Terug
Gepubliceerd op 09/03/2020

2020_CBS_02086 - Omgevingsvergunning - OMV_2019065845. Laaglandlaan zonder nummer (zn). District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 06/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02086 - Omgevingsvergunning - OMV_2019065845. Laaglandlaan zonder nummer (zn). District Merksem - Goedkeuring 2020_CBS_02086 - Omgevingsvergunning - OMV_2019065845. Laaglandlaan zonder nummer (zn). District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019065845

Gegevens van de aanvrager:

NV AQUAFIN NV met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar en mevrouw Wendy Van Eester met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar

Gegevens van de exploitant:

NV AQUAFIN NV met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar en mevrouw Tanja De Landsheer met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar

Ligging van het project:

Laaglandlaan zn te 2170 Merksem-Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 41 sectie B nrs. 37M, 88M4, 88T3, 110W, 129D, 130C3, 130L2, 130H3, 134F, 136A en 137A

Inrichtingsnummer:

20190520-0050 (RI3M039 bemaling)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

rioleringswerken en het exploiteren van een bronbemaling + bijstelling

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          29/08/2019 vergunning (20183741) voor het bouwen van 3 x 2 gekoppelde eengezinswoningen;

-          verder geen relevante voorgeschiedenis, werken vinden plaats onder het openbaar domein.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          geen laatst vergunde toestand aangetroffen in onze archieven.

 

Huidige toestand

 

-          het project situeert zich in het noorden van Merksem, in de oksel van de E19, nabij het fort van Merksem;

-          de geplande stedenbouwkundige handelingen bevinden zich in en nabij de Laaglandlaan, tussen het Leegepad en het afrittencomplex van Kleine Bareel;

-          de Laaglandlaan is een gemeenteweg aangelegd in een bitumen verharding met 1 x 1 rijstroken en fietspaden langs beide zijden van de rijweg;

-          op dit moment is in de Laaglandlaan geen gescheiden rioleringsstelsel aanwezig, enkel een gemengde afwatering via het grachtenstelsel en de aanwezige inbuizingen naar de Laarse Beek;

-          het betreft een landelijke woonomgeving bestaande uit een mix van gesloten, halfopen en vrijstaande bebouwing van meestal twee bouwlagen onder een plat of schuin dak;

-          in de nabije omgeving situeren zich onder meer ook enkele volkstuintjes.

 

Gewenste toestand

 

-          in de Laaglandlaan, vanaf Leegepad tot het afrittencomplex Kleine Bareel, wordt het bestaande gemengde stelsel vervangen door een gescheiden stelsel;

-          er komt nieuwe DWA-riolering en de RWA zal deels via grachten, deels via nieuwe riolering worden afgevoerd naar de Laarse Beek (waterloop 2e categorie) of ter plaatse infiltreren en eventueel overstorten naar het grachtenstelsel ter hoogte van het op- en afrittencomplex “Kleine Bareel”;

-          ter hoogte van het pompstation wordt de bestaande half-verharding heraangelegd;

-          de ontsluitingsweg die een aftakking vormt van de Laaglandlaan naar de voetbalclub toe, wordt gedeeltelijk verhard met KWS-verharding;

-          ter hoogte van de woningen met huisnummers 827-847 wordt het voetpad opengebroken en aangelegd in grijze betonstraatstenen;

-          in de wijk achteraan in de Laaglandlaan zijn er zeer minimale wijzigingen van de verharding ten opzichte van de bestaande toestand. De verharde oppervlakte blijft dan ook hetzelfde.


Inhoud van de aanvraag

 

-          het aanleggen van een ondergronds gescheiden rioleringsstelsel ter hoogte van de Laaglandlaan in Merksem;

-          heraanleggen van de bestaande halfverharding thv. het pompstation;

-          gedeeltelijk verharden van de ontsluitingsweg;

-          openbreken en aanleggen voetpad;

-          plaatsen van een pompstation en een elektriciteitscabine.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

95,00 m³/uur

53.2.1°b)

bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezelijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen.

500,00 m³/dag

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II: Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II (zie Bijlage R53). Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de meetmethodes voor lozing van afvalwater voorzien volgens artikel 4.2.5.1.1.

