Terug
Gepubliceerd op 03/08/2020

2020_CBS_06403 - Omgevingsvergunning - OMV_2020047074. Mozartstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Jo De Geest, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06403 - Omgevingsvergunning - OMV_2020047074. Mozartstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_06403 - Omgevingsvergunning - OMV_2020047074. Mozartstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020047074

Gegevens van de aanvrager:

Niko en Ellien Van Goubergen - Stinissen met als adres Mozartstraat 13 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Mozartstraat 13 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10 sectie K nr. 1543E41

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          07/09/1951: toelating (18#28586) voor het maken van een garage.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          eengezinswoning;

-          3 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;

-          perceelsbrede achterbouw met een bouwdiepte van 15,40 meter op het gelijkvloers en de eerste verdieping ter hoogte van de linker perceelgrens;

-          voorgevel in een witte bepleistering en houten buitenschrijnwerk gedragen door een blauwe hardstenen plint.

Huidige toestand

-          conform laatst vergunde toestand met uitzondering van de balustrade op de tweede verdieping ter hoogte van de voorgevel.

Gewenste toestand

-          eengezinswoning;

-          3 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;

-          verspringende achterbouw met een bouwdiepte van 15,50 meter op het gelijkvloers en de eerste verdieping ter hoogte van de linker perceelgrens;

-          voorgevel in een witte bepleistering en gelakt houten buitenschrijnwerk gedragen door een blauwe hardstenen plint met op de tweede verdieping balustrade in plaats van balkon.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande achterbouw;

-          bouwen van een nieuwe aanbouw op het gelijkvloers en de eerste verdieping;

-          inrichten van een dakterras ter hoogte van de  rechter perceelgrens op de eerste verdieping;

-          voorzien van een inpandig terras thv het zadeldak;

-          interne constructieve werken;

-          wijzigen van de voorgevel: buitenschrijnwerk en balustrade.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

12 mei 2020

1 juli 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Provinciehuis Harmonie, goedgekeurd op 23 mei 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 2 zone voor wonen - (wo) en artikel 1 zone voor groen - harmoniegebouw en park (gr).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 15 In- en uitsprongen aan daken:
    de insprong van het inpandige dakterras  is ingeplant op 0,26  meter van de perceelgrens terwijl dit minstens op een afstand van 0,60 meter moet zijn;
  • Artikel 27 Open ruimte:
    de verharding van de tuin van 63 m² bedraagt 24 m², terwijl dit maximaal 21 m² mag zijn.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De functie als eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gewaarborgd blijft.
 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken vallen voor het grootste gedeelte binnen het bestaande en vergunde bouwvolume. De voornaamste werken situeren zich aan de achterzijde van de eengezinswoning en bestaan uit het slopen en herbouwen van de achterbouw.
De nieuwe achterbouw bestaat uit een laag en een hoog volume.

Het lagere gedeelte van de achterbouw plaatst zich tegen de bestaande scheidingsmuur met de rechterbuur waarbij deze scheidingsmuur over een lengte van 4,73 meter met 0,93 meter wordt verhoogd. Het hogere deel van de nieuwe achterbouw plaatst zich tegen de scheidingsmuur met de linkerbuur. In het hellend dak wordt een uitsparing voorzien voor een dakterras.
De geplande uitbreidingswerken aan de achtergevel zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Vermits het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 28 november 2014, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur. In dat kader wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend door de stedelijke dienst monumentenzorg dat zich als volgt laat samenvatten:

 

“De entresol en de voormalige tuinkamer worden gesloopt en vervangen door een nieuwe uitbouw gebaseerd op het entresolprincipe. De achterbouw wordt afgewerkt met stalen platen.

Er wordt een inpandig dakterras voorzien in het achterste dakvlak. Het schrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door houten, geschilderd schrijnwerk.

 

De voorgestelde ingrepen zijn grotendeels aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. Het voorhuis blijft gevrijwaard. De nieuwe uitbouw wordt opnieuw in entresolvorm voorzien waardoor de kenmerkende typologie en opbouw van een 19de-eeuws burgerhuis afleesbaar blijft. De bekleding van de achterbouw in staal is afwijkend. Gezien het pand grenst aan de als monument beschermde feestzaal Harmonie en de achtergevel zichtbaar is vanuit het Harmoniepark is dit niet wenselijk. Een materialisatie die kenmerkend is voor dit type van pand is aangewezen, 19de-eeuwse panden waren ofwel afgewerkt met een witte bepleistering ofwel bleef de baksteen onafgewerkt. Voor de Mozartstraat zijn de achtergevel en de entresol uitgewerkt in baksteen. 

