Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2020011345 |
Gegevens van de aanvrager: |
Rotterdam Antwerpen Pijpleiding (België) namens ALYSSA VAN DANSIK met als adres Vasteland 78 bus 23155 te 3011BN Rotterdam (Nederland) |
Gegevens van de exploitant: |
ALYSSA VAN DANSIK met als adres Vasteland 78 bus 23155 te 3011BN Rotterdam (Nederland) |
Ligging van het project: |
Noorderlaan zn te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 15 sectie A nrs. 12B, 20C, 20D, 23B en 539A |
Inrichtingsnummer: |
20200303-0094 (RAPL-bemaling) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, Vegetatiewijzigingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
lokale vervanging (ca.335m) van de bestaande ND850 (34") RAPL-aardolieleiding met bemaling |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Inhoud van de aanvraag
- Lokale vervanging van pijpleiding;
- Inrichten werfzone waaronder tijdelijk omleiden bestaand fietspad;
- Rooien van bomen.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.
Inhoud van de aanvraag
Het betreft een bemaling in kader van werkzaamheden aan een pijpleiding tussen Rotterdam en Antwerpen (RAPL).
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
4,5 m³/uur |
53.2.1°a) |
bronbemaling noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in beschermd duingebied, parkgebied, bosgebied, groengebied of natuurontwikkelingsgebied met een debiet van maximaal 500m³ per dag en 30.000m³ per jaar. |
4.539 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. |
Bij te stellen voorwaarde: Er zijn geen sectorale lozingsvoorwaarden voor de lozing van bemalingswater. Omdat het niet zeker is dat de indelingscriteria voor arseen gehaald zal worden wordt een verhoogde lozingsnorm aangevraagd van 50 µg/liter.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Verhoogde lozingsnorm arseen : 50 µg/liter. |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu |
12 mei 2020 |
29 mei 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’.
Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden. Alle handelingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch milieu en van landschapswaarden zijn toegelaten. De volgende handelingen zijn eveneens toegelaten:
- het herstellen,(her)aanleggen of verplaatsen van wegen, spoorlijnen, leidingen, aardgasinstallaties, pompgemalen en waterzuiveringsstations;
- het aanbrengen van windturbines en windturbineparken, alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie. De mogelijke effecten van de inplanting ten aanzien van efficiënt bodemgebruik, eventuele verstoring van de uitbating(smogelijkheden) en landschappelijke kwaliteiten dienen in een lokalisatienota te worden beschreven en geëvalueerd;
- het verbouwen, uitbreiden of herbouwen van de bestaande brandweerkazerne voor zover de bestemming van het gebied niet in het gedrang wordt gebracht. De uitbreiding van de kazerne is beperkt tot de percelen in gebruik door de brandweer op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Over het goed loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens grotendeels van toepassing. Hier geldt eveneens het bestemmingsvoorschrift Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ met overdruk Leidingstraat, alsook Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Noorderlaan, in het westen, heeft de bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Verder naar het westen heeft het Churchilldok de bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten noorden daarvan, maar ook ten zuidoosten van de aanvraag, loopt tevens een overdruk met aanduiding Leidingstraat. Aan de oostzijde van de aanvraag is een Gebied voor spoorinfrastructuur van toepassing. Parallel hieraan, deels binnen en deels buiten de afbakeningslijn, loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.
Buiten de afbakeningslijn is ten oosten van de aanvraag de bestemming Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen van toepassing.
Tevens buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemmingen Gebied voor dag- en verblijfsrecreatie, Parkgebied en Natuurgebied.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Overige regelgeving
Soortenbeschermingsbesluit: Het besluit van de Vlaamse regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer van 15 mei 2009.
In de omgeving van de aanvraag is de aanwezigheid van bijenorchis vastgesteld, een plantensoort die valt onder categorie 1 van bijlage 1 conform het Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer, namelijk soorten waarop de beschermingsbepalingen van dit besluit van toepassing zijn en categorisering van deze soorten. In deze categorie zijn de basisbeschermingsbepalingen van het besluit van toepassing. Bij de voorliggende aanvraag werd een machtigingsaanvraag tot afwijking van het soortenbesluit toegevoegd. Het Agentschap voor Natuur en Bos is bevoegd om afwijkingen op het soortenbesluit toe te staan en werd dan ook om advies gevraagd.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid - Visueel-vormelijke elementen
Aan de oostzijde van de Noorderlaan wordt, ter hoogte van het Churchilldok, een stuk van een bestaande pijpleiding vervangen door een nieuw stuk leiding. Over een lengte van circa 335 meter wordt de nieuwe leiding volledig in het tracé van de bestaande leiding aangelegd. De aanvraag omvat daartoe volgende werken:
- Verwijderen van de bestaande leiding tot op een diepte van 2,5 meter en over een lengte van 125 meter. Het overige gedeelte van de leiding dat zich dieper dan 2,5 meter bevindt, wordt gereinigd en opgevuld;
- Aanleggen van de nieuwe leiding;
- Inrichten van de werfzone voor de werken aan de leiding alsook de tijdelijke stockage van de uitgegraven grond;
- Tijdelijk omleggen van het bestaande fietspad rond de werfzone.
De nieuwe leiding wordt volledig in open sleuf aangelegd met een minimale gronddekking van 1,10 meter. Ter hoogte van de Ekerse dijk wordt de leiding dieper gelegd vanwege de kruising met een bestaande waterleiding. Na de werken wordt de bouwplaats, de werfzone en het fietspad terug in oorspronkelijke staat hersteld.
