Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020001916 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV PR Havenbedrijf Antwerpen met als contactadres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Kruisschansweg zonder nummer, Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 16 sectie D nr. 108F3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
plaatsen pekelsilo, regulariseren verharding |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Inhoud van deaanvraag
- Plaatsen van een pekelsilo;
- Regulariseren van bestaande verharding en gewoonlijk gebruik grond voor opslaan van allerlei materiaal en materieel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Air Liquide Industries Belgium |
7 april 2020 |
28 april 2020 |
Gunstig |
Shell Nederland |
7 april 2020 |
|
Dit advies werd niet tijdig uitgebracht. |
Total Olefins Antwerp |
7 april 2020 |
14 april 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijvigheid.
Het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten. Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend: - de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten. In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van havenen industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en voor de omliggende wegenis – Scheldelaan, Kruisschansweg, Ordamdijkweg en Boudewijnweg – Gebied voor verkeers- en vervoerinfrastructuur. Parallel langs deze wegen loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Het Hansadok en de invaargeulen naar en de sluizen zelf (Boudewijn- en Van Cauwelaertsluis) ten oosten hebben als bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur.
Op circa 265 meter ten westen van de aanvraag bevindt zich de grens van het afgebakende zeehavengebied. Buiten deze afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemmingen Bijzondere natuurgebieden (waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten) en – voor de Schelde – Bestaande waterwegen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De aanvrager geeft aan dat er geen riolering aanwezig is. Het hemelwater watert op een natuurlijke manier af naar de omliggende bermen. De gewestelijke hemelwaterverordening is dan niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn en de opmaak van een project-MER niet nodig is.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft geen beperkte oppervlakte maar ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Rondom de verharding zijn onverharde bermen aanwezig waar het hemelwater kan infiltreren. Bijgevolg dient in alle redelijkheid geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid – visueel-vormelijke elementen
Op een afgesloten terrein gelegen ten westen van het sluiscomplex tussen Boudewijn- en Van Cauwelaertsluis wordt langs de westzijde van het terrein een pekelsilo geplaatst op reeds bestaande asfaltverharding.
De pekel zal aangewend worden voor het ijsvrij maken van wegen en fietspaden in het havengebied. De silo in plaatstaal wordt op een metalen structuur geplaatst en heeft een inhoud van 30.000 liter. De totale hoogte van de constructie bedraagt zo circa 8 meter. De vrije hoogte bedraagt 3,5 meter zodat vrachtwagens en tractoren onder de silo kunnen rijden om pekel bij te tanken.
Aangezien de pekelsilo wordt voorzien ten behoeve van het vorstvrij houden van de openbare wegen in de haven en de constructie zelf een beperkt bouwvolume en -hoogte heeft is de silo functioneel inpasbaar in de omgeving.
Het terrein waarop de silo geplaatst wordt, is bereikbaar via een dienstweg die haaks op de Kruisschansweg aan takt. Het terrein, dat deels verhard is met asfalt en deels met ongebonden steenslag, wordt tevens gebruikt voor de opslag van allerhande materiaal en materieel. Voor de aanleg van de verharding en het gewoonlijk gebruik van het terrein werd nog niet eerder een vergunning aangevraagd. De aanvrager wenst zich in regel te stellen door het terrein, zowel de verharding als het gewoonlijk gebruik, mee op te nemen in de vergunningsaanvraag. Het materiaal en materieel dat op het terrein wordt gestockeerd, betreft zaken die in functie van de sluizen staan (meerpalen, dekstenen, relicten van averijen in afwachting van expertise,…). In het noordelijk gedeelte van de verharde zone wordt ook nog een zone voor een drooglegkuip aangevraagd. De maximale stapelhoogte bedraagt 3,5 meter.
Doordat de opslagplaats zich nabij de sluizen zelf bevindt in een voor het overig industrieel landschap is de opslag daar functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Langs de oostzijde van het terrein loopt een leidingentracé. Advies werd gevraagd aan de betrokken pijpleidingbeheerders. De uitgebrachte adviezen zijn (voorwaardelijk) gunstig.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Total Olefins Antwerp.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
13 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
7 april 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
6 juli 2020 |
Verslag GOA |
29 mei 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Total Olefins Antwerp.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.