Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020089641 |
Gegevens van de aanvrager: | Geert en Lies Jacobs - Augustyns met als adres Tabakvest 15 te 2000 Antwerpen en Jan en Mirjam Jacobs - Houweling met als adres Boomgaardstraat 230 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Van Steenlandstraat 77-81 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 32 sectie B nrs. 1010B2, 1010C2 en 1010X2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning en verbouwing naastgelegen appartementen met gelijkvloerse werkplaats/magazijn tot 1 appartement en kantoorruimte |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 1/1/1951: toelating (626#13227) voor bergplaats;
- 1/1/1946: toelating (329#18915) voor appartementsgebouw;
- 1/6/1944: toelating (1402#1005) voor binnenveranderingen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- Van Steenlandstraat 77:
- Van Steenlandstraat 79-81:
- latere toevoeging: bergplaats over volledige perceel rechterpand en achterste gedeelte linkerperceel;
- bouwdiepte perceel circa 35,5 meter;
- gevelafwerking: gevel in metselwerk;
- rolluiken voor de garagepoorten;
- inrichting: afsluiting voortuin met laag muurtje en hekwerk.
Huidige toestand
- Van Steenlandstraat 77:
- Van Steenlandstraat 79-81:
- geen voortuinafsluiting.
Gewenste toestand
- Van Steenlandstraat 77:
- Van Steenlandstraat 79-81:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van twee appartementen naar een duplex appartement;
- heropbouw van de bestaande uitbreiding aan de eengezinswoning;
- afbreken van bijgebouwen;
- opheffen van dragende muren voor opengemaakte leefruimtes;
- wijzigen van het schrijnwerk in de voorgevel;
- supprimeren van 1 garage ten voordele van een bureauruimte.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 10 augustus 2020 | 3 september 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 10 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 10 augustus 2020 | 7 september 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 10 augustus 2020 | 7 september 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft de verbouwing van twee gebouwen. Een grondgebonden eengezinswoning en een gemengd gebouw met twee appartementen en een gelijkvloerse werkplaats/magazijn.
De functie van de eengezinswoning blijft ongewijzigd. Op het gelijkvloers van het gemengd gebouw wordt een bureauruimte voorzien in functie van de werkplaats. De twee woongelegenheden op de verdieping worden verbouwd tot één duplex appartement met drie slaapkamers en een keuken op het gelijkvloers. De werkplaats en bureauruimte worden intern verbonden met het nieuw gevormde duplex-appartement.
De bestaande functies blijven behouden en zijn in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De grondgebonden eengezinswoning omvat twee bouwlagen onder een plat dak en een gelijkvloerse veranda aan de achtergevel. De bestaande achterbouw van de eengezinswoning wordt afgebroken en heropgebouwd met een volwaardige uitbreiding. De nieuwe bouwdiepte van de woning bedraagt 16,33 m.
Het gemengd gebouw bestaat eveneens uit twee bouwlagen onder een plat dak. Het gelijkvloerse magazijn loopt door in een langgerekte achterbouw tegen de rechter perceelgrens over de volledige diepte van het perceel. Het volume van het gebouw blijft nagenoeg ongewijzigd. Achteraan het perceel wordt een deel van de bestaande bebouwing afgebroken om meer open ruimte te voorzien voor de woonfuncties. Verder wordt de interne indeling van het gebouw gewijzigd, de achterbouw wordt gerenoveerd en voorzien van een groendak.
De werken beogen een beperkte aanpassing/vermindering van het bestaand volume waardoor zowel schaal als ruimtegebruik verbeterd worden.
Visueel-vormelijke elementen
Aan de voorgevel wordt nieuw aluminium buitenschrijnwerk voorzien en de linkse garagepoort wordt vervangen door een raamgeheel. De nieuwe achtergevel van de gelijkvloerse uitbreiding aan de eengezinswoning wordt voorzien van een gevelbrede opening met eveneens aluminium buitenschrijnwerk. Gelet op het feit dat de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, zijn de aanpassingen vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De beperkte scheimuurwijziging ter hoogte van de linker perceelgrens is niet hinderlijk voor het naastliggend perceel.
Deze scheidingsmuur is echter niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Aangezien het dak voorzien is van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Bijkomend is de aanvraag strijdig met artikel 19 van de bouwcode. Conform dit artikel moet de voortuin afgesloten worden door een levende afsluiting, muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 m. In de aanvraag wordt de voortuin niet afgesloten.
Bijkomend wijkt de aanvraag af van artikel 27 van de bouwcode. De voortuin van het gemengd gebouw is in de bestaande toestand volledig verhard aangezien twee garagepoorten en twee toegangsdeuren voorzien zijn. Gelet op het feit dat één garagepoort gewijzigd wordt naar een raampartij, is het vanuit stedenbouwkundig oogpunt wenselijk de voortuin van groen te voorzien. Een groene tuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de voortuin niet te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem en vermindert het risico op problemen met de waterhuishouding.
Als voorwaarde wordt opgelegd de verharding in de voortuinstrook te verwijderen, met uitzondering van de strikt noodzakelijke verhardingen naar de toegangspoort en toegangsdeuren en een voortuinafsluiting te voorzien conform artikel 19 van de bouwcode.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
Er is geen uitbreiding van het aantal wooneenheden. De parkeerparagraaf is niet van toepassing. Een deel van het magazijn wordt omgevormd voor een van de woningen met daarin een garage en fietsstalplaatsen. De belasting van wagens op het openbaar domein neemt af. Er is een nieuwe ruimte voor fietsen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de verharding in de voortuinstrook verwijderen en als groene ruimte aanplanten, met uitzondering van de strikt noodzakelijke verhardingen naar de toegangspoorten, conform artikel 27 van de bouwcode;
2. een voortuinafsluiting voorzien conform artikel 19 van de bouwcode;
3. ter hoogte van de dakopstand van de scheidingsmuur aan de linkerperceelgrens een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;
4. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 10 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 8 oktober 2020 |
Verslag GOA | 14 september 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de verharding in de voortuinstrook verwijderen en als groene ruimte aanplanten, met uitzondering van de strikt noodzakelijke verhardingen naar de toegangspoorten, conform artikel 27 van de bouwcode;
2. een voortuinafsluiting voorzien conform artikel 19 van de bouwcode;
3. ter hoogte van de dakopstand van de scheidingsmuur aan de linkerperceelgrens een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;
4. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.