Terug
Gepubliceerd op 08/06/2020

2020_CBS_04414 - Omgevingsvergunning - OMV_2020031190. VIIde-Olympiadelaan 45. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04414 - Omgevingsvergunning - OMV_2020031190. VIIde-Olympiadelaan 45. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_04414 - Omgevingsvergunning - OMV_2020031190. VIIde-Olympiadelaan 45. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020031190

Gegevens van de aanvrager:

de heer Chris Verbocht met als adres VIIde-Olympiadelaan 45 te 2020 Antwerpen

Ligging van het project:

VIIde-Olympiadelaan 45 te 2020 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 9sectie I nr. 2333D3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden op de gelijkvloerse verdieping van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/04/1955: vergunning (18#33529) voor een eengezinswoning met garage.

Vergunde en huidige toestand;

-          functie:

  • eengezinswoning in gesloten bebouwing met 3 bouwlagen onder een plat dak;

-          bouwvolume:

  • op de gelijkvloerse verdieping heeft de woning een bouwdiepte van 15 meter;

-          inrichting:

  • in de bestaande toestand is de volledige voortuinstrook verhard.

Gewenste toestand

-          functie:

  • de interne autostalplaats wordt gesupprimeerd en vervangen door een interne fietsenstalling en ruime inkom;
  • de berging aan de achterzijde op de gelijkvloerse verdieping wordt omgevormd tot multifunctionele ruimte/hobbyruimte. 

-          bouwvolume:

  • het overdekte terras op de gelijkvloerse verdieping wordt betrokken bij de woning en voorzien van nieuw witkleurig buitenschrijnwerk;
  • de totale bouwdiepte van de gelijkvloerse verdieping bedraagt zo circa 17.40m.

-          gevelafwerking:

  • op de gelijkvloerse verdieping wordt de garage poort vervangen door een raampartij;
  • de borstwering van het terras op de eerste verdieping aan de achtergevel wordt vervangen;

-          inrichting:

  • waterdoorlaatbare oprit in de voortuin met beperkte vergroening.

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden op de gelijkvloerse verdieping van een eengezinswoning.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:

de voortuin is niet afgesloten door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling;

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

de wijziging van de functie van berging naar multifunctionele hobbyruimte op de gelijkvloerse verdieping heeft een interne hoogte van slechts 2.55m waar deze voor verblijfsruimtes steeds minimaal 2.60m dient te bedragen.

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

er is geen opengaand geveldeel ingetekend in de multifunctionele ruimte;

  • artikel 27 Open ruimte:

enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten: paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter en opritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter per autostaanplaats;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

Door de verbouwing verdwijnt een autostalplaats. de aanvraag dient te voldoen aan de normen zoals voorzien in de tabel onder artikel 30 §2, 1°;

  • artikel 43 Septische putten:

De septische put die voorzien werd in de laatste vergunning is niet opgetekend. Er dient een septische put aanwezig te zijn met een minimale inhoud van 2000 liter.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

- artikel 19:Tuinafsluitingen; 

- artikel 21 Minimale hoogte van ruimten;

- artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer;

- artikel 27 Open ruimte;

- artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen;

- artikel 43 Septische putten.

Bovenvermelde afwijkingen worden besproken in de onderstaande paragrafen.

 

Functionele inpasbaarheid

De voorliggende aanvraag omvat het verbouwen van een eengezinswoning en omvat geen functiewijziging. De nieuwe gelijkvloerse multifunctionele ruimte wordt niet als aparte functie beschouwd. De multifunctionele ruimte is een onlosmakelijk onderdeel van de eengezinswoning.

De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de VIIde-Olympiadelaan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat het deel van de VIIde-Olympiadelaan waarin het pand gelegen is gekenmerkt wordt door één- of meergezinswoningen met drie bouwlagen onder een plat dak. De hoofdgebouwen zijn er aan de achterzijde vaak uitgebreid met achterbouwen. In voorliggende aanvraag wordt de bestaande hoofdbouw met een bouwdiepte van ongeveer 15m behouden. De overdekte zone onder de eerste en tweede verdieping werd doorheen de tijd reeds toegevoegd aan het volume en werd als berging ingericht. In de voorliggende aanvraag wordt de ruimte onder de bestaande luifel aan de achtergevel ook geïntegreerd in het bouwvolume. De totale bouwdiepte van de gelijkvloerse verdieping bedraagt in dit geval ongeveer 17.40m. Na de integratie blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden.  Het nieuwe volume van de achterbouw bevindt zich volledig tussen de bestaande scheidingsmuren van beide buren en heeft bijgevolg geen negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van de naastgelegen percelen. De geplande volume uitbreiding is gunstig te adviseren.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel van het pand is opgebouwd uit bruine gevelsteen. Op de verdiepingen is wit buitenschrijnwerk toegepast. De gelijkvloerse verdieping is afgewerkt met tegels uit natuursteen en is voorzien van zwart buitenschrijnwerk. In de voorliggende aanvraag blijft de voorgevel grotendeels ongewijzigd. het buitenschrijnwerk in de voorgevel op de gelijkvloerse verdieping wordt aangepast. De vaste panelen van de garagepoort worden vervangen door beglazing. De indeling van het buitenschrijnwerk blijft ongewijzigd. De openingen van de aanwezige luifel aan de achtergevel worden ingevuld met wit buitenschrijnwerk en de bovenliggende borstwering wordt vervangen door een volledig glazen borstwering. De materialen van de gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel en zijn gunstig te adviseren.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De nieuwe gelijkvloerse achtergevel wordt voorzien van twee grote ramen naar de aangrenzende stadstuin. Hierdoor wordt het contact tussen de verblijfsruimte en de buitenruimte versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

