Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020047958 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Daniella Somers met als adres Molenstraat 88 te 2960 Brecht |
Ligging van het project: | Bredabaan 210-216 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 40 sectie C nrs. 503D, 504L en 507H |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van verbouwingswerken en uitbreiden van functie dagrecreatie |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Bredabaan 210-216:
- Bredabaan 210:
- Bredabaan 212-214:
- Bredabaan 216:
Vergunde/vergund geachte toestand
- Functie en bouwvolume:
- sportzaal en uitbreiden hal tot linker perceelgrens (snookerzaal + garages);
- in het binnengebied bevinden zich 7 garageboxen en 5 parkeerplaatsen;
- het binnengebied van de panden is met elkaar verbonden;
- eengezinswoning;
- op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich de ingang tot de woning een doorgang/ingang naar de sportzaal;
- twee bouwlagen onder een zadeldak;
- meergezinswoning van 7 woonentiteiten en een garage en studio op de gelijkvloerse verdieping;
- 3 bouwlagen onder een mansardedak;
- eengezinswoning met een doorrit op de gelijkvloerse verdieping;
- 3 bouwlagen;
- gevelafwerking:
- de gelijkvloerse verdieping bestaat uit een doorrit naar het binnengebied;
- de gevel is bepleisterd, geornamenteerd en geschilderd in een grijstint met witkleurige pvc t-ramen;
- de gevel bestaat uit pleisterwerk geschilderd in een donkere grijstint op de gelijkvloerse verdieping met witkleurig pvc schrijnwerk;
- op de gelijkvloerse verdieping zijn twee toegangsdeuren voorzien en een aluminium poort met deur;
- de gevel is symmetrisch opgebouwd op de verdiepingen uit natuursteen met gevelgeleding/bossage en twee erkers op de eerste verdieping;
- het mansardedak is voorzien van drie dakkapellen.
- het schrijnwerk in de gevel bestaat uit witkleurige pvc.
- de gevel bestaat uit parament in gele en rode baksteen met fronton boven de ramen en een fries boven en onder de ramen;
- de gelijkvloerse verdieping bestaat uit een poort en een deur in een groentint.
Huidige toestand
- functie:
- de garage en de studio aan de voorgevel werden gewijzigd naar douches voor mannen en vrouwen;
- gevelafwerking:
- het uitstalraam werd gedeeltelijke gewijzigd.
Gewenste toestand
- functie:
- de garages in binnengebied tegen de linker perceelgrens worden betrokken bij de trainingzaal (dagrecreatie);
- regulariseren van het omvormen van de studio- en garagefunctie naar douches horende tot de dagrecreatiefunctie;
- bouwvolume:
- de overkapping achter huisnummer 216 wordt afgebroken naar een open doorgang met waterdoorlatende verharding;
- de septische put wordt vernieuwd met een inhoud van 12.000 liter;
- gevelafwerking:
- er wordt een toegangspoort/deur voorzien in staal en wit geschilderd;
- op de gelijkvloerse verdieping wordt een plint in blauwe steen voorzien, antracietgrijs stalen schrijnwerk en kalkpleister in zandkleur op isolatie;
- de garagepoort wordt vervangen.
- inrichting:
- de sportinfrastructuur is op de begane grond van huisnummers 210-212-214 gevestigd;
- er is een toegang in de scheimuur naar Bredabaan 208 naar 6 parkeerplaatsen.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van de dagrecreatiefunctie op de gelijkvloerse verdieping;
- gevelwijziging van de panden 210, 212-214 en 216 op de gelijkvloerse verdieping;
- de verdiepingen vormen geen onderdeel van de aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 6 mei 2020 | 5 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 6 mei 2020 | 20 mei 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 6 mei 2020 | 20 mei 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 6 mei 2020 | 20 mei 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
niveauverschillen tot en met 18 cm moeten overbrugd worden met een helling. Het niveau tussen binnen en buiten aan de nooddeur van het nieuwe gedeelte mag maximaal 2 cm bedragen.