Bepaling van de kwaliteit van het geloosde grondwater via een aftapkraan. 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

POVC Antwerpen

12 december 2019

21 januari 2020

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

18 september 2019

15 oktober 2019

Voorwaardelijk gunstig

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

17 september 2019

26 september 2019

Geen bezwaar

Ministerie van Landsverdediging

18 september 2019

9 oktober 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

17 september 2019

27 september 2019

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

17 september 2019

18 oktober 2019

 

Wegenwerken

Artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet stelt dat indien de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en de bevoegde overheid oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen neemt, alvorens de bevoegde overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

 

Omschrijving beslissing

De gemeenteraad besliste in zitting van 17 februari 2020 (jaarnummer 133) om zijn goedkeuring te hechten aan de uitrusting en de inrichting van de Laaglandlaan tussen het Leegepad en het afrittencomplex van Kleine Bareel onder volgende voorwaarden:

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      voor de aanleg van de straat te voldoen aan het plan in bijlage 1 van stadsontwikkeling/ontwerp en uitvoering/ontwerpers;

3.      de bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op:
https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken;

4.      de maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/12106 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota, inclusief de opgelegde voorwaarden, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;

5.      de voorwaarden opgelegd in het advies van het Ministerie van Landsverdediging moeten strikt worden nageleefd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met landelijk karakter. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. De aanvraag wijkt af op volgend punt: een deel van de aangevraagde werken zijn niet verenigbaar met de van toepassing zijnde bestemmingsvoorschriften. De aangevraagde handeling voor het aanleggen van riolering is namelijk niet verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften in agrarische gebieden, gebieden voor dagrecreatie, bufferzones en parkgebieden.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)


De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.


Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project ligt gedeeltelijk in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied maar genereert slechtst een beperkte bijkomende verharde oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. De voorwaarden uit de ‘wateradviezen’ dienen strikt te worden nageleefd.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.


Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 6 september 2019. De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften van het gewestplan

 

Conform artikel 4.4.7 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.

 

Volgens het besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de VCRO. Artikel 3 § 1 definieert de handelingen van algemeen belang die een beperkte ruimtelijke impact hebben of als dergelijke handelingen beschouwd kunnen worden.

Deze vergunningsaanvraag heeft betrekking op volgende werken en handelingen vermeld in artikel 3 § 1 van vermeld uitvoeringsbesluit:

 

9° de aanleg, wijziging of uitbreiding van ondergrondse leidingen die voor het openbaar net bedoeld zijn, en voorzieningen voor het verzamelen en afvoeren van hemel-, oppervlakte- en afvalwater en de bijbehorende kleinschalige infrastructuur, zoals controlepunten, pomp- en overslagstations.

 

De aanvraag voldoet aan dit artikel en dus is de afwijking op de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan toegestaan.

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag omvat de aanleg van een gescheiden riolering in functie van de woningen verder in de Laaglandlaan. Deze werken dienen het algemeen belang en zijn functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De bestaande wegenis wordt hersteld in zijn oorspronkelijke staat. Ter hoogte van het pompstation wordt de bestaande verharding heraangelegd.

 

Bodemreliëf

 

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

 

“Na de indiening van de omgevingsvergunning is in onderling overleg met het district Merksem beslist om het laatste deel van de rijweg van de Laaglandlaan in water-passerende klinkers aan te leggen. De keerlus wordt aangelegd in grasdals. En het voetpad in standaard voetpadmateriaal: grijze betondals 22 x 22 in functie van de toegankelijkheid.

Ontwerp:

-          Rood: waterpasserende betonstraatstenen

-          Groen: grasbetontegels

-          Blauw: standaard voetpadmateriaal 22x22, ifv toegankelijkheid.

 

De bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, Postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken.

 

Aangezien de dienst ontwerp en uitvoering handelt over het openbaar domein en de aanleg, worden de voorwaarden geformuleerd in dit advies als voorwaarden bij de omgevingsvergunning opgelegd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen. De dienst adviseert ongunstig met volgende beoordeling:

 

“De bestaande bomen die worden geveld worden niet in kaart gebracht en ook niet gecompenseerd.”

 

Aangezien de riolering overal onder de bestaande rijweg wordt gelegd, worden er geen bomen of beplantingen gerooid. Daarom kan er voorbij worden gegaan aan het ongunstig advies.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Ter hoogte van de Laaglandlaan in Merksem, aan de zuidelijke kant van de E19 (in de omgeving van het fort van Merksem), wordt de aanleg van een gescheiden riolering voorzien. Hierbij wordt de bestaande rijweg opengebroken en hersteld. Ter hoogte van de voetbalclub wordt een pompstation voorzien, gelegen in een gebied voor dagrecreatie, en worden de noodzakelijke verhardingen aangelegd.

 

Op basis van de gekende grondwaterstand ter hoogte van de Laaglandlaan en in de onmiddellijke nabijheid van het projectgebied blijkt dat voor de aanleg van de riolering een grondwaterbemaling noodzakelijk zal zijn. Op basis van de ontwerpgegevens zal het grondwater lokaal onttrokken worden tot een maximale diepte van circa 5 m-mv gedurende 1 jaar.