In de voorliggende aanvraag wordt de voortuin opnieuw ingericht en wordt een ongeveer 30m2 grootte oprit voorzien in waterdoorlaatbare verharding. Hierdoor kan de voortuin maar beperkt vergroend worden.  Volgens artikel 27 van de bouwcode dienen voortuinen vrij te zijn van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen en brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten.  De bouwcode beschouwt de voortuin als een volwaardig deel van de tuin. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Elke tuin, hoe klein ook een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt. Het is dan ook niet toegelaten dat de voortuinstrook gebruikt wordt om voertuigen te stallen. Gezien de stedenbouwkundige context kan hier in dit geval van afgeweken worden indien er slechts 1 autostaanplaats voorzien wordt en voldaan wordt aan artikel 27 van de bouwcode. De autostaanplaats mag maximaal drie meter breed zijn en moet conform artikel 30 van de bouwcode aangelegd worden in waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal. De overige delen van de voortuin, met uitzondering van een eventueel toegangspad, moeten ingericht worden met kwalitatief groen en waar geen toegang noodzakelijk is moet de voortuin voorzien worden van een afsluiting zoals vermeld in de volgende paragraaf van dit verslag.

Het vergroenen van de voortuin en het voorzien van enkel de strikt noodzakelijke verhardingen wordt opgenomen als voorwaarde voor vergunning. 

 

Daarnaast is het op de plannen niet duidelijk of de voortuin  afgesloten wordt door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter conform artikel 19 van de bouwcode. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling. Het voorzien van dergelijke afsluiting wordt dan ook opgenomen als voorwaarde voor vergunning.

 

In voorliggende aanvraag wordt een multifunctionele hobbyruimte voorzien op de gelijkvloerse verdieping. Deze ruimte heeft echter maar een vrije hoogte van 2,55m waardoor deze ruimte volgens artikel 21 van de bouwcode in principe niet gebruikt kan worden als verblijfsruimte. Omdat het echter over een erg beperkte afwijking gaat en er voldoende grote raamopeningen voorzien worden kan hiervoor een afwijking toegestaan worden op basis van artikel 3 van de bouwcode. In de zone onder de luifel is de vrije verdiepingshoogte na isoleren beperkt tot slechts 2,42m. Omdat het echter over een beperkt deel van de multifunctionele ruimte gaat kan hier ook een afwijking op toegestaan worden.

 

Er wordt nieuw buitenschrijnwerk voorzien tussen de multifunctionele ruimte en de achterliggende stadstuin. Deze ramen zijn niet opengaand ingetekend. Volgens artikel 24 van de bouwcode dient elke verblijfsruimte minimaal één te openen gevel- of dakdeel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. Deze opening moet volledig afsluitbaar zijn door middel van een draaiend of schuivend venster, deur of luik  en dient direct uit te monden in open lucht. Het voorzien van minstens één opengaand geveldeel voor deze ruimte wordt dan ook opgenomen als voorwaarde voor vergunning.

 

De septische put die voorzien werd in de laatste vergunning is niet opgetekend op de plannen. Omdat bij deze verbouwing tevens het afvoerstelsel van afvalwater wordt aangepast, dient hier conform artikel 43 van de Bouwcode een septische put voorzien te worden met een inhoud van minstens 2000liter.  Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1parkeerplaatsen.

 

Er dient 1 autostalplaats voorzien te worden per eengezinswoning. (woonproject met maximaal 5 wooneenheden.)

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.


De inpandige garage wordt gesupprimeerd.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1

Er moet 1 autostaanplaats voorzien worden in de voortuin.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0


Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

2.      De voortuin dient maximaal ‘vergroend’ te worden. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen mogen uitgevoerd worden.Er moet 1 autostaanplaats voorzien worden en voldaan worden aan artikel 27 van de bouwcode. De autostaanplaats mag maximaal drie meter breed zijn en moet conform artikel 30 van de bouwcode aangelegd worden in waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal. De overige delen van de voortuin, met uitzondering van een eventueel toegangspad, moeten ingericht worden met kwalitatief groen;

 

3.      Er dient overal waar geen toegang noodzakelijk is, een afsluiting rond de voortuin voorzien te worden;

4.      Er dient minstens één opengaand geveldeel voor de multifunctionele ruimte voorzien te worden.

5.      Er dient een septische put met een minimale inhoud van 2000 liter voorzien te worden.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

31 maart 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 juni 2020

Verslag GOA

12 mei 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

2.      De voortuin dient maximaal ‘vergroend’ te worden. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen mogen uitgevoerd worden. . Er moet 1 autostaanplaats voorzien worden en voldaan worden aan artikel 27 van de bouwcode. De autostaanplaats mag maximaal drie meter breed zijn en moet conform artikel 30 van de bouwcode aangelegd worden in waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal. De overige delen van de voortuin, met uitzondering van een eventueel toegangspad, moeten ingericht worden met kwalitatief groen;

3.      Er dient overal waar geen toegang noodzakelijk is een afsluiting rond de voortuin voorzien te worden;

4.      Er dient minstens één opengaand geveldeel voor de multifunctionele ruimte voorzien te worden.

5.      Er dient een septische put met een minimale inhoud van 2000 liter voorzien te worden.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.