aan de zijkanten van een helling die een niveauverschil van meer dan 25 cm overbrugt, moet aan beide zijden een leuning aangebracht worden, die doorloopt over eventuele tussenbordessen. Voor het begin en aan het einde van de helling moet de leuning minstens 40 cm horizontaal verderlopen. Als de leuning in het ijle stopt, moet ze worden afgerond naar de grond of naar de wand. De leuning van de trap tussen het bestaande en het nieuwe niveau moet hier aan voldoen.
na afwerking moeten de toegangsdeuren van het sanitair minstens 90 cm bedragen;
er zijn geen parkeerplaatsen op eigen terrein beschikbaar, enkel bij Bredabaan 208 zijn 6 parkeerplaatsen. Hiervan moet er 1 niet voorbehouden, maar wel aangepaste parkeerplaats zijn.
indien er geen verlaagd gedeelte voorzien is, moet deze aangebracht worden conform dit artikel.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen (erkers, zonneweringen, …) en aanbouwen dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving. De uitwerking van de gelijkvloerse gevels sluit te weinig aan bij de architectuur van de respectievelijke panden.
Het gelijkvloers van een gebouw dat aan de openbare weg grenst, moet aan de straatzijde een verblijfs-, horeca-, kantoor- of handelsruimte bevatten met een raamopening aan de straatzijde zodat een regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is. Door het supprimeren van de studio vermindert dit contact.
de mogelijkheid tot fietsenstalling waarnaar wordt verwezen in de beschrijvende nota dient ook opgetekend te worden in de plannen;
er zijn geen parkeerplaatsen meer op eigen terrein, enkel op het naastgelegen terrein bereikbaar via de toegangsdeur naar Bredabaan 208.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft het regulariseren van de uitbreiding van de dagrecreatiefunctie op de gelijkvloerse verdieping. Hierbij werden de garage en studio aan de straatzijde omgevormd tot doucheruimtes voor mannen en vrouwen. Achteraan het perceel werden de garages omgevormd tot trainingszalen die eveneens bij de sportzaal in functie van boks worden toegevoegd.
De aanvraag omvat alleen een regularisatie van de gelijkvloerse verdieping. Hiervoor werd het advies van de stadsdienst business en innovatie ingewonnen:
“De aanvraag voorziet in een gedeeltelijke regularisatie en hernieuwing van een bestaande sportclub. Daar de aanvraag ook voorziet in een cafetaria is er mogelijk ook een horecavergunning vereist. Daarom wordt er voor het dossier een voorwaardelijk gunstig advies gegeven.”
Dit voorwaardelijk gunstig advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume waardoor het ruimtegebruik gerespecteerd blijft. Op het gelijkvloers werd de studio gesupprimeerd waardoor het aantal woongelegenheden vermindert met 1. De draagkracht van het perceel wijzigt niet.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet in voorgevelwijzigingen van de gevelpuien ter hoogte van de huisnummers 210, 212-214 en 216. Ter plaatse van huisnummer 210 wordt een nieuwe poort (in staal, wit geschilderd) voorzien. Bij huisnummer 212-214 worden aangepaste gevelopeningen voorzien in nieuw buitenschrijnwerk (antraciet grijs staal). Bij nummer 216 ten slotte wordt eveneens een nieuwe garagepoort geplaatst, met wit geschilderd stalen schrijnwerk.
Het voorgestelde gevelontwerp is onvoldoende afgestemd op de gebouwen en de omgeving waardoor geadviseerd wordt om de aanvraag te weigeren.
De materialisatie en de geveluitwerking sluit onvoldoende aan bij de respectievelijke bovenliggende gevelvlakken. De pandsgewijze opbouw dient afleesbaar te blijven. Dit kan gebeuren door de gevelopeningen meer af te stemmen op deze van de verdiepingen, wat reeds het geval is bij het pand nrs. 212-214, en het schrijnwerk in eenzelfde materiaal en kleur te voorzien. Ook de gevelafwerking dient aansluiting te zoeken bij deze van de rest van het gebouw, eventueel voorzien van een plint uit duurzaam materiaal.