 

De werken bestaan uit circa 620 meter strengbemaling met een variabele diepte en een bouwput voor de aanleg van een pompstation van circa 10 meter op 12 meter met een diepte van 4,16 meter ten opzichte van het maaiveld. 

 

De debietberekeningen en invloedstraalberekeningen opgenomen in de bemalingsnota kunnen aanzien worden als worst-case-scenario, waarbij uitgegaan wordt van de hoogst mogelijke grondwaterstand en hoge doorlatendheid. In totaal zal er circa 82.200 m³ water verpompt worden. Aangezien er nooit meer dan 150 meter tegelijk bemaald zal worden per fase, zal het maximale debiet niet meer dan 482,59 m³/dag bedragen. De invloed van de bemaling reikt maximaal tot circa 416 meter.

 

Gezien de regio waar de werken zullen uitgevoerd worden, wordt er verwacht dat er arseen (van nature) in het grondwater zal aanwezig zijn. Aangezien tijdens de bemaling dit grondwater geloosd wordt, is het mogelijk dat er in dit bemalingswater ook concentraties arseen zullen aanwezig zijn. Ook de screening van OVAM-dossier 20744 heeft aangegeven dat de arseenconcentratie in het grondwater het standaard indelingscriterium overschrijdt. Bijgevolg wordt er voor arseen een lozingsnorm aangevraagd. Langsheen het bemalingstracé worden meerdere mogelijke lozingspunten aangeduid. Rekening houdend met de huidige stand van het ontwerp en de werkvrijheid van de aannemer zal pas tijdens de uitvoeringsfase duidelijk zijn via welke lozingspunten er geloosd zal worden. Het onttrokken water wordt geloosd in de bestaande of nieuwe baangrachten. Het totale bemalingsvolume en debiet, zoals opgenomen in de bemalingsberekeningen, blijft echter ongewijzigd en bedraagt volgens de nota 95 m³/uur of maximaal 482,59 m³/dag.

Milieutechnisch wordt de rubriek 53.2.1 aangevraagd voor een bronbemaling gelegen in een groengebied, natuurontwikkelingsgebied of park- en bosgebied. Het tracé dat langsheen de werken voorzien wordt, loopt echter niet door park- en bosgebied noch door groen- of, natuurontwikkelingsgebieden. Volgens het gewestplan loopt het tracé door verschillende gebieden, zijnde een woongebied met landelijk karakter, een bufferzone en een agrarisch gebied. Bijgevolg dient de aangevraagde rubriek gewijzigd tot de Vlarem-rubriek 53.2.2.

Het is belangrijk op te merken dat de bemalingsnota opgesteld is op basis van de beschikbare informatie. Om een betere inschatting van het bemalingsdebiet en het effect op de omgeving te maken, is het aangewezen om de doorlatendheid van het aquifersysteem verder te onderzoeken, bijvoorbeeld door middel van een pomptest of proefbemaling.

Het geluid van de bemalingspompen met eventueel het bijhorende stroomaggregaat kan vooral ’s nachts waarneembaar zijn. Bij de opstelling van de installatie zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met omwonenden om eventuele hinder te beperken. De hinder is tijdelijk en relatief kortstondig (circa drie maanden per streng). Het aantal woongelegenheden is er beperkt dus er wordt geen onredelijke overlast verwacht.

 

De aanvrager vraagt om een afwijking te verlenen op artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II.

Deze wetbepaling schrijft voor dat het bedrijfsafvalwater geloosd dient te worden via een meetgoot. In het kader van voorliggende bemaling en lozing van het bemalingswater is het echter niet relevant om bemonsteringsapparatuur voor de lozing van het bemalingswater te voorzien. De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de voorziene meetmethodes voor lozing van afvalwater. De hoeveelheid opgepompt grondwater, gemeten conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II, is gelijk aan de hoeveelheid water die geloosd zal worden. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan. Er zijn geen bezwaren om een afwijking op de meetgoot te verlenen. 

De POVC adviseert de aanvraag gedeeltelijk gunstig. Gelet op het feit dat een deel van de aangevraagde werken liggen in een effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied, stelt de commissie het debiet van de bemaling te beperken tot maximaal 72 m³/uur. Voor de technische evaluatie van de bemaling en lozing van het grondwater wordt verwezen naar de adviezen van de VMM en AOW. Beide diensten merken op dat de beoogde werken ingedeeld dienen te worden onder Vlarem-rubriek 53.2.2 en niet 53.2.1.

