Terug
Gepubliceerd op 03/08/2020

2020_CBS_06389 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020074978. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Jo De Geest, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06389 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020074978. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_06389 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020074978. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020074978

Gegevens van de aanvrager:

de heer Eric Van Kalmthout met als adres Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV TOTAL OLEFINS ANTWERP met als adres Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 14 sectie A nr. 70K

Inrichtingsnummer:

20200218-0037 (nv Total Olefins Antwerp)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Petrochemisch bedrijf: verandering door wijziging en uitbreiding en bouwen van een installatie

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

Er zijn verscheidene stedenbouwkundige en omgevingsvergunningen gekend voor de NC2-eenheid op de site van Total Olefins Antwerp, te beginnen bij de stedenbouwkundige vergunning (HV/2001/B/0033) verleend door het college op 20 juni 2001 voor NC2X-projectuitbreiding, technisch gebouw TR3 en slopen en nieuwbouw analyserhuisje AH6.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft het bouwen van een NC2 MAPD-installatie.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 5 juli 2007 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een raffinaderij, voor een termijn verstrijkend op 5 juli 2027. Nadien werden nog verschillende vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Met deze aanvraag voorziet men een nieuwe reactorsectie.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

1.4.

Inrichtingen voor de opslag van aardolie, petrochemische of chemische producten met een opslagcapaciteit van 100.000 ton of meer;

-42,34 ton

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting);

+26,90 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

-42,34 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

-42,34 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton.

-42,34 ton

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

7 juli 2020

10 juli 2020

Gunstig

 







Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Marshalldok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Scheldelaan in het zuiden van de aanvraag (op circa 320 meter) heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Op circa 380 meter ten zuiden van de aanvraag, buiten de afbakening zeehavengebied, loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.

 

Ten zuiden van de Scheldelaan is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Natuurgebieden (N) en Bijzonder natuurgebieden (NH).

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag daar het hemelwater op natuurlijke wijze naast de verharde oppervlakte op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op een reeds ontwikkeld industrieterrein, gelegen ten oosten van het Marshalldok, wordt een NC2 MAPD-installatie gebouwd. Deze installatie heeft als doel om een bepaalde productstroom, die nu als brandstof wordt gebruikt op de site van Total Olefins Antwerp, op te waarderen tot voornamelijk hoogwaardig propyleen.

 

De installatie wordt geplaatst op een nieuwe betonnen funderingssokkel met een oppervlakte van circa 200 m². De installatie betreft een reactor, een voedingsvat, een recycleervat, een warmtewisselaar, twee voedingspompen en twee recycleerpompen. De installatie heeft een maximale hoogte van circa 16 meter.

De nieuwe installatie maakt de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk. Rondom de aanvraag bevinden er zich reeds andere industriële constructies. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.

 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De werken worden uitgevoerd op een grootschalig industrieterrein temidden van allerhande industriële installaties en gebouwen en staan in functie van de bestaande bedrijvigheid. Het betreft in omvang erg kleinschalige werken ter uitbreiding van de bestaande industriële installaties.

 

Visueel – vormelijke elementen

De nieuwe installatie wordt opgetrokken in staal. Dit materiaal is aanvaardbaar in deze industriële omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Total Olefins Antwerp (TOA) verwerkt nafta, butaan en ethaan van onder meer de Total Raffinaderij Antwerpen tot basischemicaliën zoals ethyleen, propyleen, ruwe C4, tolueen en benzeen. Vervolgens worden deze monomeren verkocht aan (petro)chemische bedrijven.

 

Met onderhavige aanvraag wenst men een nieuwe reactorsectie te laten vergunnen, in kader van het NC2 MAPD hydrogenatieproject. Dit project heeft als doel een bepaalde productstroom met een hoge concentratie MAPD op te waarderen tot voornamelijk hoogwaardig propyleen. In de MAPD-reactor wordt methylacetyleen (MA) en propadieen (PD) door selectieve hydrogenatie omgezet in propyleen. Deze extra propyleen productie wordt volgens het dossier gerealiseerd door een minimum aan extra energie in te zetten. Door het project wordt de CO2 uitstoot van TOA ook verminderd, omdat niet langer de MAPD-rijke stroom als brandstof wordt gebruikt, maar vervangen wordt door koolstofarmer aardgas. Er is geen wijziging van de productiecapaciteit, noch op de opslagcapaciteit van gevaarlijke producten.

 

De reactorsectie bestaat uit een MAPD-reactor, een voedingstank, een effluentkoeler, een recyclagetank en enkele centrifugaalpompen.

 

De nieuwe installatie is voorzien van de nodige veiligheidsvoorzieningen waarvan veiligheidskleppen geconnecteerd met de fakkel, automatische interlocksystemen die de procescondities bewaken, automatische bluswatersprinklersystemen en sectioneringskleppen die vanop veilige afstand bedienbaar zijn.

 

Het betreft een hogedrempel Seveso-inrichting. De geplande veranderingen impliceren een toename van de aanwezige hoeveelheid ontvlambare vloeibare gassen categorie 1 of 2 (+ 26,9 ton). Het aanvraagdossier bevat een veiligheidsnota opgesteld door een erkend VR-deskundige. In de veiligheidsnota wordt geconcludeerd dat de geplande veranderingen geen bijkomend aanzienlijk extern risico inhouden voor de mens of geen bijkomend aanzienlijk risico inhouden voor het leefmilieu in vergelijking met de bestaande toestand. De veiligheidsnota werd op 3 maart 2020 goedgekeurd door het team Externe veiligheid van het departement Omgeving. Er is geen bijwerking vereist van het geldende Omgevingsveiligheidsrapport OVR/14/09.

 

Men vraagt in de vergunningsaanvraag om tank F 2118 met een inhoudsvermogen van 48 m³ uit de vergunning te schrappen. De houder fungeert als voedingstank voor de tolueeneenheid, maar de verblijftijd van het product bedraagt minder dan 3 uren waardoor deze dus niet als een opslagplaats conform VLAREM moet beschouwd worden.

 

Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

1.4.

Inrichtingen voor de opslag van aardolie, petrochemische of chemische producten met een opslagcapaciteit van 100.000 ton of meer;

-42,34 ton

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting);

+26,90 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

-42,34 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

-42,34 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton.

-42,34 ton

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

6 juli 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

5 augustus 2020

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
SW/VHet advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.