Daarnaast moet er in functie van een levendige plint, gestreefd worden naar zo transparant mogelijke gevelpuien waarbij de achterliggende functies duidelijk afleesbaar zijn. De gevel krijgt in voorliggende aanvraag nog een te gesloten verschijningsvorm voor de voorgestelde publiekstrekkende functie van sporthal.
Verder wenst de aanvrager bij het pand op het adres Bredabaan 212-214 op de gevelpui zandkleurige kalkpleister aan te brengen op isolatie. Bij een voorwaardelijk gunstige vergunning zou worden opgelegd om, rekening houdend met het rooilijndecreet enerzijds en de beoogde verduurzaming van de woning anderzijds, het gevelpakket ter hoogte van de voorgevel (isolatie en bepleistering) maximaal te voorzien, met een totale dikte van 14cm ten opzichte van de gevellijn.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op het gelijkvloers werd de studio aan de straatzijde omgevormd tot een doucheruimte. De enige levendige functie over een gevelbreedte van ca. 20 meter, verdwijnt hierdoor. Een gesloten voorgevel waar geen interactie (meer) is met de functie achter de gevel, is in strijd met artikel 12 (levendige plint) van de bouwcode. Hiervan kan niet afgeweken worden omdat een levendige plint straten aangenamer maakt om in te wonen en te wandelen. Dit is des te belangrijk in een hoofdstraat als de Bredabaan. Bijgevolg is het omvormen van de studio naar een doucheruimte onaanvaardbaar.
Tevens staat het behoud van de garage voorop. De gelijkvloerse garage, vergund volgens de laatst vergunde toestand, moet behouden blijven en kan niet worden omgevormd tot doucheruimte. De studio kan eventueel wel worden omgevormd naar een gebruiksruimte, een winkel of een bureelruimte, horend bij de sportaccomodatie.
Omwille van deze vaststellingen dient de aanvraag geweigerd te worden.
Verder voldoet de aanvraag niet aan verschillende artikels van de verordening toegankelijkheid.
Ten eerste moet, conform artikel 18 (algemene bepalingen) van de verordening, het niveau tussen binnen en buiten aan de nooddeur van het nieuwe gedeelte maximaal 2 cm bedragen. Niveauverschillen tot en met 18 cm moeten overbrugd worden met een helling.
Verder moet de leuning van de trap tussen het bestaande en het nieuwe niveau voldoen aan artikel 19 (hellingen) van de verordening toegankelijkheid. Dit betekent dat aan de zijkanten van een helling die een niveauverschil van meer dan 25 cm overbrugt, aan beide zijden een leuning moet aangebracht worden die doorloopt over eventuele tussenbordessen. Voor het begin en aan het einde van de helling moet de leuning minstens 40 cm horizontaal verderlopen en als de leuning in het ijle stopt, moet ze worden afgerond naar de grond of naar de wand.
Conform artikel 22 (algemene bepalingen deuropeningen) zouden de toegangsdeuren van het sanitair na afwerking minstens 90 cm moeten bedragen.
De plannen verwijzen naar zes parkeerplaatsen die op het naastgelegen terrein gerealiseerd zijn of worden, in plaats van op het eigen terrein. Deze parkeerplaatsen hypothekeren de ontwikkeling van het aanpalend perceel. Wanneer 6 parkeerplaatsen voorzien worden voor de recreatiefunctie moet conform artikel 27 van de verordening toegankelijkheid 1 aangepaste parkeerplaats voorzien worden.
Tenslotte moet er, wanneer een vast inrichtingselement met het oog op het onthaal van het publiek wordt aangebracht, vóór dat element voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd en moet een verlaagd gedeelte aangebracht worden conform de afmetingen van artikel 28 (onthaal).
