Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020091449 |
Gegevens van de aanvrager: | Ellen en Bert De Dauw - Van De Wouwer met als adres Zandvlietse Dorpstraat 104 bus 2 te 2040 Zandvliet (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Zoutedijk 1 te 2040 Zandvliet (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 20 sectie D nr. 136K |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van de bouwplannen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/06/2019: voorwaardelijke vergunning (2019545) voor het bouwen van een eengezinswoning in gesloten bebouwing.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- functie:
- volume:
- voorgevel:
Huidige toestand
- eengezinswoning in opbouw.
Gewenste toestand
- functie:
- volume:
- voorgevel:
- inrichting: verharde tuinoppervlakte van 45 m².
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren planwijzigingen eengezinswoning in aanbouw.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling ZA/2017/V/0003, goedgekeurd op 17 november 2017, meer bepaald in lot(en) 1.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend punt:
- artikel 4 Niet-bebouwd gedeelte: verhardingen voor terrassen worden beperkt tot maximaal 40 m². Bij de nieuwe aanvraag is de verharde terrasoppervlakte circa 45 m².
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punt:
- artikel 39: Infiltratie- en buffervoorzieningen;
Daarnaast wijkt de aanvraag af van de verkavelingsvoorschriften op volgend punt:
- artikel 4: Niet-bebouwd gedeelte.
Bovenvermelde artikels worden besproken in de onderstaande paragrafen.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat de regularisatie van doorgevoerde wijzigingen tijdens de realisatie van een gesloten eengezinswoning. Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft maakt als lot 1 deel uit van de door het college op 17 november 2017 goedgekeurde verkaveling met referentie 20176. De verkaveling voorziet 2 loten voor eengezinswoningen. De functie van eengezinswoning blijft behouden. De woning is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Zoutedijk.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
In voorliggende aanvraag worden beperkte aanpassingen aan het vergunde bouwvolume aangevraagd. De hoofdbouw die bestaat uit één gelijkvloerse bouwlaag en één bouwlaag onder een hellend dak werd op de dak-verdieping voorzien van een extra dakkapel. Deze dakkapel werd voorzien aan de voorgevel en kan gunstig geadviseerd worden gezien ze door het voorzien van voldoende vrije hoogte de leef-kwaliteit van de achterliggende ruimten duidelijk vergroot. Daarnaast zijn de afmetingen van de uitsprong in verhouding tot de oppervlakte van het dakvlak en blijft de schuine dakvorm duidelijk herkenbaar.
Daarnaast werd de aanbouw op de gelijkvloerse verdieping niet perceelsbreed gerealiseerd. In de huidige aanvraag wordt de bouwdiepte van 12,87 meter behouden maar wordt de breedte van de achterbouw beperkt tot ongeveer 6,6m waardoor er een open ruimte ontstaat tussen de achterbouw en de scheimuur van de linkerbuur. Deze ruimte wordt ingevuld met beplanting en voorzien van een toegangspad naar de garage. De voorgestelde dimensies zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening waardoor de aangevraagde wijzigingen aanvaardbaar zijn.
Tot slot wordt achter de woning een perceelbreed terras (45,10m2) aangelegd tot een bouwdiepte van 17m. De aanvraag wijkt hierdoor af van de verkavelingsvoorschiften gezien artikel 4 (Niet-bebouwd gedeelte) een maximale oppervlakte van 40 m² voorziet voor verhardingen. Omdat er geen bezwaren werden geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek en er voldoende ruimte overblijft om op het gelijkvloers een kwalitatieve tuinzone aan te leggen kan het voorziene terras echter gunstig geadviseerd worden. Er wordt wel opgemerkt dat het terras niet uitgevoerd wordt conform artikel 39 van de bouwcode. Dit artikel stelt dat niet overdekte terrassen grenzend aan een tuin dienen aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
Het materiaalgebruik blijft voornamelijk ongewijzigd. De garagepoort werd voorzien in verticale Padouk beplanking. Zowel de dakkapellen als de afwerking van de dakopstand van de achterbouw worden in de voorliggende aanvraag afgewerkt met zwartkleurige beplating in aluminium. De kleurstelling van de gevels is gunstig te adviseren omwille van de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld. De gewijzigde indelingen en materialen zijn aanvaardbaar en zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In voorliggende aanvraag wordt op de leefruimte op gelijkvloerse verdieping kleiner uitgevoerd dan in de laatst vergunde toestand. De aanwezige oppervlakte blijft voldoende groot waardoor een aangename woning ontstaat. De positionering van de leefkeuken aan de voorgevel op het gelijkvloers, zorgt ervoor dat de woning een levendige plint heeft die de straat aangenaam maakt om in te wonen en te wandelen. De achtergevel van de aanbouw blijft zo goed als volledig beglaasd. Hierdoor wordt het contact tussen de verblijfsruimte en de buitenruimte versterkt wat de woonkwaliteit ten goede komt. De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Voor een woning dient 1 autostalplaats per woning voorzien te worden. In dit geval gaat het over een eengezinswoning waardoor de werkelijke parkeerbehoefte 1 is.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsenstalplaatsen
Voor een woning met één slaapkamer dient 1 fietsenstalplaats per slaapkamer en 1 extra stalplaats voorzien te worden. Er worden drie fietsenstalplaatsen voorzien in de garage wat voldoende is.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. het terras in de tuin dient voorzien te worden van een helling van 1a 2% om het regenwater naar de tuin te laten afwateren zodat het daar kan infiltreren conform artikel 39 van de bouwcode.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 14 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | 24 augustus 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 22 september 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 november 2020 |
Verslag GOA | 27 oktober 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
24 augustus 2020 | 22 september 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. het terras in de tuin dient voorzien te worden van een helling van 1a 2% om het regenwater naar de tuin te laten afwateren zodat het daar kan infiltreren conform artikel 39 van de bouwcode.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.