Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020064421 |
Gegevens van de aanvrager: | CVBA SO COLLECTIEF GOED met als contactadres Willy Vandersteenplein 1 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: | Lindeboomplein 21 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 41 sectie B nrs. 0 en 160A6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | renovatie en uitbreiding van een ééngezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen relevante voorgeschiedenis.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- geen laatst vergunde toestand gekend.
Huidige toestand
- een hoekpand bestaande uit 2 bouwlagen onder een schuin dak;
- pand is ingedeeld als een eengezinswoning;
- bouwdiepte aan de linker perceelgrens bedraagt circa 14 m;
- bestaande nokhoogte bedraagt 8,18 m;
- gevels bestaan uit oranje rode baksteen;
- buitenschrijnwerk donkerbruin hout;
- voortuin volledig verhard met betontegels.
Gewenste toestand
- renoveren van de woning;
- uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping.
Inhoud van de aanvraag
- afbraak van de bestaande uitbouw op het gelijkvloers;
- gelijktrekken van de achtergevel tot op een bouwdiepte van circa 11,71 m;
- aansluitend plaatsen van een terras van circa 13,25 m²;
- zijgevel wordt afgewerkt met wit stucwerk;
- nieuwe nokhoogte bedraagt circa 8,30 m;
- nieuw buitenschrijnwerk in wit PVC.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Kwade Velden, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 8 januari 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor binnengebied zwaantjeslei-art. 5.2 en zone voor wonen-art. 5.1.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan maar wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgend(e) punt(en):
- 5.1.4 voortuinen:
minstens 50% van het oppervlak van deze zones berekend per woning dient te worden beplant. De voortuin is volledig verhard met betondals.
- 5.1.3.1 Specifieke voorschriften betreffende de karakteristieke architectuur Kastanjeboomplein - Lindeboomplein:
Het specifieke karakter van deze volkstuinwijken moet behouden blijven. Daartoe dienen de gabaritten en gevelzichten bewaard te blijven. Zijgevel wordt afgewerkt met wit stucwerk.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
de voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling. Er is geen afsluiting voorzien;
§4 Voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten:
paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meteropritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter per autostaanplaats.
De volledige voortuin is verhard.
het gedeelte van de scheidingsmuren heeft geen opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. De opstand is slechts 0,22 m;
het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. Op de plannen staat geen inhoud; dit moet minimaal 2000 l zijn.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 4.4.1 en 5.1.3.1 van de voorschriften van het bijzonder plan van aanleg (BPA). Conform artikel 4.4.1 van de VCRO, kunnen na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Tijdens het openbaar onderzoek zijn er geen bezwaren ingediend.
De aanvraag wijkt af van artikel 5.1.4 van het BPA. Minstens 50% van het oppervlak van deze zones berekend per woning dient te worden beplant. De voortuin is volledig verhard met betondals.
Tevens is de aanvraag strijdig met artikel 27 van de bouwcode. conform artikel 27 mogen enkel de strikt noodzakelijke toegangen tot het gebouw worden verhard. In dit geval enkel een pad van 1,5 m breed naar de inkomdeur toe.
De voortuin kan als een volwaardig deel van de tuin worden beschouwd omwille van een aantal redenen. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt. De aanleg van de voortuin conform de stedenbouwkundige voorschriften wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De aanvraag wijkt af van artikel 5.1.3.1 van het BPA. Het specifieke karakter van deze volkstuinwijken moet behouden blijven. Daartoe dienen de gabaritten en gevelzichten bewaard te blijven. De zijgevel wordt afgewerkt met wit pleisterwerk.
De aanvraag omvat het uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping. Omwille van het esthetisch aspect is het stedenbouwkundig aanvaardbaar om de gevel af te werken in één materiaal (pleisterwerk) dan een aaneenschakeling van verschillende gevelstenen. Tevens is de zijgevel niet zichtbaar vanaf het openbaar domein waardoor de eigenheid van de wijk niet aangetast worden en dus voldoende bewaard blijft. Met deze argumentatie wordt aan het college geadviseerd om op gemotiveerde wijze af te wijken van de voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
Het perceel is gelegen binnen de perimeter van een goedgekeurde BPA . Binnen deze bestemmingszone zijn de volgende functies toegelaten als hoofdbestemming: alleenstaande of gekoppelde een- en meergezinswoningen.