De aanvraag moet zich in regel stellen met deze artikels.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft het uitbreiden van een bestaande sportzaal (boksen). De parkeerbehoefte wordt bepaald op basis van de functie. Het betreft hier een sportzaal waarbij de parkeernorm 1,8 plaatsen per 100m² van toepassing is. De grootte van de uitbreiding bedraagt 153m². De parkeerbehoefte voor deze functie bedraagt dus 2,7 (=3) parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
De projectaanvrager verwijst in diens aanvraag naar parkeerplaatsen gelegen op het terrein van het aanliggend pand die ter beschikking worden gesteld van de club zelf. Deze zijn niet ingetekend waardoor een kwalitatieve beoordeling van deze plaatsen onmogelijk is. Daarnaast dient de parkeerbehoefte op eigen terrein opgelost te worden.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.
|
Fietsvoorzieningen:
Er dient voor het cliënteel en personeel een veilige fietsenstalling te worden voorzien. Er wordt in de aanvraag verwezen naar de inkomruimte die daarvoor aangewend kan worden. Echter is deze niet ingetekend. De mogelijkheid tot fietsenstalling waarnaar wordt verwezen in de beschrijvende nota dient ook opgetekend te worden in de plannen. Gezien dit niet het geval is, wordt niet voldaan aan artikel 29 (Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen) van de bouwcode.
De opgesomde onverenigbaarheden met de geldende voorschriften en een goede ruimtelijke ordening vragen dusdanige aanpassingen aan het grondplan, dat deze niet in voorwaarden kunnen ondervangen worden. De aanvraag dient daarom geweigerd te worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Op basis van een aantal afwijkingen op de voorschriften van de Antwerpse Bouwcode en de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid adviseert de gemeentelijke omgevingsambtenaar de aanvraag te weigeren.
Deze afwijkingen handelen (voornamelijk) over de levendige functie aan de straatzijde en het gevelontwerp, afwijkingen inzake de verordening toegankelijkheid en het ontbreken van auto- en fietsstalplaatsen. Evenwel is het college van oordeel dat mits het opleggen van stedenbouwkundige voorwaarden de aanvraag, die louter de gelijkvloerse verdieping betreft, voor vergunning vatbaar is.
1. Levendige plint en gevelontwerp
De gemeentelijke omgevingsambtenaar merkt op dat de aanvraag afwijkt van artikel 12 van de bouwcode, ‘Levendige plint’. Conform dit artikel dient het gelijkvloers van een gebouw dat aan de openbare weg grenst, aan de straatzijde een verblijfs-, horeca-, kantoor- of handelsruimte te bevatten met een raamopening aan de straatzijde zodat een regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is. Het klopt dat een dergelijke functie aan de straatzijde in voorliggende aanvraag niet voorzien is.
Evenwel is het college van mening dat een afwijking op artikel 12, ‘Levendige plint’ in dit geval te verantwoorden is. Gelet op de positionering van de sanitaire ruimtes in de laatst vergunde toestand is de uitbreiding van de sanitaire ruimtes naar de voorzijde van de panden met huisnummers 212-214 niet alleen het meest voor de hand liggend, op deze manier wordt ook een logische indeling van alle interne ruimtes bekomen. Het college meent dat een volledige herlokalisatie van de sanitaire ruimtes binnen het gebouw tegenover de aangevraagde uitbreiding bovendien een te verregaande ingreep zou betekenen. Daarnaast hypothekeert voorliggend ontwerp geenszins om de panden aan de straatzijde opnieuw een andere, levendigere functie te geven moest de club ooit naar een andere locatie verhuizen en de functie van de gelijkvloerse verdieping opnieuw wijzigen.
De aanwezigheid van de club in dit eerste deel van de Bredabaan, dat overwegend gekenmerkt wordt door woningen en (achterliggende) magazijnen/bedrijvigheid, zorgt bovendien op zichzelf voor een verlevendiging van de buurt. Door de ruimte achter de raamopeningen van de panden met nrs. 212-214 als een soort etalage te gebruiken (voor bijv. het aankondigen van wedstrijden e.d.m.), kan de aanwezigheid van de club op deze locatie ook voldoende benadrukt worden. Vanuit die optiek kan een afwijking op artikel 12 hier aanvaardbaar worden geacht.
Verder meent het college dat het voorgestelde gevelontwerp een merkelijke verbetering inhoudt ten aanzien van de laatst vergunde / bestaande toestand. Zoals de gemeentelijke omgevingsambtenaar aangeeft, zijn de gevelopeningen voor de panden nrs. 212-214 voldoende afgestemd op de bovenliggende gevelvlakken. Evenwel wordt het schrijnwerk hier in een antracietgrijze kleur voorzien, daar waar het schrijnwerk in de bovenliggende gevelvlakken een witte kleur heeft. In voorwaarde wordt opgelegd alle schrijnwerk voor de panden nrs. 212-214 in eenzelfde kleur te voorzien, zodoende de samenhang tussen de gelijkvloerse en bovengelegen geveldelen nog sterker te benadrukken.