Ter hoogte van de aanvraag liggen al leidingen van verschillende beheerders. De nieuwe leiding wordt in de nabijheid van de bestaande leidingen voorzien waardoor de voorgestelde werken als functioneel inpasbaar worden beschouwd.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Daar de aanvraag de (her)aanleg van een leiding betreft, is de aanvraag in overeenstemming met het geldende voorschrift van het GRUP.
In de verscherpte natuurtoets worden de effecten op VEN-gebied, dat ten oosten van de aanvraag is gelegen, beoordeeld. Uit de effectenbeoordeling blijkt dat de inname van waardevolle biotopen, barrièrewerking en versnippering door dit project beperkt is. De effecten van bemaling kunnen tijdelijk wel significant zijn voor een nabijgelegen poel die gebruikt wordt door amfibieën tijdens de voortplantingsperiode (februari-juni). Daarom wordt aanbevolen om de werken te laten plaats vinden tussen juli en januari, wanneer verwacht wordt dat het effect van voorgesteld project op de voorkomende fauna en flora minimaal zal zijn. Gezien er sowieso retourbemaling geplaatst zal worden is deze tijdspanne van minder belang. De werken zijn voorzien om begin juli te starten. Derhalve worden er geen vermijdbare en onherstelbare effecten op de nabijgelegen VEN-gebieden verwacht.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Daar de aanvraag is gelegen in een leidingenstrook werd door de vergunningverlenende overheid het advies ingewonnen van de beheerders van de omliggende pijpleidingen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In opdracht van RAP (Rotterdam Antwerpen Pijpleiding) wordt er ter hoogte van de Noorderlaan een bestaande pijpleiding vervangen (circa 350 meter). De werken dienen droog uitgevoerd te worden waardoor bemaling nodig is.
Het betreft een vergunningsaanvraag voor een ingedeelde inrichting of activiteit die in de tweede klasse is ingedeeld. Aangezien het een Vlaams project betreft, is Vlaanderen de bevoegde overheid.
Het traject in open sleuf heeft een totale lengte van ongeveer 335 meter, de sleufbreedte is ongeveer 1,9 meter en de diepte van de sleuf bedraagt 2,2 meter. Ter hoogte van Ekerse dijk zal de sleuf lokaal 3,2 meter diep zijn. Het bemalingsdebiet bedraagt maximaal 4.539 m³/jaar. Men zal een verticale filterbemaling toepassen waarbij er langs de sleuf circa 270 filters geplaatst worden (om de 2,5 meter). De duurtijd van de bemaling bedraagt 42 dagen.
In het aanvraagdossier wordt gesteld dat, indien mogelijk, het water terug geïnfiltreerd wordt in de grond. Indien niet mogelijk zal het bemalingswater geloosd worden in de dokken. Men vraagt een vergunning voor een lozing met een debiet van 4,5 m³ per uur. In het grondwater is een verhoogde concentratie aan arseen aangetroffen. Gezien de natuurlijk verhoogde arseenconcentratie in het havengebied wordt een verhoogde lozingsnorm van 50 µg/l arseen aangevraagd.
Het indelingscriterium voor arseen bedraagt 5 µg/l. De gevraagde lozingsnorm bedraagt dus 10 maal het indelingscriterium. Arseen is geen prioritaire (gevaarlijke) stof. De lozingsnorm zou kunnen toegestaan worden.
Gezien het projectgebied grenst aan het VEN-gebied ‘De Kuifeend’ (Bospolder) bevat het aanvraagdossier een verscherpte natuurtoets. De theoretische invloedstraal voor bemaling wordt geschat op 240 meter en wordt bepaald als een straal langsheen de lengte van de sleuf. Bij de sleuf wordt de grondwaterverlaging op 2,81 meter geschat en dit wordt over een afstand van 240 meter geleidelijk aan verwaarloosbaar tot onbestaande. In het VEN-gebied, op circa 90 meter van de projectzone, ligt een poel. In de studie wordt gesteld dat er door de bemaling een negatief effect kan verwacht worden op de biotoopinname van een aantal salamandersoorten die zich voortplanten in deze poel. Om dit negatief effect te vermijden wordt aangeraden om de werken niet te laten doorgaan tijdens het voortplantingsseizoen van deze amfibieën, tussen februari en eind juni. Indien de werken toch dienen plaats te vinden voor eind juni, moeten alternatieve maatregelen genomen worden om te voorkomen dat de poel verdroogt.
Men stelt in de studie dat het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) eerder oordeelde dat het van belang is dat ook het landhabitat voldoende vochtig is en blijft, de impact op waterhabitat beperkt blijft en retourbemaling hier zeker nodig is. In de studie wordt gesteld dat de exploitant inmiddels beslist heeft om retourbemaling te plaatsen. Er zal een monitoringprogramma opgesteld en opgevolgd worden. Het programma zal nog aan ANB worden voorgelegd.
In de verscherpte natuurtoets stelt de exploitant dus dat er retourbemaling voorzien zal worden. De beoogde lozing van bemalingswater is bijgevolg zonder voorwerp. Het is aangewezen om als bijzondere voorwaarde op te nemen dat er retourbemaling moet plaatsvinden en een monitoringprogramma moet uitgevoerd worden.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
4,5 m³/uur |
53.2.1°a) |
bronbemaling noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in beschermd duingebied, parkgebied, bosgebied, groengebied of natuurontwikkelingsgebied met een debiet van maximaal 500m³ per dag en 30.000m³ per jaar. |
4.539 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
er dient retourbemaling plaats te vinden en er dient een monitoringprogramma uitgevoerd te worden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
8 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
7 juni 2020 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarde:
1. er dient retourbemaling plaats te vinden en er dient een monitoringprogramma uitgevoerd te worden.
Het college geeft opdracht aan:
dienst | taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |