Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019131865 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV Pijpleiding Antwerpen - Limburg - Luik - Pipe-Line Anvers-Limbourg-Liège met als adres Geleenstraat 35 te 3600 Genk |
Ligging van het project: |
Scheldelaan zn te 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 16 sectie F nr. 225V |
Inrichtingsnummer: |
20191021-0028 (OVA PALL - MOOW) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
De exploitatie van een pompstation voor een pijpleiding voor het transport van koolwaterstoffen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Opgemerkt wordt dat er geen stedenbouwkundige vergunning gevonden werden op het perceel van de inrichting zoals aangeduid in het Omgevingsloket. De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet vergund of vergund geacht, alleszins niet op de aangegeven locatie.
Voorgeschiedenis milieu
Op 24 juni 1999 verleende de stad Antwerpen een milieuvergunning voor het exploiteren van een afsluiterpost voor vloeibare koolwaterstoffen, voor een termijn verstrijkend op 24 juni 2019.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit voor een pompstation op een pijpleiding voor koolwaterstoffen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
17.3.2.2.2°a) |
opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders. |
23,10 ton |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu |
27 januari 2020 |
12 februari 2020 |
Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’.
Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden.
Alle handelingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch milieu en van landschapswaarden zijn toegelaten.
De volgende handelingen zijn eveneens toegelaten:
- het herstellen,(her)aanleggen of verplaatsen van wegen, spoorlijnen, leidingen, aardgasinstallaties, pompgemalen en waterzuiveringsstations;
- het aanbrengen van windturbines en windturbineparken, alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie. De mogelijke effecten van de inplanting ten aanzien van efficiënt bodemgebruik, eventuele verstoring van de uitbating(smogelijkheden) en landschappelijke kwaliteiten dienen in een lokalisatienota te worden beschreven en geëvalueerd;
- het verbouwen, uitbreiden of herbouwen van de bestaande brandweerkazerne voor zover de bestemming van het gebied niet in het gedrang wordt gebracht. De uitbreiding van de kazerne is beperkt tot de percelen in gebruik door de brandweer op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet in strijd met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ en Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Scheldelaan en de Tijsmanstunnel West hebben als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Op circa 30 meter ten zuidwesten van het goed loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
Binnen de straal van 500 meter is eveneens het GRUP Hoogspanningslijn Lillo-Zandvliet van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 2 oktober 2009). Volgens dit GRUP is een zone tussen de Scheldelaan en de Tijsmanstunnel West, op circa 200 meter ten noordwesten van het goed, bestemd als Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen.
Op circa 60 meter ten zuidwesten van het goed is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Natuurgebied, Bijzonder natuurgebied en – voor de Schelde – Bestaande waterweg.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft een hervergunning voor de exploitatie van een pompstation daar de reeds bestaande milieuvergunning is vervallen. De (her)vergunning betreft de opslag van nafta in een ondergrondse dubbelwandige houder. Er zijn geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd.
Opgemerkt wordt dat er geen stedenbouwkundige vergunningen werden gevonden voor de ingedeelde inrichting of activiteit voor de locatie zoals aangeduid in het Omgevingsloket. De aanvrager heeft informeel bevestigd dat de locatie van de IIOA in het Omgevingsloket foutief werd ingetekend, waardoor er niet kan worden nagegaan of de IIOA reeds stedenbouwkundig hoofdzakelijk vergund of vergund geacht is. Voorliggende aanvraag dient door de foutieve situering tevens ingetrokken en opnieuw ingediend te worden met aanduiding van de juiste locatie. Indien de IIOA op bedoelde bestaande locatie ook niet hoofdzakelijk stedenbouwkundig vergund (geacht) blijkt, zijn in de nieuwe aanvraag - wegens het onlosmakelijk verband - tevens stedenbouwkundige handelingen voor de oprichting van het pompstation aan te vragen. De voorliggende aanvraag kan dus niet gunstig worden geadviseerd.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Pijpleiding Antwerpen-Limburg-Luik nv baat een pijpleiding uit voor het transport van koolwaterstoffen naar Nederland die door de Antwerpse haven loopt.
In 1999 werd door de stad Antwerpen een milieuvergunning verleend voor de exploitatie van het pompstation. De te vergunnen inrichtingen en activiteiten zijn sindsdien niet gewijzigd, maar aangezien de vergunning slechts geldig was tot 24 juni 2019, wordt deze aanvraag ingediend als een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit. Het betreft een project dat voorkomt op de Vlaamse lijst (nr. 17) waardoor het college niet de bevoegde vergunningverlenende overheid is, ook al betreft het een ingedeelde inrichting of activiteit van de tweede klasse.
Er is op deze site een ondergrondse houder met een inhoud van 30.000 liter (23,1 ton) aanwezig die wordt gebruikt voor de opvang van product bij een onderhoud of een controle van de bovengrondse leiding. Alvorens er een controle dient te gebeuren, moet het product uit de leidingen verwijderd worden. Dit product wordt opgevangen in de ondergrondse houder. Nadat de werken zijn afgerond, wordt het product opnieuw naar de leiding verpompt. Het betreft een dubbelwandige, ondergrondse opslagtank met overvulbeveiliging en lekdetectie. Het aanvraagdossier bevat een keuringsattest waaruit blijkt dat de houder voldoet aan de regelgeving.
Er wordt opgemerkt dat bij andere pompstations van PALL een vloeistofdichte vloer wordt voorzien ter hoogte van de zone waar de bovengrondse leidingen zich bevinden. Op deze site wordt echter geen vloeistofdichte zone voorzien ter hoogte van de bovengrondse leidingen, maar mogelijk is dit toch aangewezen als er potentieel verontreinigd hemelwater kan ontstaan. Het potentieel verontreinigd hemelwater dient dan ook opgevangen te worden .
Er wordt tevens opgemerkt dat de IIOA verkeerd werd gesitueerd in het omgevingsloket. Het is onduidelijk waar deze zich bevindt. Het openbaar onderzoek is hierdoor geschonden. Er kan bijgevolg geen gunstig advies verleend worden voor deze aanvraag.
Advies van het college
Ongunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning wegens het foutief intekenen van de ingedeelde inrichting of activiteit in het omgevingsloket.
Aandachtspunt:
- Indien de vergunningverlenende overheid toch een vergunning zou verlenen, dient als bijzondere milieuvoorwaarde opgelegd te worden dat als er potentieel verontreinigd hemelwater kan ontstaan op de site er een vloeistofdichte vloer dient te worden voorzien ter hoogte van de bovengrondse leidingen. Het potentieel verontreinigd hemelwater dient geloosd te worden via een KWS-afscheider met coalescentiefilter of afgevoerd te worden naar een erkende verwerker.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
21 januari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
26 januari 2020 |
Einde openbaar onderzoek |
24 februari 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
11 maart 2020 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
26 januari 2020 |
24 februari 2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een ongunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
dienst | taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |