Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020042190 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Abdelhali El Kahhan met als adres Scheldevrijstraat 47 te 2660 Hoboken |
Ligging van het project: |
Jules Pauwelsstraat 135 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 37sectie A nr. 331X8 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een magazijn |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/05/1930: toelating (1006#7246) voor het bouwen van een washuis.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met plat dak.
Huidige toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met plat dak.
Gewenste toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met plat dak;
- magazijn in achtertuin met bouwdiepte van 25 m;
- magazijn bestaat uit 1 bouwlaag met plat dak.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een magazijn in de achtertuin aan de zijde van de Pierre Van Den Eedenstraat;
- aanleggen van de voortuin aan de zijde van de Pierre Van Den Eedenstraat.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
14 april 2020 |
4 mei 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
14 april 2020 |
28 april 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
14 april 2020 |
28 april 2020 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
14 april 2020 |
21 april 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 5 bis - 12 bis - 13 bis j. Pauwelsstraat en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 27 februari 1991. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: binnenplaatsen en tuinen, voortuinstrook, zone voor bijgebouwen, zone voor hoofdgebouwen en openbare weg.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er is geen aanleiding om het college te adviseren (beargumenteerd) af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De functie van de aanvraag sluit zich aan bij de bestemmingsvoorschriften van het geldende BPA. De gewenste functie werd gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst business en innovatie. Deze dienst merkte wel op dat er mogelijk bij het toekomstige gebruik van het magazijn ingedeelde activiteiten worden uitgeoefend, die meldings- of vergunningsplichtig zijn. Dit vermoeden werd ook aangehaald in het advies van de stedelijke dienst milieuvergunningen. De aanvrager dient elke ingedeelde inrichting of activiteit verbonden aan de toekomstige exploitatie de benodigde vergunning te bekomen. Wat verder wordt opgenomen wordt als voorwaarde van vergunning.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet de plaatsing van een magazijn in de achtertuinzone. Het volume van de aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het geldende bijzonder plan van aanleg. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. De geplande werken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Er wordt wel opgemerkt dat voorliggende aanvraag strijdig is met artikel 27 van de Bouwcode. Opritten moeten beperkt worden tot een maximumbreedte van 3 meter. De aanvraag voorziet een breedte van 3,8 meter. De bouwcode beschouwt de voortuin als een volwaardig deel van de tuin omwille van een aantal redenen. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding verminderd. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt. Hierdoor wordt opgelegd in voorwaarde dat de verharding moet beperkt worden tot een breedte van 3 meter.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde materialisatie in bruine baksteen met een donkergrijze sectionaalpoort is aanvaardbaar gezien de stedelijke context van het gebouw.
Bij de uitwerking van de gevels is voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding zodat het nieuwe gebouw zich integreert in de bestaande omgeving. Bijgevolg is de geveluitwerking verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er is een niveauverschil van 15cm tussen het vloerpeil van het magazijn en het peil van het trottoir. Dit niveauverschil dient conform artikels 18 en 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid overbrugd te worden met een helling van maximaal 8,3%. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Er wordt ook opgemerkt dat er geen afgesloten afvalberging voorzien wordt conform artikel 26 van de bouwcode. Dit wordt opgelegd als voorwaarde van vergunning
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd vanuit de stedelijke dienst milieuvergunningen, met name elke ingedeelde inrichting of activiteit verbonden aan de toekomstige exploitatie dient op voorhand onderwerp uit te maken van een vergunnings- of meldingsprocedure. De gestelde voorwaarde wordt mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het gebouw aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.
Bij een eengezinswoning met oriëntatie naar de Jules Pauwelsstraat wordt in de tuin een magazijn gebouwd met oriëntatie naar de Pierre Van den Eedenstraat. De Jules Pauwelsstraat is een woonstraat, de Pierre Van den Eedenstraat wordt gekenmerkt door voornamelijk magazijnen en KMO´s.
De oppervlakte van het magazijn is 113m². Het neemt de volledige breedte van het perceel in (5m breed). Er wordt een grote poort gestoken. Er blijft 5m tussen de stoep en de rand van het gebouw.
De werkelijke parkeerbehoefte is 113m²/100m² x 0,75 = 0,85 afgerond 1 parkeerplaats.” |
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
“In het nieuwe magazijn of voor de poort past een personenwagen (een bestelwagen moet binnen staan, want die past niet binnen de 5m, en zou daarmee over de stoep steken en de voetgangers hinderen).”
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
a) Dit aantal is toereikend. |
Fietsvoorzieningen:
De fietsparkeerbehoefte voor deze functie is 113m²/100m² x 0,60 = 0, 68 afgerond 1 fietsparkeerplaats. Deze kan in het magazijn gestald worden. Er is een aparte deur die daarvoor gebruikt kan worden, zodat de grote poort niet altijd volledig geopend moet worden als men te voet of met de fiets toekomt.
Het nieuw te plaatsen magazijn heeft geen noemenswaardige mobiliteitsimpact.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de verharding in de voortuinstrook wordt beperkt tot een breedte van 3 meter, zoals aangeduid op het plan ‘AANGEPAST_IN_ROOD_BA_2003JPA_P_N__00’. De overige verharding moet aangelegd worden met groen in volle grond;
3. Het niveauverschil tussen het vloerpeil van het magazijn en het peil van het trottoir dient conform artikels 18 en 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid overbrugd te worden;
4. Er moet een afgesloten afvalberging voorzien worden conform artikel 26 van de bouwcode;
5. Elke ingedeelde inrichting of activiteit verbonden aan de toekomstige exploitatie dient op voorhand onderwerp uit te maken van een vergunnings- of meldingsprocedure.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
30 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
14 april 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
13 juli 2020 |
Verslag GOA |
28 mei 2020 |
naam GOA |
Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Verlies van licht:Het bezwaar dat de realisatie van het magazijn met een hoogte van 5 meter in de achtertuinzone een verlies aan zonlicht zou betekenen.
Beoordeling: De woningen van de Jules Pauwelsstraat bevinden zich op de grens van woongebied en KMO zone. De inplanting en bouwhoogte van het magazijn zijn in overeenstemming met de bepalingen van het geldende BPA. Het klopt evenwel dat het realiseren van het voorgestelde bouwvolume een vermindering van lichtinval kan betekenen voor de aanpalende. Mede door de oriëntatie van de percelen blijft dit echter zeer beperkt. Bovendien staat dit goed nabuurschap niet in de weg. Voor dit specifiek perceel wordt er een bufferzone(tuinzone) voorzien tussen de woning en het nieuw te bouwen magazijn van circa 13 meter. Ook hierdoor blijft de impact op de woonkwaliteit beperkt. Het bezwaar is ongegrond;
2. Foutieve informatie: Het bezwaar dat de aanvraag foutieve informatie bevat over de bestemming van aanliggende bebouwing.
Beoordeling: Deze vergunningsaanvraag doet geen uitspraak over de bestemming van de omliggende percelen. Het bezwaar is ongegrond;
3. Functionele inpasbaarheid: Het bezwaar dat de bestemming van het magazijn niet verenigbaar is in de Pierre Van Eedenstraat;
Beoordeling: De bestemming van de aanvraag tot bouwen van een magazijn, sluit aan bij de bestemming van het geldende BPA. Het bezwaar is ongegrond;
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de verharding in de voortuinstrook wordt beperkt tot een breedte van 3 meter, zoals aangeduid op het plan ‘AANGEPAST_IN_ROOD_BA_2003JPA_P_N__00’. De overige verharding moet aangelegd worden met groen in volle grond;
3. Het niveauverschil tussen het vloerpeil van het magazijn en het peil van het trottoir dient conform artikels 18 en 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid overbrugd te worden;
4. Er moet een afgesloten afvalberging voorzien worden conform artikel 26 van de bouwcode;
5. Elke ingedeelde inrichting of activiteit verbonden aan de toekomstige exploitatie dient op voorhand onderwerp uit te maken van een vergunnings- of meldingsprocedure.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.