 

Gezien het beeldbepalend karakter van het pand en het ensemble waartoe het behoort dient er bijzondere aandacht te zijn voor de afwerking en invulling van de voorgevel.

Het schrijnwerk in de voorgevel dient vervangen naar oorspronkelijk model, materiaal en profilering in dit geval geschilderd hout (ramen, poort, kroonlijst). Detailtekeningen dienen ter bespreking voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Indien gewenst, kan de aanvrager typedetails van laat 19-de eeuwse t-ramen bekomen bij deze dienst. Het balkon op de tweede verdieping werd verwijderd en vervangen door metalen balustrade die afbreuk doet aan de beeldwaarde. Een balustrade meer passend bij de stijl van het pand is aangewezen.” 

 

Dit advies kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt gedeeltelijk worden bijgetreden. De argumentatie uit het advies volgend, dient het schrijnwerk in de voorgevel vervangen te worden naar oorspronkelijk model, materiaal en profilering en dient de balustrade op de tweede verdieping uitgevoerd te worden in een stijl die aansluit op de stijl en detaillering van de rest van het  pand.

 

Wat betreft de materialisatie van de achtergevel wordt het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg niet bijgetreden. Er wordt geoordeeld dat de materialisatie geen afbreuk doet aan het geheel en op een heldere manier toont welke onderdelen van het architecturaal ensemble een hedendaagse toevoeging betreffen. De materialisatie bestaat, zoals aangeduid op de plannen, uit een fijn geperforeerde, lichte, groen-grijze aluminium beplating die aansluiting zoekt bij de dakbekleding van het achtergelegen harmoniegebouw. De lichte kleurstelling is in overeenstemming met artikel 11 van de bouwcode. Op basis van de aangeleverde foto’s wordt daarenboven aangetoond dat het pand niet zichtbaar is vanuit het harmoniepark.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De dakinsprong ter hoogte van het inpandige dakterras op de derde verdieping bevindt zich op 0,26 meter van de perceelgrens. Om de dakvorm afleesbaar te houden, dient dergelijke insprong te beginnen op een afstand van minstens 60 cm van de perceelsgrens, conform artikel 15 van de bouwcode.

Daarnaast overschrijdt de verharding in de tuin de maximaal toegelaten verharding van 1/3, conform artikel 27 van de bouwcode. De aanvraag dient zich conform te stellen aan deze bepalingen, wat als voorwaarden van de vergunning wordt opgenomen.
Mits het in acht nemen van deze voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. Daarnaast zijn de geplande verbouwingswerken op die manier niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het inpandige dakterras op de derde verdieping te beperken zodat het dak aan de perceelsgrens kan doorlopen met een breedte van 0,60 meter, conform artikel 15 van de bouwcode;

2.      de verharding in de tuin beperken tot 1/3 van de tuinoppervlakte, conform artikel 27 uit de bouwcode;

3.      het schrijnwerk in de voorgevel vervangen naar oorspronkelijk model, materiaal en profilering. Detailtekeningen dienen ter bespreking voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg;

4.     de balustrade op de tweede verdieping uit te voeren in een stijl die aansluit op de stijl en detaillering van de rest van het pand. Detailtekeningen dienen ter bespreking voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg

5 .  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

17 april 2020

Volledig en ontvankelijk

12 mei 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 augustus 2020

Verslag GOA

20 juli 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het inpandige dakterras op de derde verdieping te beperken zodat het dak aan de perceelsgrens kan doorlopen met een breedte van 0,60 meter, conform artikel 15 van de bouwcode;

2.      de verharding in de tuin beperken tot 1/3 van de tuinoppervlakte, conform artikel 27 uit de bouwcode;

3.      het schrijnwerk in de voorgevel vervangen naar oorspronkelijk model, materiaal en profilering. Detailtekeningen dienen ter bespreking voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg;

4.     de balustrade op de tweede verdieping uit te voeren in een stijl die aansluit op de stijl en detaillering van de rest van het pand. Detailtekeningen dienen ter bespreking voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.