Terug
Gepubliceerd op 03/08/2020

2020_CBS_06429 - Omgevingsvergunning - OMV_2020048259. Velduilstraat 37. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Jo De Geest, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06429 - Omgevingsvergunning - OMV_2020048259. Velduilstraat 37. District Deurne - Goedkeuring 2020_CBS_06429 - Omgevingsvergunning - OMV_2020048259. Velduilstraat 37. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020048259

Gegevens van de aanvrager:

de heer Ivan Yaramis met als adres Velduilstraat 37 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Velduilstraat 37 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 30 sectie A nr. 407T2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning op het gelijkvloers en het voorzien van een dakterras

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          09/09/1964: toelating  (627#32006) voor het bouwen van een premiewoning;

-          03/11/1965: toelating (627#23547) voor  het plaatsen van een ondergrondse tank voor stookolie met een inhoud van 2.990l.

-           

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          functie: eengezinswoning met een bruto vloeroppervlakte van circa 180 m²;

-          bouwvolume:

  • halfopen bebouwing;
  • 3 bouwlagen;
  • plat dak;
  • bouwdiepte: 9m;
  • bouwhoogte: circa 8,50m;
  • perceelsdiepte: circa 29m;

-          gevelafwerking:

  • gele ruwe siersteen;
  • houten buitenschrijnwerk;

-          inrichting:

  • inpandige garage;
  • aansluitend terras.

 

Huidige toestand

 

-          gevelafwerking:

  • rode baksteen;
  • bruin houten buitenschrijnwerk;

-          inrichting:

  • overdekt terras aan de achterzijde;
  • tuinhuis achteraan het perceel.

 

Gewenste toestand

 

-          bouwvolume:

  • gelijkvloers uitbreiden tot een diepte van 12 m;
  • dakterras op aanbouw;

-          gevelafwerking:

  • zwart aluminium buitenschrijnwerk;
  • uitbouw bezet met witte crepi

-          inrichting: achter veranda terras aanleggen.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          uitbreiden gelijkvloers tot een diepte van 12m;

-          ophogen van de scheimuur;

-          wijzigen buitenschrijnwerk;

-          voorzien van een dakterras;

-          regulariseren van een tuinhuis.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel  21 Minimale hoogte van ruimten: de nieuwe veranda heeft geen minimale hoogte van 2,60m;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: het bureel op het gelijkvloers heeft geen rechtstreeks licht en lucht;
  • artikel 38 Groendaken: het nieuwe plat dak wordt niet als groendak aangelegd;


Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Velduilstraat.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De aanvraag voorziet in een perceelsbrede achterbouw (veranda) op het gelijkvloers. De bestaande constructie in metalen buizen over het terras wordt afgebroken. De uitbouw bereikt een bouwdiepte van 12 m, net zoals de af te breken stalen constructie. Op de uitbouw wordt een terras voorzien, die in verbinding staat met de leefkeuken.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is een dergelijke bouwdiepte aanvaardbaar. De achterliggende tuin is voldoende groot om kwalitatief te zijn en de impact op de naburige panden in zowel de Velduilstraat als in de Arendshoflaan is gering en verwaarloosbaar.

 

In de achtertuin wordt er aan de linkerzijde een tuinhuis met een totale oppervlakte van 11,5 m² voorzien. Het tuinhuis heeft een hoogte van 2,40 m en is nagenoeg even hoog als de haag op de linkerperceelsgrens. Door het tuinhuis vermindert de oppervlakte van de achtertuin slechts beperkt en blijft de kwaliteit van de achtertuin behouden. Het tuinhuis is bijgevolg aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

In de voorgevel wijzigt enkel het buitenschrijnwerk naar aluminium zwart. In de Velduilstraat zijn wel meerdere woningen met een zwarte of donkergrijze raamafwerking, waardoor de wijzigingen aan de voorgevel toelaatbaar zijn. De zijgevel van het pand wijzigt net als de voorgevel enkel door het buitenschrijnwerk aan te passen naar aluminium zwart, wat ook hier toelaatbaar is.

 

De twee bovenste bouwlagen van de achtergevel wijzigen enkel door het buitenschrijnwerk aan te passen naar aluminium zwart en door de linker raamopening op de 1ste verdieping te verlagen tot de vloerpas van de 1ste verdieping. De uitbouw wordt voorzien in een witte crepi. Een witte kleurstelling wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig beoordeeld vanwege de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de historische waarde.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het terras op de nieuwe uitbouw wordt op 1,90 m van de linker perceelsgrens voorzien. Dit veroorzaakt geen hinder inzake privacy voor de nabij gelegen buren.

 

Tegenover de bestaande toestand wordt er vanuit de bureau en de nieuwe veranda een contact voorzien via een groot schuifraam. In de bestaande toestand was het bureau enkel verbonden met de achtertuin via een deur. Door het voorzien van de veranda heeft het bureau echter geen rechtstreekse toegang meer tot daglicht en is de opening voor daglicht beperkt, namelijk enkel de breedte van de toegangsdeur. Hierdoor is het bureau strijdig met artikel 24 van de bouwcode. Om toch voldoende daglicht in de bureauruimte te voorzien wordt als voorwaarde opgelegd om de opening van de deur te verbreden richting de toilet, zodat een opening van in totaal minstens 2 m voorzien wordt. Daardoor kan het licht vanuit de veranda doordringen tot in de bureauruimte.

 

Het nieuwe platte dak van de uitbreiding is volgens de aanvraag groter dan 20 m². Een deel van het platte dak wordt als dakterras aangelegd. Echter de verplichting om een groendak te voorzien vervalt enkel en alleen op de oppervlakte die het dakterras inneemt op het dak. Het platte dak dat niet voorzien wordt van een terrasvloer dient wel te worden uitgevoerd als groendak. Dit wordt als voorwaarde in de vergunning opgelegd.

 

De veranda die wordt voorzien in de uitbouw heeft een vrije hoogte van slechts 2,40 m, wat het gebruiksgenot in de weg staat en strijdig is met artikel 21 van de bouwcode. De vrije hoogte dient hier minstens 2,60 m te zijn. ALs voorwaarde wordt opgelegd om de plafondhoogte van de veranda te verhogen tot 2,60 m vrije hoogte.

 

Hierdoor stijgt de dakconstructie met 20 cm, waardoor de opstand conform artikel 34 van de bouwcode geen 30 cm meer bedraagt. Om de (brand)veiligheid toch te garanderen wordt opgelegd om het platte dak af te werken met een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen. Voor het gedeelte met groendak dient tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed te worden voorzien.


Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de plafondhoogte van de veranda achteraan te verhogen tot minimaal 2,60 m vrije hoogte, conform artikel 21 van de bouwcode;

2.      de deuropening tussen de bureau en de veranda op het gelijkvloers te verbreden richting de toilet met een minimale opening van 2 m breed;

3.      het gedeelte van het platte dak dat niet wordt voorzien van een terrasvloer dient aangelegd te worden als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

4.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-          dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          bij een groendak: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

14 april 2020

Volledig en ontvankelijk

5 mei 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 augustus 2020

Verslag GOA

21 juli 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de plafondhoogte van de veranda achteraan te verhogen tot minimaal 2,60 m vrije hoogte, conform artikel 21 van de bouwcode;

2.      de deuropening tussen de bureau en de veranda op het gelijkvloers te verbreden richting de toilet met een minimale opening van 2 m breed;

3.      het gedeelte van het platte dak dat niet wordt voorzien van een terrasvloer dient aangelegd te worden als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

4.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-          dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          bij een groendak: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.