Terug
Gepubliceerd op 08/06/2020

2020_CBS_04789 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020009211. Belcrownlaan 23. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04789 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020009211. Belcrownlaan 23. District Deurne - Goedkeuring 2020_CBS_04789 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020009211. Belcrownlaan 23. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020009211

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

de heer Marc SMET met als adres Belcrownlaan 23 te 2100 Antwerpen en NV WAREHOUSING & WAREHOUSE RELATED SERVICES BELGIUM met als contactadres Belcrownlaan 23 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Belcrownlaan 23 te 2100 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

Schoten sectie C nummers 642L2, 642P2, 642N2, 658N2, 660S2, Antwerpen afdeling 27 sectie A nrs. 156G, 268N, 269X en 269Y

Inrichtingsnummer:

20190522-0084 (Vaart + Alesa)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

hernieuwing na verandering door wijziging en uitbreiding van een op-en overslagbedrijf

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

De aanvrager beschikt over een basisvergunning verleend door het college op 21 december 2000 (AN2000/535) en een uitbreiding van de vergunning werd door het college vergund op 8 april 2005 (AN2005/3).  

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat het hernieuwen en uitbreiden van een vergunde inrichting voor de op- en overslag van goederen. Het gaat om klasse 2 activiteiten op het grondgebied van twee gemeenten waardoor de deputatie de vergunningverlenende overheid is.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

 1.500,00 m³/jaar

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

7.000,00 liter

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

 1 verdeelslang

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 1.000,00 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

29.286,00 VAh

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

 75,00 kW

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

40,00 voertuigen (+22 voertuigen)

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

202,250 kW (+15,05 kW)

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

20, ton (+13,78 ton)

17.3.2.2.1°

ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

500,00 kg

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1,00 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1,00 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

1,00 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

4.900,00 kg

19.3.1°a)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

21,00 kW

19.6.1°c)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal;

5.580,00 m³ (-770,00 m³)

19.6.1°d)

opslagplaatsen in openlucht van hout of soortgelijke producten in industriegebied met een capaciteit van meer 1.600 m³;

17.000,00 m³ 

23.3.1°c)

opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal;

930,00 ton (-128,00 ton)

33.4.1°c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt;

620,00 ton (-86,00 ton)

41.5.

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton;

930,00 ton (-228,00 ton)

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

1.410,00 kW (-970,00 kW)

 

Argumentatie

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

28 april 2020

6 mei 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen

28 april 2020

6 mei 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.) De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag bevat geen stedenbouwkundige handelingen. Het bedrijf wordt gesitueerd in industriegebied volgens gewestplan en is functioneel verenigbaar met de omgeving.


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De vergunningsaanvraag behelst voor de activiteiten op het grondgebied van de stad Antwerpen grosso modo de verderzetting van de reeds vergunde activiteiten.

Het gaat in essentie om op- en overslagactiviteiten van verhuisgoederen, stukgoed en containers (overslag) waarbij de goederen grotendeels worden aangevoerd via het Albertkanaal om vervolgens verder te worden verdeeld via wegtransport naar de diverse klanten. De goederen worden, eventueel na herverpakking, in afwachting van het transport naar de eindbestemming opgeslagen in één van de verschillende opslagmagazijnen van de groep op de site in Deurne-Noord. Van eigenlijke productieprocessen is geen sprake, tenzij het houtatelier waar een kuiperij is gevestigd. Op de eerste verdieping van het gebouw op de site Vaart zijn de kantoren voor een 200-tal medewerkers van het bedrijf gevestigd. Naast de opslagactiviteiten zijn er nog enkele aan deze operationele activiteiten verbonden ingedeelde activiteiten zoals het stallen van bedrijfsvoertuigen (voornamelijk vorkheftrucks en stackers), een brandstofverdeelinstallatie met één verdeelslang met de daaraan gekoppelde bovengrondse opslag van 20.000 liter diesel, de opslag gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen (verven, benzine voor toestellen gebruikt in de kuiperij, spuitbussen, onderhoudsproducten, …), de opslag van motorolie, afvalolie, ontvetter, koelvloeistof en dergelijke. De aanwezigheid van deze laatste producten doet veronderstellen dat eventueel rubriek 15.2 van toepassing is (onderhoud van motorvoertuigen), deze rubriek werd niet opgenomen in de aanvraag.

De gevraagde uitbreiding van de activiteiten situeert zich grotendeels op het grondgebied van de gemeente Schoten (op de site van de voormalige velgenfabrikant Alesa), door de toevoeging van dit terrein aan de bestaande containerterminal kan de toenemende vraag aan opslagcapaciteit voor containertransporten langs de waterweg worden opgevangen, zeker nu er overslagruimte verloren gaat door de verbredingswerken aan het Albertkanaal. De gevraagde uitbreiding lijkt in ieder geval eind april reeds in gebruik te zijn genomen. Op het oostelijk deel van de Alesa-site vinden fumigatie-activiteiten plaats die worden uitgevoerd door een onderaannemer, deze activiteiten maken geen deel uit van deze aanvraag, fumigatiemiddelen worden niet gestockeerd op de site.

Uit het dossier blijkt dat de exploitant kan voldoen aan de geldende algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden. De aanvraag wordt gunstig beoordeeld.

 

Advies van het college

De aanvraag tot hernieuwing en uitbreiding van de lopende vergunning wordt gunstig geadviseerd.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

 1.500 m³/jaar

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

7.000,00 liter

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

 1 verdeelslang

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

 1x 1.000 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

29.286,00 VAh

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

 75,00 kW

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

40,00 voertuigen

(+22,00 voertuigen)

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

2020,250 (+15,05 kW) kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

20,00 ton

(+13,78 ton)

17.3.2.2.1°

ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

500,00 kg

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1,00 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1,00 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

1,00 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

4.900,00 kg

19.3.1°a)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

21,00 kW

19.6.1°c)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal;

5.5480,00 m³ (-770,00 m³)

19.6.1°d)

opslagplaatsen in openlucht van hout of soortgelijke producten in industriegebied met een capaciteit van meer 1.600 m³;

17.000,00 m³

 

23.3.1°c)

opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal;

930,00 ton (-128,00 ton)

33.4.1°c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt;

620,00 ton (-86,00 ton)

41.5.

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton;

930,00 ton

(-228,00 ton)

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

1.410,00 kW (-970,00 kW)

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

3 april 2020

Start openbaar onderzoek

4 mei 2020

Einde openbaar onderzoek

2 juni 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

4 mei 2020

2 juni 2020*

 

 

 

 

*De Vlaamse regering heeft op 24 maart 2020 via het noodbesluit omgevingsvergunning beslist om de openbare onderzoeken voor omgevingsvergunningen op te schorten tot en met 24 april 2020. Daarom kon het geplande openbaar onderzoek niet tijdig afgerond worden. Het hierbij geformuleerde advies is opgemaakt onder voorbehoud van relevante opmerkingen/bezwaren/standpunten tijdens het openbaar onderzoek.

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
Stadsontwikkeling/vergunningen het advies college te bezorgen aan de instantie die dit gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.