Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2019162177 |
Gegevens van de aanvrager: | NV KBC Bank met als contactadres Havenlaan 2 te 1080 Brussel en de heer Marnix Lobbens met als adres Havenlaan 2 te 1080 Sint-Jans-Molenbeek |
Ligging van het project: | Schoenmarkt 35 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 3 sectie C nr. 2186A2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van bestaande vloerplaten en plaatsen van nieuwe vloerplaten |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/02/1930: vergunning (1929#33378) voor bankgebouw oprichten;
- 28/07/1930: vergunning (1930#37093) voor gevelveranderingen;
- 18/03/1931: vergunning (1931#38638) voor gevelveranderingen;
- 03/08/1932: vergunning (1932#41253) voor gevel- en binnenveranderingen;
- 20/04/1932: vergunning (1932#41298) voor binnenveranderingen;
- 24/09/1965: vergunning (18#47699) voor uitbreiding torengebouw;
- 28/03/1969: vergunning (18#51755) voor verbouwing torengebouw;
- 16/12/1969: vergunning (18#52139) voor ondergrondse parkings;
- 23/01/1970: vergunning (18#52555) voor verbouwing deel bestemd voor handel-bankverrichting;
- 14/05/1971: vergunning (18#53943) voor verbouwing, uitbreiding torengebouw;
- 19/10/1973: vergunning (18#55974) voor verbouwing top torengebouw;
- 13/06/1975: vergunning (18#56622) voor verbouwing fase 2;
- 21/04/1986: vergunning (18#67393) voor wijziging binneninrichting;
- 04/05/1987: vergunning (18#69185) voor verbouwing inkomportaal Schoenmarkt;
- 17/06/1999: vergunning (86#8720061) voor renoveren KBC toren;
- 08/05/2002: vergunning (86#20213) voor veranderen van een poort naar een raam;
- 06/02/2004: vergunning (86#30727) voor uitvoeren van aanpassingen in gevolge van risico-analyse en beheer.
Vergunde/vergund geachte toestand
- in kader van de inhoud van de aanvraag werd er geen laatst vergunde toestand aangeleverd.
Huidige toestand
- bescherming (ID: 6200) van Bankgebouw de Boerentoren als monument;
- vaststelling (ID: 103537) van Boerentoren als bouwkundig erfgoed;
- vaststelling (ID: 3959) van Boerentoren als bouwkundig element;
- functie: een kantoorgebouw (kantoren) met:
- bouwvolume: het volledig bebouwd bouwblok met:
- gevelafwerking:
- zwart natuurstenen inkomportaal met glazen luifel van spiderglas;
- links en rechts van het inkomportaal op de gelijkvloerse verdieping telkens een doorlopende aluminium plint met winkelpuien van spiderglas onder een betonnen luifel;
- een gevelafwerking van grijs zichtbeton voor de gelijkvloerse verdieping en het linker geveldeel;
- bruin aluminium buitenschrijnwerk voor de garagepoorten;
- winkelpuien uit spiderglas en met grijs aluminium plinten voor het linker deel van de gelijkvloerse verdieping;
- lichtgrijs zichtbeton voor de overige delen van de gevel;
- de gevel van de verdiepingen uitkragend;
- centraal op de eerste verdieping een zwart natuurstenen geveldeel met zaak-gebonden gevelreclame met als opschrift “KBC”;
- blauwaluminium buitenschrijnwerk voor de garagepoorten;
- inrichting:
- een expositie- en receptieruimte “zaal Scaldis” aan de zijde van de Eiermarkt en centraal het gebouw;
- winkelruimtes en de hoofd inkom langs de zijde van de Schoenmarkt;
Gewenste toestand
- conform de vergunde toestand, uitgezonderd van:
Inhoud van de aanvraag
- het slopen van de bestaande vloerplaten en het plaatsen van nieuwe vloerplaten voor:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 10 juni 2020 | 23 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Onroerend Erfgoed | 10 juni 2020 | 16 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn | 10 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Stadsontwikkeling/ beheer en onderhoud | 10 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 10 juni 2020 | 14 juli 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, zone voor overdruk - detailhandel - dh en artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
niveauverschillen van meer dan 18 cm moeten overbrugd worden, ofwel met een trap in combinatie met een helling, ofwel met een trap in combinatie met een lift, ofwel met een helling in combinatie met een lift. Volgens de aangeleverde snede is er een pasverschil van 20 cm tussen de straatpas en de pas van de afgewerkte gelijkvloerse verdieping;
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Voorliggende aanvraag omvat louter het verwijderen van asbest in het gebouw. Hiervoor worden ook de vloerplaten en de dakbedekking vervangen.
