegenstrijdige informatie bevat.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
15,00 m³/uur |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
25 voertuigen |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
800,00 l |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
4.500,00 kg |
53.2.2°b)2° |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
110.000,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
voor de start van de bemaling maakt de exploitant een nota over waarin zowel de maximale en gemiddelde opgepompte en geloosde debieten tijdens de verschillende fasen van de bemaling duidelijk worden aangegeven en gemotiveerd (p/a milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van OMV_2019158798); |
2. |
indien nodig wordt het saneringscontract met Aquafin aangepast aan de werkelijke geloosde debieten; |
3. |
de dienst vergunningen van de stad Antwerpen dient eveneens op de hoogte gebracht worden van de start en de stopzetting van de bemaling via milieuvergunningen@antwerpen.be; |
4. |
de start van de werken dient via een bericht in het omgevingsloket doorgegeven worden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
20 december 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
16 januari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
16 maart 2020 |
Verslag GOA |
27 februari 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
voor de start van de bemaling maakt de exploitant een nota over waarin zowel de maximale en gemiddelde opgepompte en geloosde debieten tijdens de verschillende fasen van de bemaling duidelijk worden aangegeven en gemotiveerd (p/a milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van OMV_2019158798); |
2. |
indien nodig wordt het saneringscontract met Aquafin aangepast aan de werkelijke geloosde debieten; |
3. |
de dienst vergunningen van de stad Antwerpen dient eveneens op de hoogte gebracht worden van de start en de stopzetting van de bemaling via milieuvergunningen@antwerpen.be; |
4. |
de start van de werken dient via een bericht in het omgevingsloket doorgegeven worden. |
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
15,00 m³/uur |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
25 voertuigen |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
800,00 l |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
4.500,00 kg |
53.2.2°b)2° |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
110.000,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning voor het exploiteren van de bronbemaling (rubrieken 3.4.2 en 53.2.2.b.2) wordt verleend voor een periode van 6 maanden, vanaf start van de werken, en voor het exploiteren van de andere ingedeelde inrichtingen of activiteiten (rubrieken 15.1.1, 17.1.2.1.1 en 17.4) tot het einde van de bouwwerkzaamheden.