Terug
Gepubliceerd op 09/11/2020

2020_CBS_09187 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020101560. Romeynsweel 1A. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 06/11/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_09187 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020101560. Romeynsweel 1A. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_09187 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020101560. Romeynsweel 1A. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van bijzondere milieuvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020101560

Gegevens van de aanvrager:

Provincie Antwerpen met als adres Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV TSA PORT (0403803377) met als contactadres Romeynsweel 1A te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Romeynsweel 1A te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 15 sectie D nr. 267T

Inrichtingsnummer:

20200803-0036 (nv TSA Port)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van het verzoek:

Transport- en tankcleaningbedrijf. Verzoek bijstelling milieuvoorwaarden door POVC na GPBV-evaluatie

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

- Op 12 september 2019 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning (OMV_2019064222) voor het bouwen van een nieuw kantoorgebouw bovenop een bestaand kantoorgebouw;

- Op 28 april 2017 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (2017309) voor het regulariseren van wijzigingen bij het bouwen van een gebouw voor tank cleaning met kantoor;

- Op 17 mei 2013 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (2013702) voor het bouwen van een tank cleaning, een kantoorgebouw en benzinestation.

 

Voorgeschiedenis milieu

Op 23 mei 2013 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting of activiteit voor tankcleaning, voor een termijn verstrijkend op 23 mei. Nadien werd nog een vergunning verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

De provinciale omgevingsvergunningscommissie wenst een bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden naar aanleiding van een evaluatie van de huidige vergunningsvoorwaarden aan de vereisten van de BREF-studie ‘Waste Treatment’.

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

21 september 2020

21 oktober 2020

Geen advies

 







Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Albertdok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Noorderlaan ten zuiden van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel langs de Noorderlaan en ten westen van het Albertdok loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten zuidwesten van de aanvraag is een kleine zone bestemd als Gebied voor spoorweginfrastructuur. Ten zuidoosten van de aanvraag bevindt zich het Grensgebied met het grootstedelijk gebied – omgeving Noorderlaan.

 

Op circa 420 meter ten zuidoosten van de aanvraag bevindt zich de grens van het afbakende zeehavengebied. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen van toepassing, met bestemming Bufferzones.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een bijstelling van de milieuvoorwaarden naar aanleiding van een GPBV-evaluatie. De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Conform de Europese Richtlijn 2010/75/EU van 24 november 2010 inzake industriële emissies en volgens artikel 1.4.1.1 van titel II van het VLAREM moet een evaluatie van een GPBV-installatie worden uitgevoerd binnen twee jaar na de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de door de Europese Commissie aangenomen nieuwe of bijgewerkte BBT-conclusies betreffende de hoofdactiviteit van de GPBV-installatie. Bij een evaluatie van een GPBV-installatie wordt nagegaan of de vergunningsvoorwaarden moeten worden bijgesteld.

 

Het voorwerp van het verzoek tot bijstelling betreft het volgende:

- verwerking gevaarlijke afvalwaters externen;

- verwerking niet gevaarlijke afvalwaters externen.

 

De BREF-studie ‘Waste Treatment’ is van toepassing op de bovenstaande GPBV-installaties. De BBT-conclusies van deze BREF-studie werden op 17 augustus 2018 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. De POVC (provinciale omgevingsvergunningscommissie) is belast met het uitvoeren van de evaluaties om na te gaan of de huidige vergunningsvoorwaarden voldoen aan de vereisten van de BREF-studies, meer bepaald aan de daarin opgenomen BBT-conclusies. In zitting van 14 juli 2020 voerde de POVC deze evaluatie uit en oordeelde men dat een bijstelling van de vergunningsvoorwaarden noodzakelijk is. De POVC diende een verzoek tot bijstelling in bij de provincie, waarvoor het college nu om advies wordt gevraagd.

 

De POVC stelt voor om volgende bijzondere voorwaarden op te leggen:

 

1. De huidige bijzondere lozingsnormen voor CZV, Pt, As, Cd, Cu, Pb, Ni, Hg en Zn moeten geschrapt worden vanaf 17 augustus 2022.

