Terug
Gepubliceerd op 03/08/2020

2020_CBS_06433 - Omgevingsvergunning - OMV_2020065906. Curiestraat 22. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Jo De Geest, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06433 - Omgevingsvergunning - OMV_2020065906. Curiestraat 22. District Hoboken - Goedkeuring 2020_CBS_06433 - Omgevingsvergunning - OMV_2020065906. Curiestraat 22. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020065906

Gegevens van de aanvrager:

Luka en Michiel Van Leugenhaege - Elen met als adres Volhardingstraat 122 te 2020 Antwerpen

Ligging van het project:

Curiestraat 22 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/01/1928: toelating (1006#14473) voor het bouwen van 50 huizen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          eengezinswoning bestaande uit twee bouwlagen onder schuin dak in halfopen bebouwing;

-          bouwdiepte van 8,20 meter;

-          gevels in roodbruine baksteen en houten buitenschrijnwerk.

Huidige toestand

-          vaststelling/bescherming (ID: 120668) van Tuinwijk Moretusburg als bouwkundig geheel;

-          eengezinswoning bestaande uit twee bouwlagen onder schuin dak in halfopen bebouwing;

-          bouwdiepte van 10,25 meter op het gelijkvloers en  8,20 meter op de verdieping;

-          gevels in roodbruine baksteen en wit pvc buitenschrijnwerk.

Gewenste toestand

-          eengezinswoning bestaande uit twee bouwlagen onder schuin dak in halfopen bebouwing;

-          bouwdiepte van 11,60 meter op het gelijkvloers en  8,20 meter op de verdieping;

-          gevels in roodbruine baksteen en wit pvc buitenschrijnwerk.

 

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de veranda en tuinberging;

-          voorzien van een nieuwe gelijkvloerse achterbouw uitgevoerd in zwart hout en zwart aluminium buitenschrijnwerk;

-          regulariseren van het wit pvc buitenschrijnwerk;

-          voorzien van een nieuwe tuinberging en terras van 10 m² in polybeton.

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Onroerend Erfgoed

11 juni 2020

12 juni 2020

Geen advies

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen

11 juni 2020

13 juli 2020

stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten

11 juni 2020

13 juli 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

11 juni 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:  de opstand t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak bedraagt 0,15 meter < 0,30 meter;
  • Artikel 38 Groendaken: de dakconstructie van het aanbouw op het gelijkvloers werd gewijzigd en niet aangelegd met een groendak.

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er is geen aanleiding om het college te adviseren (beargumenteerd) af te wijken van de geldende voorschriften. Om te voldoen aan de voorschriften zullen er voorwaarden worden gekoppeld aan de vergunning.

 

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

In voorliggende aanvraag wordt het hoofdvolume met een bouwdiepte op het gelijkvloers van circa 8,2 meter uit te breiden met een nieuwe aanbouw van 3,35 meter en een kroonlijsthoogte 3,35m. De totale bouwdiepte op het gelijkvloers komt hierdoor op 11,59 meter, wat aanvaardbaar is in de omgeving. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Deze uitbreiding is in verhouding met de bestaande bebouwing en de diepte van de tuinzone. De geplande uitbreidingswerken aan de achtergevel zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Cultuurhistorische aspecten – visuele-vormelijke elementen

Het perceel is gelegen in de wijk Moretusburg, dat vastgesteld is als bouwkundig erfgoed. Hierdoor werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst Monumentenzorg.

 

“De werken zijn gesitueerd zijn in de tuinwijk Moretusburg die als geheel is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij ministerieel besluit van 29 maart 2019.

 

Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.

 

Beoordeling

 

A.  Cultuurhistorische waardestelling

De ontwikkeling van wijk Moretusburg vatte aan in de periode voor de Eerste Wereldoorlog op initiatief van de N.V. Le Progrès industriel et commercial. In functie van de nabijgelegen, groeiende industrie, kwam een wijk tot stand om werknemers van huisvesting en basisinfrastructuur te voorzien. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog werden schoolgebouwen gerealiseerd, evenals de Sint-Jozefskerk. Vanaf 1921 tot na de Tweede Wereldoorlog werd in opdracht van de Samenwerkende Maatschappij voor Goedkope Woningen te Hoboken een tuinwijk uitgebouwd naar ontwerp van architect François Van Rompaey.

De naoorlogse woningen gaan verder in de rationalisering van het ontwerp dan de oude tuinwijk. De enkelhuizen zijn volgens spiegelbeeldschema gekoppeld tot volumes onder overkragende, pannen schilddaken, waarbij de toegang tot de flankerende woningen zich in de zijgevels bevindt. De daken worden soms onderbroken door verspringingen van de nokhoogtes en kroonlijsten. Eenvormige bakstenen lijstgevels, horizontaal geaccentueerd door een brede bepleistering onder de kroonlijst. Geaccentueerde toegangen met uitkragende omlijstingen onder luifels.

