Terug
Gepubliceerd op 03/08/2020

2020_CBS_06405 - Omgevingsvergunning - OMV_2020049440. Ramstraat 11. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Jo De Geest, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06405 - Omgevingsvergunning - OMV_2020049440. Ramstraat 11. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_06405 - Omgevingsvergunning - OMV_2020049440. Ramstraat 11. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020049440

Gegevens van de aanvrager:

BVBA TATE URBAN LIVING met als adres Karel Oomsstraat 29 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Ramstraat 11 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 6 sectie F nr. 1273P

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van een bestaande meergezinswoning naar een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          05/04/1928: toelating (1928#29574) voor gevel- en binnenveranderingen;

-          09/06/1926: toelating (1926#24147) voor binnenveranderingen;

-          18/06/1888: toelating (1888#854) voor zeven huizen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder plat dak;

-          kroonlijsthoogte circa 12,00 m;

-          bouwdiepte hoofdvolume circa 9,50 m;

-          gevelafwerking:

  • bepleisterde en geschilderde gevelafwerking met reliëfdetaillering;
  • plint in blauwe hardsteen;
  • houten buitenschrijnwerk en kroonlijst.

Huidige toestand

-          vaststelling (ID: 215988) van een ensemble van zeven neoclassicistische woningen als bouwkundig erfgoed;

-          meergezinswoning met drie zelfstandige wooneenheden;

-          bouwdiepte gelijkvloerse verdieping circa 13,85 m;

-          gevelafwerking:

  • bepleisterde en geschilderde gevelafwerking (wit-beige kleur);
  • de reliëfdetaillering is niet langer aanwezig;
  • plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk en kroonlijst in wit pvc;

-          gewijzigde raamindeling en afwerking van de achtergevel;

-          bouwdiepte verdiepingen, aantal bouwlagen en kroonlijsthoogte conform vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          eengezinswoning:

-          bouwdiepte gelijkvloerse verdieping circa 14,00 m;

-          gevelafwerking:

  • bepleisterde en geschilderde gevelafwerking (wit-beige kleur);
  • plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk en kroonlijst in wit geschilderd hout;

-          bouwdiepte verdiepingen, aantal bouwlagen en kroonlijsthoogte conform vergunde toestand.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          aanpassen van de raamindeling en het isoleren van de achtergevel (gedeeltelijke regularisatie);

-          wijzigen van de afwerking van de voorgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

12 mei 2020 juni 

 18 juni 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:
    Het verwijderen van de gevelornamentiek en van bepaalde erfgoedwaardige interieurelementen gaan in tegen de wenselijkheid van behoud van elementen met (bouw)historische, stedenbouwkundige, architecturale en/of esthetische waarde;
  • artikel 38 Groendaken:
    Het nieuwe dak wordt niet aangelegd als groendak.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande en vergunde functie als eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een beperkte uitbreiding van de niet-vergunde, bestaande, gelijkvloerse achterbouw. Na deze uitbreiding blijft er voldoende open ruimte over, in functie van een tuin. de uitbreiding is ook niet hinderlijk voor de buren. De achterbouw kan bijgevolg gunstig geadviseerd worden.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De voorgevel wordt opnieuw wit geschilderd en de bakgoot en kroonlijst aangepast naar historisch model. Het schrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door nieuw houten schrijnwerk in een zwarte kleur. Deze ingrepen hebben een positieve impact op de beeldkwaliteit van het pand en zijn omgeving.

De achtergevel toont ruime raampartijen in een gevelafwerking bestaande uit een witte bepleistering. Deze materialisatie is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.
 

Vermits de werken gesitueerd zijn in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en het pand bovendien is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 28 november 2014, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur. In dat kader wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend door de stedelijke dienst monumentenzorg dat zich als volgt laat samenvatten:

 

“Aan het begin van de Ramstraat ontwierp Ernest Dieltiëns in 1888 een ensemble van zeven kleine woningen in opdracht van de "Naamlooze Bouwmaatschappij van Burgerhuizen van het Oosten". Deze in 1886 opgerichte "Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises" had als doel de woningbouw in Zurenborg te organiseren en nam daarvoor verschillende architecten onder de arm om reeksen huizen te bouwen in de gewenste stijl. Dit ensemble werkte Dieltiëns uit in een hem typerende, eigen bouwstijl, waarin de woningen een vrij eenvoudige neoclassicistische gevel krijgen, maar door afwisseling van ornamentiek en verhoudingen een levendig ensemble creëren. Nummer 11 is het minst goed bewaarde huis in de rij, met een vervlakte gevel en een extra verdieping.

Men wenst het pand om te vormen naar een kwalitatieve eengezinswoning.

De voorgevel wordt opnieuw wit geschilderd, de bakgoot wordt vrijgemaakt en hersteld en er wordt een nieuwe kroonlijst voorzien volgens historisch model. Het schrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door nieuw houten schrijnwerk. Er gebeuren eveneens een aantal ingrepen die een impact hebben op het interieur. De meeste ingrepen houden voldoende rekening met de erfgoedwaarde van het interieur. Een aantal ingrepen worden in vraag gesteld:
 

-       Het dichtmaken van de deuropening tussen gang en middenste ruimte: er is geen duidelijke reden waarom deze deur moet worden dichtgemaakt. Behoud en niet in gebruik nemen kan hier even goed. Als voorwaarde zal dan ook worden opgelegd de deuromlijsting en deur te behouden.

-       Het maken van een portiek tussen de middelste ruimte op het gelijkvloers en de voormalige badkamer: in het voorstel is het niet duidelijk dat dit om een portiek gaat. Een portiek is een opening in een muur waarbij er links, rechts en boven de opening nog delen van de muur bewaard blijven. Als voorwaarde zal opgelegd worden deze opening als portiek uit te werken.

-       De voorgestelde werken aan de voorgevel zullen het pand opwaarderen wat het straatbeeld ten goede komt. Als voorwaarde zal opgenomen worden zowel de detaillering van de kroonlijst als het buitenschrijnwerk in de voorgevel, voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg voor verder advies.”

 

Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De gestelde voorwaarden worden opgenomen in de vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De voorliggende aanvraag wijkt af van artikel 38 van de bouwcode aangezien het nieuw te realiseren dak niet wordt uitgevoerd als groen dak. Als voorwaarde van de vergunning wordt gesteld dat het nieuwe dak uitgevoerd dient te worden als groendak.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de deuromlijsting en deur tussen gang en middelste kamer op het gelijkvloers behouden;

2.      de opening tussen de middelste kamer en de voormalige badkamer moet als portiek worden uitgewerkt;

3.      detailtekeningen van de kroonlijst en van het schrijnwerk in de voorgevel voorleggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg voor verder advies;

4.      nieuwe platte daken aanleggen als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 april 2020

Volledig en ontvankelijk

12 mei 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 augustus 2020

Verslag GOA

20 juli 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de deuromlijsting en deur tussen gang en middelste kamer op het gelijkvloers behouden;

2.      de opening tussen de middelste kamer en de voormalige badkamer moet als portiek worden uitgewerkt;

3.      detailtekeningen van de kroonlijst en van het schrijnwerk in de voorgevel voorleggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg voor verder advies;

4.      nieuwe platte daken aanleggen als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.