 

2. Binnen een termijn van 1 jaar maakt het bedrijf een rapport over met volgende informatie: Acceptatie (BBT 2)

- De beschikbare acceptatienormen (metalen, organische polluenten, PGS,…);

- De manier waarop voldaan wordt aan BBT 52 voor externe vloeibare afvalwaters (zie paragraaf 5.7.3.1 ‘monitoring of the waste input’ in de BREF WT en BAT 52).

Inventarisatie (BBT 3)

- een vereenvoudigd schema van de waterzuivering met aangifte van de analyses en verwijderingspercentages van relevante stoffen (waaronder de PGS en micropolluenten) ter hoogte van de fysico- chemische zuivering, de biologie, de zandfilter en de actief koolfilter.

- een beschrijving van de verwerkingsroute (eventuele voorbehandeling) van niet biologische verwerkbare, organische polluenten met hoge wateroplosbaarheid.

- de criteria op basis van dewelke wordt beslist of een restlading verwerkbaar of niet verwerkbaar is in de waterzuivering.

Het rapport wordt overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid (dossiers.omgevingsvergunningen@provincieantwerpen.be), die het ter evaluatie bezorgd aan de VMM en ter informatie aan de AGOP-M en de afdeling Handhaving.

 

3. Er wordt een limiettest op onverdund of zo weinig mogelijk verdund afvalwater opgelegd met een frequentie van 4 keer per jaar met volgende organismen:

algengroei-inhibitietest met het groenwier Raphidocelis subcapitata

WAC/V/003

acute immobiliteitstest met de watervlo Daphnia magna

WAC/V/001

visembryo test met Danio rerio (ZFET)

WAC/V/002

 

4. Indien na 2 jaar blijkt dat er duidelijk een meest gevoelig organisme geïdentificeerd kan worden, dan kan het bedrijf met dit organisme verder testen.

Bijkomende bepalingen:

- De staalnames en testen dienen te gebeuren door een erkend labo.

- Bij een acute toxiciteit van 50% effect of meer in onverdund of zo weinig mogelijk verdund afvalwater moet de exploitant een onderzoek naar de mogelijke oorzaken van de toxiciteit en een toxiciteitsreductievoorstel (aan de bron, op deelstroomniveau of end-of-pipe) uitvoeren;

- De ecotoxresultaten dienen jaarlijks ten laatste 3 maanden na het laatste van de 4 kwartalen overgemaakt te worden aan de vergunningverlenende overheid (dossiers.omgevingsvergunningen@provincieantwerpen.be), die deze ter informatie doorstuurt naar de VMM en de afdeling Handhaving, samen met:

1. het plan van aanpak waarbij op zoek gegaan wordt naar de bron/oorzaak van de

gemeten toxiciteit en /of

2. een toxiciteitsreductievoorstel op basis van reeds uitgevoerd onderzoek.

 

Op 2 oktober 2020 liet de exploitant, via een wijzigingsverzoek in het Omgevingsloket, weten dat de vergunning voor de verwerking van externe afvalwaters vervallen is. Er zijn tot op heden geen externe afvalwaters geaccepteerd en verwerkt op het bedrijf, noch is het de bedoeling om deze in de toekomst te gaan accepteren en verwerken. De GPBV-voorwaarden (in de toekomst omgezet in VLAREM III) voor de verwerking van externe afvalwaters kunnen met de huidige installatie ook niet nageleefd worden.

Bijgevolg is de GPBV-activiteit die het voorwerp van de gevoerde evaluatie uitmaakt niet meer van toepassing. De gevoerde procedure is dan ook zonder voorwerp.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor het verzoek tot bijstelling. Gelet op het verval van de GPBV-activiteit is de procedure zonder voorwerp. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

17 september 2020

Start openbaar onderzoek

26 september 2020

Einde openbaar onderzoek

25 oktober 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

6 november 2020

 

Onderzoek

Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

26 september 2020

25 oktober 2020

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek tot bijstelling. Gelet op het verval van de GPBV-activiteit is de procedure zonder voorwerp.

Artikel 2

Dienst
Taak
SW/V/Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.