Bij een toekomstige herinrichting van het pand is de geldende regelgeving van toepassing. In het bijzonder dient daarbij rekening gehouden te worden met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid, de bouwcode en het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen gegevens tot het wijzigen van de functie binnen het gebouw. De bestaande functies blijven behouden. In de beschrijvende nota wordt aangegeven dat de herinrichting van het gebouw in een latere fase zal plaatsvinden. De ernst van de asbestvondsten en de dringende maatregelen die genomen moeten worden om deze te verwijderen laten het niet toe om de verwijdering en de herinrichting van het gebouw in één aanvraag te bundelen.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De werken situeren zich binnen het bestaande volume en staan in functie van verwijderen van asbest in het gebouw. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.
Cultuurhistorische aspecten
Voorliggende aanvraag omvat drie onderdelen in functie van het verwijderen van asbest in het gebouw. Voor deze onderdelen is een toelating nodig van het Agentschap Onroerend Erfgoed omwille van het beschermd statuut van het pand. Tijdens de procedure is er hiervoor advies gevraagd aan het Agentschap:
“Deze aanvraag werd vooraf grondig en in detail met onze diensten afgetoetst. Het betreft asbestsaneringswerken en het slopen en vervangen van de constructieve vloerplaten. Dit is een zeer drastische ingreep, die – zo blijkt uit de vele studies – onvermijdbaar is. Daarnaast wordt ook asbesthoudende dakbedekking vervangen.
Ons advies is gunstig als de handelingen voldoen aan volgende voorwaarden:
- De werken mogen geen nadelige impact hebben op de beschermde delen van de gebouwen, zijnde de daken en de gevels. Deze historische gevels zijn onder meer bevestigd aan een stalen skelet die er één geheel mee vormt. Deze structuur werd in 2015 voorzien van een ‘kathodische’ bescherming om ‘deterioratie’ van het staalskelet en de gevelafwerking te vermijden. Het is van het grootste belang dat deze bescherming werkend blijft en dat alle onderdelen hiervan nauwlettend in het oog worden gehouden en dat bij problemen de uitvoering van de werken gestaakt wordt tot deze bescherming terug in werking is.
- Ook andere erfgoedelementen, zoals beschreven in de verantwoordingsnota en de bijhorende documenten van de omgevingsvergunning, dienen bewaard te blijven.
Als ze aan deze voorwaarden voldoen, doet geen van de gevraagde handelingen afbreuk aan de bescherming. Als ze niet aan de voorwaarden voldoen, dan is ons advies ongunstig.
Wij adviseren ook restanten van de historische interieurafwerking maximaal te bewaren en/of te documenteren met het oog op de latere afwerking van het gebouw.
In ons advies voor vergunningsplichtige werken aan publiek toegankelijke gebouwen maken we altijd een afweging tussen het behoud van de erfgoedwaarden en de toegankelijkheid. In dit dossier komen de werken voor toegankelijkheid voldoende overeen met de erfgoedwaarden (artikel 35 Besluit Vlaamse Regering van 5 juni 2009 over toegankelijkheid tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid).”
Ook de stedelijke dienst monumentenzorg geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende motivatie:
“Het torengebouw aan de Schoenmarkt 35, beter bekend als de Boerentoren, is gelegen in een woonzone met culturele, historische en/of esthetische waarde, waarbij de wenselijkheid van het behoud vooropgesteld wordt. Het gebouw is tevens opgenomen op de bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Tenslotte werden gevels en bedaking van het torengebouw bij koninklijk besluit van 17 juli 1981 beschermd als monument. De geplande saneringswerken werden ter plaatse toegelicht en uitvoerig met de dienst monumentenzorg besproken. Er werd een che-rapport opgemaakt, waarin de historiek en de waardenstelling van het gebouw uitvoerig toegelicht wordt.
In zijn actuele vorm beslaat het kantorencomplex het volledige driehoekige bouwblok begrensd door de Schoenmarkt, de Eiermarkt en de Beddenstraat. De Boerentoren werd in 1928-31 opgetrokken in art-decostijl op de hoek van de Schoenmarkt en de Eiermarkt, in opdracht van de Algemeene Bankvereniging, naar een ontwerp door de architect Jan Vanhoenacker, met medewerking van Emiel Van Averbeke en Jos Smolderen. Het gebouw was destijds de eerste wolkenkrabber van Europa. Dit deel bestaat hoofdzakelijk uit een staalskeletstructuur met betonnen vloerplaten. Een recenter deel, gebouwd in de jaren 1970 naar ontwerp van Leon Stynen en Paul De Meyer, bestaat uit een betonskeletstructuur. In de jaren 1970 werden 3 ondergrondse verdiepingen en 3 torenverdiepingen bijgebouwd.