Zowel de stedenbouwkundige aanleg als het architecturale ontwerp van deze wijk (1921-1953) was in handen van één architect, meer bepaald Frans Van Rompaey. De wijk vormt zo een waardevol geheel dat de typologische evolutie van de sociale huisvesting illustreert, namelijk door de combinatie van een tuinwijk, uitgebreid met gekoppelde arbeiderswoningen en woningen aansluitend bij de volkswijken. De wijk wordt gekarakteriseerd door een bewaarde stedenbouwkundige aanleg en een architecturale waarde, voornamelijk wat betreft de tuinwijkfase. Bepalende erfgoedelementen zijn de circulatiepatronen met een grote zin voor perspectief en aangepast aan de reeds in de wijk aanwezige schoolgebouwen en kerk, in combinatie met een gevarieerde inplanting (perspectief, pleinvormige verbredingen, variatie ten opzichte van de rooilijn) en een weloverwogen openbare groenaanleg. De vroegste tuinwijkwoningen worden architecturaal bepaald door een eenheid in schaal, materiaal en vorm (kleinschalige, regionalistisch geïnspireerde baksteenarchitectuur gemarkeerd door puntgevels), doch mits een kenmerkende variatie in geveltypes en detaillering in functie van de levendigheid van het geheel.

 

Het pand heeft beeldbepalende kwaliteiten door zijn volume, de schaal, de korrel en de architectuur en maakt deel uit van een bouwkundig geheel. 

 

B.  Afweging

De voorgestelde ingrepen betekenen een niet wenselijke verarming van de beeldwaarde, de uniformiteit en de erfgoedwaarde van dit waardevolle ensemble.

Deze specifieke tuinwijkarchitectuur benadrukt de eenheid van deze wijk en is een belangrijk erfgoedkenmerk zowel voor het hoekpand op zich als voor de samenhang van tuinwijk Moretusburg. Recent werd een zeer uitgebreide studie gemaakt over de tuinwijk Moretusburg die het waardevolle en gave karakter van de wijk bevestigt.

Het tuinhuis is een kenmerkend en structurerend element voor de tuinwijk en dienst behouden te blijven.

Hoewel een aanpassing van het volume van de achterbouw zeker bespreekbaar is, benadrukt de dienst monumentenzorg hier het gebruik van de kenmerkende bouwmaterialen: baksteen met hetzelfde voegwerk als in het hoofdvolume.

De stedelijke dienst monumentenzorg brengt dan ook een ongunstig advies uit."

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij het gegeven advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Er kan gesteld worden dat het voorgestelde bouwvolume van de uitbreiding op het gelijkvloers inpasbaar geacht kan worden in deze omgeving. De gekozen materialisatie welke zichtbaar is vanuit het openbaar domein, wijkt sterk af van de materialisatie van deze tuinwijk. Hierdoor wordt in voorwaarde opgelegd dat deze uitbreiding dient gerealiseerd te worden in baksteen met hetzelfde voegwerk als in het hoofdvolume.

 

Het gegeven advies met betrekking op het bijgebouw wordt gevolgd. Het perceel maakt deel uit van een specifieke tuinwijkarchitectuur, dat werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed. Waarbij er sterk wordt ingezet op een kenmerkende inplanting en materiaalgebruik. Het nieuwe bijgebouw wijkt hiervan sterk af en wordt bijgevolg ongunstig beoordeeld. De afbraak van het bestaande bijgebouw en de realisatie van een nieuw bijgebouw worden dan ook uitgesloten van vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De oppervlakte van de nieuwe dakconstructie van de uitbreiding bedraagt circa 22m² en er wordt geen hemelwaterput voorzien. Hierdoor wijkt de aanvraag af van artikel 38 van de bouwcode. Het voorzien van een groendak voor deze nieuwe aanbouw wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning

 

Daarnaast is de aanvraag ook strijdig met artikel 34 van de bouwcode. De scheimuur met de rechteraanpalende werd ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Indien het dak voorzien is van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt ook als opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Het goed is gelegen in de wijk Moretusburg waar er mogelijk verontreiniging is door zware metalen. Gelieve dan ook rekening te houden met de gebruiksadviezen, die u achteraan de vergunning terugvindt.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.


Advies aan het college

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de aanbouw moet gerealiseerd worden in baksteen met hetzelfde voegwerk als het hoofdvolume;

2.      de dakconstructie van de aanbouw moet uitgevoerd worden als een groendak;

3.      het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-          een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Uitsluitingen

Er wordt geen vergunning verleend voor de afbraak van het bestaande bijgebouw en de realisatie van een nieuw bijgebouw.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 mei 2020

Volledig en ontvankelijk

11 juni 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 augustus 2020

Verslag GOA

22 juli 2020

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de aanbouw moet gerealiseerd worden in baksteen met hetzelfde voegwerk als het hoofdvolume;

2.      de dakconstructie van de aanbouw moet uitgevoerd worden als een groendak;

3.      het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-          een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Uitsluitingen

Er wordt geen vergunning verleend voor de afbraak van het bestaande bijgebouw en de realisatie van een nieuw bijgebouw.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.