Gelet op de specifieke functie van de gelijkvloerse openingen voor de panden nrs. 210 en 216 is het logisch dat het ontwerp hier afwijkt van de bovenliggende gevelvlakken van deze panden. Beide panden hebben op de gelijkvloerse verdieping een onderdoorgang, die met voorliggend voorstel afgesloten worden door poorten.
Conform artikel 14 van de bouwcode is het afsluiten van dergelijke insprongen vereist. Het college acht om deze reden het voorliggende voorstel aanvaardbaar. Indien de gelijkvloerse functie van deze panden in de toekomst zou wijzigen, dient op dat moment opnieuw bekeken te worden hoe de afstemming van het gelijkvloerse gevelontwerp ten aanzien van de bovenliggende gevelvlakken kan gebeuren.
Verder merkt de gemeentelijke omgevingsambtenaar op dat bij een voorwaardelijk gunstige vergunning opgelegd moet worden om, rekening houdend met het rooilijndecreet enerzijds en de beoogde verduurzaming van de woning anderzijds, het gevelpakket ter hoogte van de voorgevel (isolatie en bepleistering) maximaal te voorzien, met een totale dikte van 14cm ten opzichte van de gevellijn. Hoewel de aanvraag hier reeds rekening mee lijkt te houden, zal dit ook in de voorwaarden worden opgenomen.
2. Mobiliteit
De gemeentelijke omgevingsambtenaar en de dienst mobiliteit merken terecht op dat de aanvraagnota een fietsenstalling vermeldt, maar dat deze niet opgetekend werd op de plannen. De nota vermeldt het voorzien van fietsstalplaatsen aan de uitbreiding van de sporthal. In voorwaarde zal worden opgelegd minstens 25 fietsstalplaatsen voor leden en bezoekers te voorzien in de tuinzone en deze in te richten conform de principes van artikel 29 van de Antwerpse Bouwcode. Daarnaast dient de fietsenstalling een afsluitbaar deel te hebben voor de fietsen van personeel met een minimum van 5 fietsparkeerplaatsen. Het stallen van fietsen mag evenwel op geen enkel ogenblik een hindernis vormen voor de evacuatieweg, die via de tuinzone en de onderdoorgang van pand nr. 216 naar de straatzijde loopt.
Verder is het ook aangewezen een rechtstreekse toegang te hebben tussen de binnen- en buitenruimte, om een vlotte toegang tussen de sportzaal en de fietsenstalling in de tuinzone te bekomen. Tijdens de openingsuren dient bovendien aan pand nr. 216 een open doorgang te zijn zodat de fietsenstalling toegankelijk is. De aanvrager dient ervoor te zorgen dat deze open doorgang afgestemd is op de voorwaarden aangaande uitgangsdeuren, zoals vermeld in het advies brandweer.
Conform het advies van de dienst mobiliteit vermeldt het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar het ontbreken van 3 parkeerplaatsen en het verdwijnen van 1 vergunde garage. Het klopt dat het behoud van een vergunde garage in principe voorop staat. Hoewel in gevelaanzicht de panden met huisnummers 212 en 214 sterk samenhangend zijn, blijkt evenwel uit de plannen van bovenliggende verdiepingen dat het hier wel degelijk om twee afzonderlijke panden gaat die elk een gevelbreedte van minder dan 8 meter hebben. Hoewel er geenszins een verplichting tot verwijderen van een vergunde garagepoort bestaat, laat de bouwcode een toegangspoort slechts toe bij gevels met een breedte van minimaal 8 meter. Vanuit die optiek acht het college het verwijderen van de vergunde garage hier bijgevolg aanvaardbaar.