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de toegelaten hoofdbestemmingen van het BPA. De aanvraag is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties op het Lindenboomplein.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Zoals reeds hierboven aangehaald wijkt de aanvraag af van artikel 27 van de bouwcode. Enkel een pad van 1,5 m breed naar de voordeur is mogelijk.
De aanvraag wijkt af van artikel 19 van de bouwcode. De voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De aanvraag maakt deel uit van een volkstuinwijk, bestaande uit aaneengesloten bebouwing met 2 bouwlagen en een zadeldak. De aanvraag betreft het hoekpand in de rij.
De linker aanpalende bebouwing bestaat uit 3 bouwlagen met een plat dak en vormt de uitzondering in de rij. De bouwdiepte aan de linkerzijde bedraagt op de gelijkvloerse verdieping circa 13,2 m.
Op de gelijkvloerse verdieping wordt de woning uitgebreid tot circa 11,71 m. Het perceel laat een dergelijke bouwdiepte toe. Er blijft nog een kwaliteitsvolle tuindiepte van circa 18 m over.
Het gebouw past in het toelaatbare gabarit van het BPA. De schaal van de aanvraag is in overeenstemming met deze van de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
Uit de dossierstukken en de plannen kan worden opgemaakt dat het buitenschrijnwerk in de voorgevel verschilt in materiaal en kleur. Om het karakter en de uniformiteit van de volkstuinwijk te behouden, moet het buitenschrijnwerk in de voorgevel uit één materiaal en uit één kleur bestaan. De oorspronkelijke kleur is af te leiden naar een donkerbruine kleur.
Naar voorwaarde wordt meegenomen om het buitenschrijnwerk in de voorgevel uit te voeren in één donkerbruin materiaal.
De achtergevel wordt afgewerkt met een oranjerode halfsteens gevelsteen. Gelet op het feit dat deze delen aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan deze gevelafwerking aanvaard worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Om brandoverslag te voorkomen dient conform aan artikel 34 van de bouwcode een opstand van 30 cm te worden voorzien op de nieuwe scheimuur van de gelijkvloerse uitbouw. Een andere mogelijkheid is omwille van de brandveiligheid het dak te bekleden met niet brandbaar materiaal. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De aanvraag wijkt af van artikel 43 van de bouwcode. Het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. Op de plannen staat geen inhoud; dit moet minimaal 2000 liter zijn. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheid voldoende wooncomfort biedt.
Verder voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de verharding uit de voortuin verwijderen. Enkel een pad van 1,5 m breed naar de inkomdeur mag worden verhard, conform artikel 27 van de bouwcode. Dit wordt in rood aangeduid op plan: Kopie van BA_CGLBP28_I_N_inplanting ;
2. de voortuin moet worden afgesloten door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter, conform artikel 19 van de bouwcode/ dit wordt in rood aangeduid op plan: Kopie van BA_CGLBP28_I_N_inplanting ;
3. het buitenschrijnwerk in de voorgevel uitvoeren in hetzelfde donkerbruin materiaal. Dit wordt in rood aangeduid op plan: Kopie van BA_CGLBP28_G_N_VG ;
4. het plat dak van de uitbouw op de gelijkvloerse verdieping bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
5. een septische put, met een inhoud van minimum 2000 liter, plaatsen, conform artikel 43 van de bouwcode;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 mei 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 18 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | 26 juni 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 25 juli 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 1 oktober 2020 |
Verslag GOA | 16 september 2020 |
naam GOA | Brenda Dierckx |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
26 juni 2020 | 25 juli 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de verharding uit de voortuin verwijderen. Enkel een pad van 1,5 m breed naar de inkomdeur mag worden verhard, conform artikel 27 van de bouwcode. Dit wordt in rood aangeduid op plan: Kopie van BA_CGLBP28_I_N_inplanting ;
2. de voortuin moet worden afgesloten door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter, conform artikel 19 van de bouwcode/ dit wordt in rood aangeduid op plan: Kopie van BA_CGLBP28_I_N_inplanting ;
3. het buitenschrijnwerk in de voorgevel uitvoeren in hetzelfde donkerbruin materiaal. Dit wordt in rood aangeduid op plan: Kopie van BA_CGLBP28_G_N_VG ;
4. het plat dak van de uitbouw op de gelijkvloerse verdieping bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
5. een septische put, met een inhoud van minimum 2000 liter, plaatsen, conform artikel 43 van de bouwcode;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.