 

Tenslotte omvat het aanvraagdossier een sloopopvolgingsplan voor de voorziene infrastructuurwerken conform de bepalingen van artikel 4.3.3§1.2° van het VLAREMA.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      voor de aanleg van de straat te voldoen aan het plan in bijlage 1 van stadsontwikkeling/ontwerp en uitvoering/ontwerpers;

3.      de bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op:
https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken;

4.      de maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/12106 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota, inclusief de opgelegde voorwaarden, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;

5.      de voorwaarden opgelegd in het advies van het Ministerie van Landsverdediging moeten strikt worden nageleefd.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene,  sectorale en bijzondere voorwaarden, kan vanuit milieutechnisch oogpunt positief advies worden gegeven de omgevingsvergunning én de gevraagde afwijking te verlenen.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

72,00 m³/uur

53.2.1°b)

bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezelijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen;

Zonder voorwerp

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

82.200,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II: Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater.

 

Geadviseerd alternatief/aanvulling:

De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II (zie Bijlage R53). Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de meetmethodes voor lozing van afvalwater voorzien volgens artikel 4.2.5.1.1.

Bepaling van de kwaliteit van het geloosde grondwater via een aftapkraan. 

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

alvorens de bemaling opgestart wordt, dient eerst de doorlatendheid bepaald te worden zodat de effecten op de omgeving beter geëvalueerd kunnen worden. De resultaten van de doorlatendheidsproef worden uiterlijk 1 week vóór de start der werken opgeladen via omgevingsloket;

2.

de start van de werken dient via een bericht in het omgevingsloket doorgegeven worden;

3.

de dienst van de VMM dient bevoegd voor grondwater dient op de hoogte gebracht te worden van de start en de stopzetting van de bemaling via grondwater.ant@vmm.be;
de dienst vergunningen van de stad Antwerpen dient eveneens op de hoogte gebracht worden van de start en de stopzetting van de bemaling via milieuvergunningen@antwerpen.be;

4.

in afwijking van de algemene lozingsvoorwaarden geldt voor As (arseen) de maximale lozingsnorm van 50 microgram/l;

5.

overeenkomstig de bemalingsstudie dient het uurdebiet van het onttrokken grondwater beperkt te worden tot maximaal 72 m³/uur;

6.

het onttrokken grondwater wordt geloosd in baangrachten.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 augustus 2019

Volledig- en ontvankelijk

17 september 2019

Start openbaar onderzoek

25 september 2019

Einde openbaar onderzoek

24 oktober 2019

Beslissing toepassing administratieve lus

12 december 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

17 februari 2020

Uiterste beslissingsdatum

15 maart 2020

Verslag GOA

28 februari 2020

naam GOA

Katrine Leemans en Bieke Geypens

 

Administratieve lus

Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

Er werd op 12 december 2020 een nieuwe adviesvraag naar de POVC verzonden, aangezien de eerste adviesvraag per abuis naar een verkeerd mailadres werd verzonden.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

25 september 2019

24 oktober 2019

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      voor de aanleg van de straat te voldoen aan het plan in bijlage 1 van stadsontwikkeling/ontwerp en uitvoering/ontwerpers;

3.      de bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op:
https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken;

4.      de maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/12106 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota, inclusief de opgelegde voorwaarden, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;

5.      de voorwaarden opgelegd in het advies van het Ministerie van Landsverdediging moeten strikt worden nageleefd.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

alvorens de bemaling opgestart wordt, dient eerst de doorlatendheid bepaald te worden zodat de effecten op de omgeving beter geëvalueerd kunnen worden. De resultaten van de doorlatendheidsproef worden uiterlijk 1 week vóór de start der werken opgeladen via omgevingsloket;

2.

de start van de werken dient via een bericht in het omgevingsloket doorgegeven worden;

3.

de dienst van de VMM dient bevoegd voor grondwater dient op de hoogte gebracht te worden van de start en de stopzetting van de bemaling via grondwater.ant@vmm.be;
de dienst vergunningen van de stad Antwerpen dient eveneens op de hoogte gebracht worden van de start en de stopzetting van de bemaling via milieuvergunningen@antwerpen.be;

4.

in afwijking van de algemene lozingsvoorwaarden geldt voor As (arseen) de maximale lozingsnorm van 50 microgram/l;

5.

overeenkomstig de bemalingsstudie dient het uurdebiet van het onttrokken grondwater beperkt te worden tot maximaal 72 m³/uur;

6.

het onttrokken grondwater wordt geloosd in baangrachten.

 

Brandweervoorwaarden

de voorwaarden uit het brandweerverslag met referentie W.00035.ME.0002 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

72,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

82.200,00 m³/jaar

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 6 maart 2020 voor onbepaalde duur, uitgezonderd de ingedeelde inrichtingen of activiteiten, die worden toegestaan voor een periode van één jaar, vanaf de start van de werken.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.