Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020062839 |
Gegevens van de aanvrager: | Lara en Ortwin Van Looveren - Staes met als adres Bosstraat_AN 58 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Bosstraat 58 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 19 sectie C nrs. 0 en 117X3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 13/04/2012: vergunning (20121156) voor het verbouwen en uitbreiden van de achterbouw aan de woning.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning van 1 bouwlaag onder hellend dak met 1 slaapkamer;
- variërende bouwhoogte;
- maximale bouwdiepte circa 13,00 m;
- gevel in rode baksteen;
- schrijnwerk en gevelafwerking in hout met blauwe en witte kleur.
Huidige toestand
- aan de linkerzijde van de woning werd een carport voorzien;
- links achteraan de woning werd een tuinberging en een siergevel opgericht;
- rechts achteraan de woning werd een tuinberging en een overdekt terras opgericht;
- intern werd een trap voorzien in kader van de inrichting van de zolderverdieping als 2de slaapkamer met berging;
- de dakkoepel ter hoogte van de uitbouw werd afwijkend van de vergunning uitgevoerd;
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- eengezinswoning van één bouwlaag onder zadeldak met 3 slaapkamers;
- kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 4,0 en 7,45 m;
- nieuw:
- zijtuin zonder siergevel;
- voorgevelafwerking ongewijzigd ten opzichte van bestaande toestand.
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van het bouwvolume:
- regulariseren van de:
- isoleren en bepleisteren van de linkerzijgevel
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- voorzien van een nieuwe trap;
- slopen van de tuinberging en de losstaande siergevel linksachteraan de woning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers | 9 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
()
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Bosstraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het aangevraagde voorziet in het gelijktrekken van de bebouwing aan de straatzijde. Daar waar in de laatst vergunde toestand de woning het uitzicht had van twee naast elkaar gelegen volumes met elk een zadeldak en verschillende bouwhoogtes, wordt met deze aanvraag één hoofdvolume voorzien onder eenzelfde zadeldak. Verder wordt op het volume links achteraan de woning een extra bouwlaag onder een plat dak voorzien. Het optrekken van het linkervolume tot dezelfde bouwhoogte van het rechtervolume is in harmonie met de kenmerkende bouwhoogten in het straatbeeld. Ook de ophoging van het volume met de bijkeuken is ruimtelijk aanvaardbaar.
Daarnaast voorziet de aanvraag in het slopen van de niet vergunde berging en siertuin links achteraan de woning. Deze ontharding is positief voor infiltratiemogelijkheden van het regenwater.
Verder omvat de aanvraag ook de regularisatie van het overdekte terras rechts achteraan de woning, palend aan de rechter perceelsgrens. Dit volume is ruimtelijk aanvaardbaar gezien er voldoende kwalitatieve tuinzone overblijft.
Ten slotte betreft de aanvraag het regulariseren van de carport links van de woning. De carport zelf is ruimtelijk aanvaardbaar, maar de voorziene verharding in de linkerzijtuin is niet in overeenstemming met artikel 27 (open ruimte) van de bouwcode. Gezien enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten in voor- en zijtuinen, moet de verharding beperkt worden tot de oprit naar de carport. Als voorwaarde bij vergunning wordt daarom opgelegd om de (kiezel)verharding in de linkerzijtuin te beperken tot de oprit naar de carport met een maximale breedte van 3,31m.
Als voorwaarde bij vergunning wordt eveneens opgelegd om de bestaande verharding (kiezels) in de voortuin te verwijderen en de voortuin maximaal te vergroenen. Ook is de voortuin niet in overeenstemming met artikel 19 (Tuinafsluitingen) van de bouwcode. De voortuin moet afgesloten zijn met een levendige haag of muurtje met een hoogte van maximum 1 meter. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt voorzien in rode gevelsteen met wit geschilderde gevelornamenten en heeft een zadeldak met zwarte dakpannen. De voordeur die niet langer in gebruik is, werd bruin geschilderd en de ramen in de voorgevel hebben wit geschilderd houten buitenschrijnwerk. Links en rechts van deze ramen zijn er wit en groen geschilderde houten panelen. De vernieuwde voorgevel is in harmonie met het straatbeeld.
De betonnen dorpels onder de ramen en onder de buiten gebruik gestelde voordeur, welke niet de bedoeling hebben beschilderd te worden, werden geel geschilderd. Dit is strijdig met artikel 11 (afwerken van gevel en materiaalgebruik) en met artikel 6 (harmonie en draagkracht) van de bouwcode. Aangezien de geel geschilderde dorpels niet in harmonie zijn met de overige afwerking van de voorgevel, wordt als voorwaarde bij vergunning opgelegd om de gele verf van de dorpels te verwijderen. Onderaan de voorgevel wordt een plint voorzien met grijze gevelbepleistering.
De linkerzijgevel wordt geïsoleerd en bekleed met rood-bruin pleisterwerk dat qua kleur in harmonie is met de rode gevelsteen van de voorgevel. Het buitenschrijnwerk van de raamopeningen in deze zijgevel wordt voorzien in greige aluminium.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
He nieuwe platte dak van het opgehoogde volume van de linkse achterbouw, het dak van de eerder vergunde achterbouw met de inkom, keuken en eetplaats, en het dak van het overdekte terras moeten worden uitgevoerd als groendaken conform artikel 38 van de Bouwcode. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de (kiezel)verharding in de linkerzijtuin moet beperkt worden tot de oprit naar de carport met een maximale breedte van 3,31 meter;
2. de bestaande verharding (kiezels) in de voortuin moet verwijderd worden en de voortuin moet groen aangelegd worden;
3. de voortuin moet afgesloten zijn met een levendige haag of muurtje met een hoogte van maximum 1 meter, conform artikel 19 van de bouwcode;
4. de verf van de geschilderde betonnen dorpels onder de ramen en de voordeur in de voorgevel moet verwijderd worden;
5. het nieuwe platte dak van het opgehoogde volume van de achterbouw, het platte dak van de bestaande aanbouw rechts achter het hoofdvolume en het platte dak van het overdekte terras in de tuin moeten als groendaken aangelegd worden, conform artikel 38 van de bouwcode;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 14 mei 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 9 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 8 augustus 2020 |
Verslag GOA | 24 juli 2020 |
naam GOA | Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de (kiezel)verharding in de linkerzijtuin moet beperkt worden tot de oprit naar de carport met een maximale breedte van 3,31 meter;
2. de bestaande verharding (kiezels) in de voortuin moet verwijderd worden en de voortuin moet groen aangelegd worden;
3. de voortuin moet afgesloten zijn met een levendige haag of muurtje met een hoogte van maximum 1 meter, conform artikel 19 van de bouwcode;
4. de verf van de geschilderde betonnen dorpels onder de ramen en de voordeur in de voorgevel moet verwijderd worden;
5. het nieuwe platte dak van het opgehoogde volume van de achterbouw, het platte dak van de bestaande aanbouw rechts achter het hoofdvolume en het platte dak van het overdekte terras in de tuin moeten als groendaken aangelegd worden, conform artikel 38 van de bouwcode;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.