De voorgenomen werken staan volledig in het teken van de verwijdering van de asbesthoudende materialen die in het torengebouw aanwezig zijn en omvat een aantal niet-vergunningsplichtige asbestverwijderingswerken, evenals het slopen en vervangen van constructieve vloerplaten wat wel vergunningsplichtig is. Tenslotte voorziet men de vervanging van de dakbedekking, werken die evenmin vergunningsplichtig zijn. Voor de niet-vergunningsplichtige werken dient wel een toelating van het agentschap Onroerend Erfgoed bekomen te worden. De herinrichting van het gebouw maakt geen onderdeel uit van de voorliggende aanvraag.
De uit te voeren saneringswerken hebben een zeer grote impact op het gebouw. Een groot deel van de vloerplaten, in het bijzonder in het oorspronkelijke bouwvolume, dienen integraal vervangen te worden, waardoor enkel de gevel, de binnenmuren en het staalskelet van de Boerentoren behouden zullen blijven. Met voorafgaand onderzoek werd duidelijk aangetoond dat dit de enige optie is om een adequate asbestsanering van het gebouw te realiseren. Om een asbestveilig gebouw te creëren is het tevens noodzakelijk om alle dakoppervlaktes op verschillende niveaus aan te pakken en een nieuwe waterdichte en asbestvrije schil te creëren. De nieuwe toestand en het nieuwe uitzicht zal na het aanbrengen van de nieuwe dakopbouw gelijk zijn aan de huidige situatie. Indien er na verder technisch onderzoek toch wijzigingen nodig zijn, zullen deze deel uitmaken van een andere omgevingsvergunningsaanvraag.
De oplossing van de asbestproblematiek is een conditio sine qua non om het gebouw opnieuw te kunnen inrichten en herbestemmen. De uit te voeren asbestverwijdering is geen voorafname op een nieuwe invulling, maar is hiervoor wel een noodzakelijke voorwaarde.
Wanneer tijdens de werken nog sporen van de originele afwerking van het gebouw aan het licht komen dienen deze gedocumenteerd te worden.”
De voorwaarden uit beide adviezen worden integraal overgenomen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag omvat geen functiewijziging en geen wijziging in het aantal entiteiten. Bij een toekomstige aanvraag voor een herinrichting van het gebouw dient de laatst vergunde toestand correct opgetekend te zijn. Dit dossier kan geen aanleiding zijn om afwijkingen op de geldende regelgeving aan te vragen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft een verbouwing waarbij de functie ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de werken mogen geen nadelige impact hebben op de beschermde delen van de gebouwen, zijnde de daken en de gevels. Deze historische gevels zijn onder meer bevestigd aan een stalen skelet die er één geheel mee vormt. Deze structuur werd in 2015 voorzien van een ‘kathodische’ bescherming om ‘deterioratie’ van het staalskelet en de gevelafwerking te vermijden. Het is van het grootste belang dat deze bescherming werkend blijft en dat alle onderdelen hiervan nauwlettend in het oog worden gehouden en dat bij problemen de uitvoering van de werken gestaakt wordt tot deze bescherming terug in werking is. Ook andere erfgoedelementen, zoals beschreven in de verantwoordingsnota en de bijhorende documenten van de omgevingsvergunning, dienen bewaard te blijven;
3. restanten van de historische interieurafwerking maximaal te bewaren en/of te documenteren met het oog op de latere afwerking van het gebouw.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 14 mei 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 10 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 augustus 2020 |
Verslag GOA | 21 juli 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de werken mogen geen nadelige impact hebben op de beschermde delen van de gebouwen, zijnde de daken en de gevels. Deze historische gevels zijn onder meer bevestigd aan een stalen skelet die er één geheel mee vormt. Deze structuur werd in 2015 voorzien van een ‘kathodische’ bescherming om ‘deterioratie’ van het staalskelet en de gevelafwerking te vermijden. Het is van het grootste belang dat deze bescherming werkend blijft en dat alle onderdelen hiervan nauwlettend in het oog worden gehouden en dat bij problemen de uitvoering van de werken gestaakt wordt tot deze bescherming terug in werking is. Ook andere erfgoedelementen, zoals beschreven in de verantwoordingsnota en de bijhorende documenten van de omgevingsvergunning, dienen bewaard te blijven;
3. restanten van de historische interieurafwerking maximaal te bewaren en/of te documenteren met het oog op de latere afwerking van het gebouw.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.