Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020005468 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WINVEST Holding met als contactadres Oever 21 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Osystraat 15 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 5 sectie E nr. 1281Y9 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen naar een pand met kantoor en 3 appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/09/1957: vergunning (18#37029) voor verbouwingswerken.
Vergunde/vergund geachte toestand
- hoofdgebouw van 3 bouwlagen onder schuin dak met gelijkvloerse uitbouw onder plat dak;
- het perceel is volledig dichtgebouwd op het gelijkvloers;
- bijgebouw van 2 bouwlagen met lift langs linkerzijde;
- het gelijkvloers en 1ste verdieping zijn ingericht als kantoorruimte. Op de 2de verdieping bevindt zich een wooneenheid met terras aan de achtergevel.
Huidige toestand
- het bijgebouw met lift heeft 3 bouwlagen onder plat dak met daarop een technisch verdiep;
- dakkapel aan achtergevel;
- op het 2de verdiep en onder het dak bevindt zich in totaal één wooneenheid;
- voorgevel afgewerkt met witte bepleistering en voorzien van schrijnwerk in PVC en hout met witte kleur.
Gewenste toestand
- 4 appartementen; één op elke bouwlaag;
- verwijderde lift en technisch verdiep;
- geregulariseerde uitbouw op de 2de verdieping;
- gemeenschappelijke inkom voor appartementen en kantoor;
- terras op 1ste verdieping op plat dak van uitbouw en uitpandig terras aan achtergevel op 2de verdieping;
- schuin dak met vooraan 2 dakkapellen in zwartkleurig aluminium en achteraan een inpandig terras;
- voorgevel blijft ongewijzigd.
Inhoud van de aanvraag
- omvormen van pand met kantoorruimte en een woongelegenheid naar 4 wooneenheden; één op elke bouwlaag;
- met betrekking tot de oppervlakte van de aangevraagde zelfstandige woningen zijn volgende gegevens beschikbaar:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 20 februari 2020 | 2 april 2020 | Geen advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 20 februari 2020 | 19 maart 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 30 juli 2020 | 28 augustus 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 20 februari 2020 | 5 maart 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 19 februari 2020 | 9 maart 2020 |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 30 juli 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 19 februari 2020 | 28 april 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 30 juli 2020 | 3 augustus 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 19 februari 2020 | 24 februari 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 30 juli 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 19 februari 2020 | 23 maart 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 30 juli 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk - handel en reca - (hr), artikel 1 zone voor wonen - (wo) en artikel 3 zone voor centrumfuncties - (ce).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het wijzigen van de hoofdfunctie van kantoor naar wonen. Het betreft een kleinschalig kantoor, gelijkvloers + 1ste verdieping dat niet gelegen is in een strategische kantoorlocatie. Het omvormen naar wonen is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid / Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het programma zoals voorgesteld. Door het uitbreiden van het woonprogramma met 3 woonentiteiten wordt de draagkracht van de site niet overschreden.
De geplande werken aan de achtergevel ter hoogte van de verdiepingen is niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gesitueerd in een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld op 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er voor het eerst een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Voor gebouwen opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
In functie van bovenstaande werd advies gevraagd aan de dienst monumentenzorg.
Zij formuleerden een advies met volgende afweging: “Men wenst de bestaande toestand te regulariseren en enkele aanpassingen te doen waaronder het toevoegen van twee dakkapellen in het voorste dakvlak en een inpandig dakterras in het achterste dakvlak.
De geplande werken zijn aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. Ze doen geen bijkomende afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand. De nog aanwezige, waardevolle interieurelementen waaronder binnenschrijnwerk, lijstplafonds, schouwen, stukwerk, vloeren, traphal met trap dienen bewaard.
Het pand heeft een stadslandschappelijke waarde. Naast volume, schaal en korrel wordt er ook bijzondere aandacht voor de gevel gevraagd. Het pvc-schrijnwerk op de eerste verdieping in de voorgevel dient uitgesloten uit de aanvraag en op termijn vervangen door correct geprofileerd geschilderd houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model (zie schrijnwerk op de tweede verdieping). Het nog oorspronkelijk houten schrijnwerk op het gelijkvloers en de tweede verdieping dient bewaard. Het pvc-schrijnwerk doet immers afbreuk aan de beeldwaarde van het geheel. Het is een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt (aan te tonen aan de hand van een onderbouwd dossier gestoffeerd met foto’s), kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Deze uitgangspunten hanteert de dienst monumentenzorg bij de advisering van bouwaanvragen voor panden gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht of panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Inventarispanden krijgen uitzondering op epb-eisen. Zo dienen er geen verluchtingsroosters in de ramen van de voorgevel te worden geplaatst.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. In de laatst vergunde toestand zijn er kantoren op het gelijkvloers en 1ste verdiep. Erboven is er 1 appartement. Dit wordt verbouwd tot 4 appartementen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 3 bijkomende wooneenheden : parkeerbehoefte = 3 De werkelijke parkeerbehoefte is 3.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Het kantoor verdwijnt. De oppervlakte hiervan is circa 290m² bvo 290m² kantoren in stationsomgeving met parkeernorm 0.6/100m² : 290m² x 0.6/100m² = 1.74 afgerond 2. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 2 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
3. de voorgevel te restaureren met een gladde bepleistering en wit te schilderen, de blauwe hardstenen onderdelen en het smeedwerk uitgezonderd. De blauwe hardstenen onderdelen dienen onbeschilderd te blijven. Het smeedwerk dient zwart geschilderd;
4. de nog aanwezige, waardevolle interieurelementen waaronder stukwerk, pleisterplafonds, schouwen, binnendeuren, vloeren te bewaren.
Uitsluitingen
Het buitenschrijnwerk op de eerste verdieping van de voorgevel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 januari 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 19 februari 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek | 28 februari 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 24 maart 2020 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 26 mei 2020 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 28 juli 2020 |
Start laatste openbaar onderzoek | 7 augustus 2020 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 5 september 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 1 oktober 2020 |
Verslag GOA | 14 september 2020 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Administratieve lus
Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De affiche werd niet aangeplakt conform artikel 20 van het 'Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning'.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvaarde wijzingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 3 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
28 februari 2020 | 24 maart 2020* | 0 | 0 | 0 | 0 |
15 mei 2020 | 18 mei 2020** | 0 | 0 | 0 | 0 |
7 augustus 2020 | 5 september 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat het vroegtijdig is stopgezet.
** Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat een vorig openbaar onderzoek vroegtijdig is stopgezet en nadien verdergezet, zij het enkel voor de resterende duur.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
3. de voorgevel te restaureren met een gladde bepleistering en wit te schilderen, de blauwe hardstenen onderdelen en het smeedwerk uitgezonderd. De blauwe hardstenen onderdelen dienen onbeschilderd te blijven. Het smeedwerk dient zwart geschilderd;
4. de nog aanwezige, waardevolle interieurelementen waaronder stukwerk, pleisterplafonds, schouwen, binnendeuren, vloeren te bewaren.
Uitsluitingen
Het buitenschrijnwerk op de eerste verdieping van de voorgevel.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.