Bovendien meldt de aanvrager te kunnen beschikken over 6 parkeerplaatsen op naastliggend perceel (huisnr. 208). Achteraan het perceel huisnr. 210 wordt in functie van de bereikbaarheid tot deze parkeerplaatsen een rechtstreekse toegang naar perceel huisnr. 208 voorzien. Vermits de sportclub geenszins de mogelijkheid heeft om de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein te voorzien, kan het college deze voorgestelde oplossing in dit geval aanvaarden. Het aantal ontbrekende parkeerplaatsen wordt hierdoor herleid van 3 naar 0. In het verslag wijst de gemeentelijke omgevingsambtenaar er correct op dat wanneer 6 parkeerplaatsen voorzien worden voor de recreatiefunctie, conform artikel 27 van de verordening toegankelijkheid 1 aangepaste parkeerplaats voorzien moet worden.
3. Toegankelijkheid
De gemeentelijke omgevingsambtenaar merkt een aantal afwijkingen op ten aanzien van verschillende artikels van de verordening toegankelijkheid.
Ten eerste moet, conform artikel 18 (algemene bepalingen) van de verordening, het niveau tussen binnen en buiten aan de nooddeur van het nieuwe gedeelte maximaal 2 cm bedragen. Niveauverschillen tot en met 18 cm moeten overbrugd worden met een helling.
Verder moet de leuning van de trap tussen het bestaande en het nieuwe niveau voldoen aan artikel 19 (hellingen) van de verordening toegankelijkheid. Dit betekent dat aan de zijkanten van een helling die een niveauverschil van meer dan 25 cm overbrugt, aan beide zijden een leuning moet aangebracht worden die doorloopt over eventuele tussenbordessen. Voor het begin en aan het einde van de helling moet de leuning minstens 40 cm horizontaal verder lopen en als de leuning in het ijle stopt, moet ze worden afgerond naar de grond of naar de wand.
Conform artikel 22 (algemene bepalingen deuropeningen) zouden de toegangsdeuren van het sanitair na afwerking minstens 90 cm moeten bedragen.
Tenslotte moet er, wanneer een vast inrichtingselement met het oog op het onthaal van het publiek wordt aangebracht, vóór dat element voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd en moet een verlaagd gedeelte aangebracht worden conform de afmetingen van artikel 28 (onthaal).
De aanvraag moet zich in regel stellen met deze artikels. Er wordt dan ook in voorwaarde opgelegd dat er dient voldaan te zijn aan de verordening toegankelijkheid.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 april 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 6 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 augustus 2020 |
Verslag GOA | 22 juli 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren onder voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. Er dient voldaan te worden aan de verordening toegankelijkheid.
3. In de tuinzone dient een fietsenstalling voorzien te worden voor leden en bezoekers.
1. De fietsenstalling voor leden moet minimaal 25 fietsparkeerplaatsen hebben.
2. De inrichting van de fietsstalplaatsen dient te gebeuren conform artikel 29 van de Antwerpse Bouwcode.
3. Er dient een afsluitbaar deel in de fietsparking te zijn voor fietsen van personeel met een minimum van 5 fietsparkeerplaatsen.
4. Er dient een rechtstreekse toegang beschikbaar te zijn tussen de binnen- en buitenruimte, zodat de tuinzone en fietsenstalling voor de gebruikers vlot toegankelijk is.
5. Tijdens de openingsuren van de sportclub dient een doorgang aan huisnummer 216 open te staan voor de leden, zodoende een vlotte toegang tot de fietsenstalling te garanderen.
6. De evacuatieweg dient steeds vrij te blijven. Het stallen van fietsen mag op geen enkele manier een hindernis vormen.
4. Er worden 6 parkeerplaatsen voorzien voor de recreatiefunctie. Eén van deze 6 plaatsen dient een aangepaste parkeerplaats te zijn, conform artikel 27 van de verordening toegankelijkheid.
5. Alle schrijnwerk in de voorgevel van de panden nrs. 212-214 moet in eenzelfde kleur voorzien worden.
6. Het gevelpakket ter hoogte van de voorgevel (isolatie en bepleistering) maximaal te voorzien, met een totale dikte van 14cm ten opzichte van de gevellijn.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.