Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020085698 |
Gegevens van de aanvrager: | maud en quinten van haegenborgh - van Essche met als contactadres Scheldestraat 54 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Bacchuslaan 19 te 2600 Bercem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 22 sectie A nr. 34W |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden en herinrichten van een pand als eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 03/09/1958: vergunning (957#4986) verbouwing;
- 28/10/1935: vergunning (1275#3526) huis bouwen.
Vergunde toestand
- tweewoonst van 2 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing.
Huidige toestand
- rijwoning van 2 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing.
Gewenste toestand
- eengezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak.
Inhoud van de aanvraag
- het pand wordt voorzien van een 3de bouwlaag en heringericht als eengezinswoning;
- intern worden een atelierruimte en een fietsenberging ingericht;
- de nieuwe, teruggetrokken daklaag krijgt zowel voor- als achteraan een dakterras;
- de voorgevel bestaat uit gele baksteen en buitenschrijnwerk in zwart aluminium;
- alle platte daken worden als groendak aangelegd.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 6 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Bouwcode artikel 10:
- De vergunde toestand betreft een gelijkvloerse verdieping met een bouwdiepte van circa 14,5 meter.
De bestaande toestand betreft een gelijkvloerse verdieping met een bouwdiepte van circa 17,9 meter, waarbij de gelijkvloerse verblijfsruimtes maximaal opengewerkt zijn in de vorm van een doorzontypologie.
De aanvraag betreft het herindelen van het gelijkvloers (met behoud van de bouwdiepte) waarbij de doorzontypologie verdwijnt. Vooraan wordt een inkom en atelier met fietsenstalling met een diepte van circa 5,5 meter voorzien en achteraan wordt een verblijfsruimte (keuken, eetruimte, living en bureau) voorzien met een diepte tot circa 9,9 meter. De ruimtes worden van elkaar afgescheiden door het voorzien van een nieuwe trap en wand.
Door het verdwijnen van de doorzontypologie wordt de ideale daglichttoetreding gehinderd. In voorwaarden wordt opgelegd dat de perceel brede massieve wand ter hoogte van de trap voorzien moet worden als een lichtdoorlatende wand.
Functionele inpasbaarheid
Het pand is gelegen in woongebied. De Bacchuslaan wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door eengezinswoningen. De aanvraag betreft het omvormen van een tweewoonst naar een eengezinswoning. Dit is inpasbaar binnen de ruimtelijke context.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De gelijkvloerse bouwdiepte werd links uitgebreid tot 17,9 meter en links tot 20,0 meter. Indien voldoende maatregelen genomen worden om de gelijkvloerse daglichttoetreding te garanderen, kan dit bouwvolume positief geadviseerd worden.
Er wordt een nieuwe derde bouwlaag voorzien, die ingericht wordt als leefruimte. De daklaag wordt vooraan teruggetrokken voorzien met een afstand van 1,5 meter achter de voorgevel. De daklaag heeft een diepte van 7,88 meter. Het volume van de daklaag is in overeenstemming met het referentiebeeld van de omgeving.
Het gedeelte voor de daklaag (rechts) wordt grotendeels als dakterras aangelegd. Ook achteraan de tweede verdieping wordt een dakterras voorzien tot tegen de rechterbuur. Het overige deel van de platte dak wordt als groendak aangelegd. Dit wordt positief geadviseerd.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevel blijft grotendeels behouden. Het witte pvc schrijnwerk wordt gewijzigd naar zwart aluminium schrijnwerk met zelfde indeling. De bestaande dakrand wordt verwijderd. Boven de erker wordt een nieuwe bakstenen borstwering voorzien met rechts een metalen balustrade. Enkel boven de nieuwe borstwering wordt een nieuwe dakrand voorzien, dit is onvoldoende als gevelbeëindiging. In voorwaarden wordt opgelegd de antracieten dakrand links en rechts van de borstwering te behouden.
De terugspringende daklaag wordt voorzien in grijze beton (gladde bekisting) met grote ramen in zwart aluminium. Dit is inpasbaar binnen het straatbeeld.
De gelijkvloerse achtergevel wordt afgewerkt met tegels en aluminium schrijnwerk. De achtergevel van de eerste en tweede verdieping wordt voorzien in witte pleister. Ook hier wordt aluminium schrijnwerk voorzien. Bovenaan de gevels worden antracietkleurige dakranden voorzien. Gelet op de stedelijke context van de achtergevel wordt dit positief geadviseerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag betrekking heeft op het verbouwen van een meergezinswoning naar een eengezinswoning met een kleine uitbreiding en interne verbouwingen. Het aantal woongelegenheden vermindert dus.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
2. tussen het bureau en het atelier op het gelijkvloers een lichtdoorlatende wand te voorzien en het toilet op zulke wijze te voorzien die de lichttoetreding van het bureau niet hindert;
3. in de voorgevel links en rechts van de nieuwe borstwering opnieuw een antracieten dakrand te voorzien;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 9 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 6 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 5 oktober 2020 |
Verslag GOA | 15 september 2020 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
2. tussen het bureau en het atelier op het gelijkvloers een lichtdoorlatende wand te voorzien en het toilet op zulke wijze te voorzien die de lichttoetreding van het bureau niet hindert;
3. in de voorgevel links en rechts van de nieuwe borstwering opnieuw een antracieten dakrand te voorzien;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.